Hou je vast...
De lengtes en breedtes en oppervlaktes van de rechthoeken staan hiernaast.
Daarbij geldt  an = sn + 1 - sn

Daarin zie je:

gele oppervlakte = a0a0
groene oppervlakte = a0a1 + a1a0
rode oppervlakte = a0a2 + a1a1 + a2a0
blauwe oppervlakte = a0a3 + a1a2 + a2a1 + a3a0
oranje oppervlakte = a0a4 + a1a3 + a2a2 + a3a1 + a4a0

Dat de gele oppervlakte 1 is is direct te zien;'t is een vierkant van 1 bij 1. We gaan nu proberen te laten zien dat alle oppervlaktes aan elkaar gelijk zijn; dan zijn ze meteen allemaal gelijk aan de eerste, dus aan 1.
Hoe is dat te zien?

 

Elke rechthoek met zijden  (ai , aj ) "splitst" zich steeds naar rechts (ai + 1, aj)  en naar boven (ai, aj + 1).
Kunnen we een verband tussen de oppervlaktes vinden?
Een verband tussen  ai + 1 en ai ?

Eerst maar eens terug naar de rij sn:     sn = 3/25/4 • ... • (2n - 1)/(2n - 2)
Maar dan geldt:

En dus: 

En dat gebruiken we weer bij an + 1:

We bewijzen nu eerst het volgende verband (vraag niet waar we het vandaan halen):

(1)   

Dat bewijzen we door gewoon de formule erboven voor an + 1 in te vullen:

Wat hebben we aan dit verband?
Stel dat we een verzameling rechthoeken van dezelfde kleur hebben. Die ziet er zo uit:

a0an-1 + a1an-2 + ... +  an-2a1 + an-1a0

Het verband (1) levert dan :

Als je gelijk termen samenneemt (1e,  2e + 3e,  4e + 5e, ...)  zie je dat alle coëfficiënten 1 worden.
Conclusie:  a0an-1 + a1an-2 + ... +  an-2a1 + an-1a0  =  a0an + a1an-1 + ... +  an-1a1 + ana0
Dus als we beginnen met a0a0 krijgen we achtereenvolgens:

1 = a0a0 = a0a1 + a1a0 = a0a2 + a1a1 + a2a0 = a0a3 + a1a2 + a2a1 + a3a0 = ....

Het zijn inderdaad precies de gekleurde series rechthoeken in bovenstaande figuur, en die zijn dus inderdaad allemaal 1.