Het Uiteindelijke Bewijs | |||||||||||||||||||||
...HEESCH
Zo rond 1960 was men nog steeds druk aan 't zoeken naar
onvermijdelijke verzamelingen van kaarten die allemaal
verkleinbaar waren. |
|||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
Een ring van 18 zou al meer dan 18
miljoen mogelijke kleuringen hebben!!! 't Is ongeveer een factor
4 extra per land extra. Typisch een werkje voor een computer dus. En dus kwamen de computermensen ten tonele..... ...HAKEN |
|||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
Ze gaan samenwerken als Haken een
veel betere ontladingsmethode vindt om kaarten zonder zes- of
zevenhoeken te behandelen. Nog steeds lopen hun pogingen echter vast op drie belangrijke kaarten: |
|||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
Haken begon zijn aanpak te
veranderen. Bijna iedereen was druk bezig verzamelingen van
verkleinbare kaarten te maken. Als dat grote indrukwekkende
verzamelingen waren probeerde men er een onvermijdelijke
verzameling uit te destilleren. Haken begon aan de andere kant. Hij concentreerde zich op onvermijdelijke verzamelingen, en als hij die had ging hij pas kijken of ze verkleinbaar waren. Hij koos vaak alvast kaarten die waarschijnlijk verkleinbaar zouden zijn. Bekende obstakels als hierboven liet hij niet toe. Deze aanpak scheelde een boel werk; hij hoefde niet van allerlei kaarten die hij toch niet ging gebruiken voor een onvermijdelijke verzameling aan te tonen dat ze verkleinbaar waren. |
|||||||||||||||||||||
...APPEL | |||||||||||||||||||||
Appel hoorde een lezing van Haken waarin hij de enorme rekenproblemen noemde. Nou was hij zelf een ervaren programmeur, en bood na afloop Haken aan met hem te gaan samenwerken. Dat deden ze vanaf 1972. Toen begonnen de jaren van rekenen pas écht. Stapje voor stapje kwamen ze verder. Een kleine greep: | |||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
Eind juni 1976 was het eind in zicht. Het leek erop dat ze
de gezochte onvermijdelijke verzameling hadden gevonden. Binnen
2 dagen had de computer inderdaad aangetoond dat alle figuren
verkleinbaar waren. En toen begon het controleren. Ook dat
bleek nog een heel werk. Ze lieten vijf van hun kinderen meehelpen met controleren. Dorothy en Armin Haken en Laurel, Peter en Andrew Appel moesten aan de slag. Laurel Haken nam bijvoorbeeld zo'n 700 pagina's voor haar rekening. Ze vond ongeveer één fout per pagina, meestal typefouten. Op 50 na wist ze ze allemaal te corrigeren. Herberekening van deze 50 liet nog 12 fouten over. Deze 12 werden vervangen door 20 nieuwe figuren, en zo ging het maar door en door en door. 22 juli 1976 konden ze eindelijk hun bewijs openbaar
maken! |
|||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||