Deze keer maar eens een bewijs met volledige inducttie:
       
1. Als K = 1 dan is de hele graaf gelijk aan K en is  V = 0  dus inderdaad is dan  V = K - 1
       
2. Stel dat de stelling klopt voor alle bomen met minder dan K knooppunten.

Neem, aan dat G zo'n boom is, en dat AB een route uit G is.
Dus als je AB weglaat uit G is de overblijvende graaf (G - AB) niet meer samenhangend, maar valt uit elkaar in twee componenten G1 en G2 die elk apart wel weer bomen zijn.
V(G) = V(G1) + V(G2) + 1    (die ene is natuurlijk AB)
V(G) = K(G1) - 1 + K(G2) - 1 + 1   (want voor G1 en G2 geldt de stelling)
V(G) = K(G1) + K(G2) - 1
V(G) = K(G) - 1
Dus de stelling geldt dan ook voor graaf G.