Waarom is een
priemfactorontbinding ιιnduidig? |
|
|
|
Stel dat er wιl getallen zijn die
twee verschillende priemfactorontbindingen hebben.
Noem dan het kleinste van al die getallen N.
Dan geldt dus N = p1 p2 p3
p4 p5... = q1
q2 q3 q4 q5
...
Daarbij zijn de p's en q΄s priemgetallen.
Een priemgetal uit het p-rijtje komt niet voor in het q-rijtje,
want als dat wel zo zou zijn zouden we beide kanten door dat
priemgetal kunnen delen en hadden we een ander getal gevonden
dat kleiner is dan N en ook verschillende
priemfactorontbindingen heeft.
Herrangschik nu alle priemgetallen zodat p1
het kleinste priemgetal is (in ieder geval dus kleiner dan alle q's,
en eventueel nog gelijk aan enkele andere p's)
Omdat dus p1 < q1
kunnen we q1 door p1 delen.
Stel dat dat d keer gaat en rest r geeft, dan
geldt dus:
q1/p1 = d + r/p1
met 0 < r < q1
want r is de rest bij het delen.
Maar dan geldt:
|