Neem aan dat de stelling voor n mensen
geldt.
Laten we nu n + 2 mensen bekijken.
We schrijven alle onderlinge afstanden tussen die n + 2
mensen op, en nemen de kleinste van al die afstanden (als er
meerderen even klein zijn kiezen we er gewoon eentje willekeurig
van uit).
Stel dat de mensen die bij deze kleinste afstand horen P en Q
zijn.
Bekijk dan de groep mensen zonder P en Q.
Dit is een groep van n mensen, en volgens de
inductieveronderstelling blijft er dan bij het spuiten iemand
droog. Noem die persoon X.
Als we daarna P en Q weer toevoegen aan de mensen, dan blijft X
nog steeds droog, immers P en Q gaan hem óók niet natspuiten,
omdat zij immers elkaar natspuiten.
(het enige effect van P en Q toevoegen is misschien dat eventueel
sommige mensen hén gaan natspuiten in plaats van het slachtoffer
dat zij eerst hadden).
Dus X blijft nog steeds droog, en ook bij n + 2
mensen is er iemand die droog blijft.
|