Gegeven is de functie y = 3x2
+ 5x. Bereken het differentiequotiënt van f op interval
[2, 5]
2.
Gegeven is de functie y = Ö(2x
+ 4). Bereken de gemiddelde toename tussen x = 6 en x
= 16.
OPLOSSING
1.
x= 2 geeft
y = 22 en x = 5 geeft y = 100dus Dy/Dx
= (100 - 22)/(5 - 2) = 26
2.
x = 6 geeft y = 4 en
x = 16 geeft y = 6 dus Dy/Dx
= (6 -
4)/(16 - 6) = 0,2
Differentiequotiënten
Een
differentiequotiënt is gelijk aan Dy/Dx. D
betekent "verschil" dus eigenlijk staat er:
Voor het differentiequotiënt van f
op interval [a, b] bereken je dus eerst met
het functievoorschrift de y-waarden voor x = a en
x = b en vult daarna bovenstaande formule in
Wat
stelt het vóór?
•
De gemiddelde
toename tussen de twee punten van de grafiek
•
Het hellinggetal
van de verbindingslijn van beide punten