OPGAVEN
 
   
1. Bepaal het gezamenlijke zwaartepunt van onderstaande drie vormen.
   
 

OPLOSSING
1. Driehoek:  hoekpunten (0, 2)(1,6) en (4,2)  dus zwaartepunt  (5/3, 10/3),  oppervlakte 8
Cirkel:  zwaartepunt (6, 2),  oppervlakte 4π
Vierkant:  zwaartepunt (3, 1),  oppervlakte 4.
 

  Het zwaartepunt is  ongeveer (4.10, 2.27)