|
|||
Sommige processen uit de
natuurkunde hebben een bepaalde kans om voor te komen. Zo heeft van
een radioactieve stof elk atoom per seconde een bepaalde kans te
vervallen. Als we zo'n radioactief atoom in een dicht potje zouden
hebben weten we niet of het nog in aangeslagen toestand is of al
vervallen. Het SUPERPOSITIE-principe uit de kwantummechanica zegt dat de
toestand van het atoom is op te vatten als één golffunctie die een
combinatie van beide toestanden is. Op subatomair niveau blijkt superpositie werkelijk voor te komen; men heeft bijvoorbeeld interferentie-effecten geobserveerd waarbij een deeltje op verschillende plaatsen tegelijk bleek te zijn. Schrödinger probeerde met het volgende gedachte-experiment te laten zien dat dit tot klinkklare onzin op macroscopisch niveau leidt. |
|||
Dit is zijn experiment: We zetten een kat in een stalen kamer, samen met een flesje giftig gas, een radioactieve stof en een hamer. Als een atoom van de radioactieve stof vervalt, dan valt de hefboom en dus ook de hamer, en zal het gif zich door de kamer verspreiden waardoor de arme kat dood zal gaan. Volgens de kwantummechanica is de kat dus (zolang we de kamer niet openen) zowel dood als levend!!
|
|||
Het schijnt dat Schrödinger later in zijn leven heeft gezegd dat hij wilde dat hij de kat nooit ontmoet had.... | |||