Iemand uit het publiek kiest uit een volledig pak van 52 kaarten er willekeurig 5 .
Hij geeft deze 5 aan de assistent van de goochelaar.
Die bekijkt ze, haalt er één uit en geeft de andere vier aan de goochelaar.
De goochelaar noemt vervolgens die ene kaart die eruit is gehaald.
Verklaring
Door de volgorde van de vier doorgegeven kaarten vertelt de assistent de goochelaar wat die ene weggehaalde kaart is.
Er zijn 4! = 24 mogelijkheden om vier kaarten te rangschikken, en 52 - 4 = 48 mogelijkheden voor de ene kaart, dus dat lijkt niet te kunnen.
Toch is het mogelijk, want de assistent heeft nog een extra vrijheid: hij kan kiezen wélke kaart hij weghaalt.

een mogelijkheid:

Kies een kleur die vaker voorkomt bij de 5 kaarten.
Stel dat de twee kaarten van die kleur x en y zijn.
Nummer alle kaarten in een kleur van A = 1 tot en met H = 13
De assistent geeft met de eerste kaart de kleur aan van de ene weggenomen kaart. Hij neemt daarvoor de kaart die bij het klokrekenen modulo 13 niet meer dan 6 van de andere afligt. Dat kan, want als we alle kaarten in een cirkel plaatsen krijg je zoiets:

Het valt op dat de afstand van 2 kaarten rond deze cirkel altijd hoogstens 6 is. Als je maar bij de goede begint. Bijvoorbeeld tussen  3 en  H ligt afstand 3 als je maar bij H begint.
We maken de volgende afspraak:

We draaien in de cirkel rond met de wijzers van de klok mee, en nemen nooit afstand meer dan 6. 
Laat de laagste kaart zitten en neem de hoogste kaart weg.

Dan moet je dus vanaf de kaart die je te zien krijgt hoogstens 6 plaatsen met de wijzers van de kaartenklok meedraaien om bij de onbekende kaart te komen.

Hoe geven we het getal 6 aan?

Dat doen we met de drie andere kaarten.
We noemen de natuurlijke opklimmende volgorde van de kaarten  §2,§3,...,§A,¨2,¨3,...,¨A,©2,©3,...,©A,ª2,ª3,...,ªA.
Van de drie kaarten is de kleinste nummer 1, de middelste nummer 2, en de grootste nummer 3.
Dan kunnen we de getallen  123, 132, 213, 231, 312 en 321 maken om de cijfers 1,2,3,4,5  en 6 mee aan te geven, en daarmee de ontbrekende kaart.

voorbeeldje;

We krijgen als goochelaar van onze assistent de volgende vier kaarten (leesvolgorde)

Dan is de ontbrekende dus een schoppen.
De laatste drie kaarten zijn 231 dus dat is afstand 4 vanaf schoppen acht.
Het is daarom  schoppenvrouw geweest.

Trouwens; er zit nog steeds "ruimte" in dit coderingssysteem: we zouden het zelfs met een deck van maximaal 124 kaarten kunnen!
Een mogelijk "coderingssysteem daarvoor zou het volgende zijn.
1. Nummer de kaarten 0 tm 123.
2. Rangschik de vijf kaarten zo dat  K0 < K1 <  K2 < K3 < K4
3. Bereken S = (K1 + K2 + K3 + K4 + K5) mod 5,   en haal die kaart straks weg.
4. Stel dat de overgebleven kaarten optellen tot P (mod 5),
dan is de verborgen kaart gelijk aan  ( -S + P) mod 5
5. Hernummer de overgebleven kaarten (zonder de 4) van 0 tm 119.
De verborgen kaart's nieuwe nummer is dan gelijk aan -P (mod 5)
6. Daar zijn dus nog 24 mogelijkheden voor, en al die 24 mogelijkheden kun je weergeven door een permutatie van de 4 kaarten die je teruggeeft.