|
|||||||
|
|
||||||
cos2α
= 2cos2α - 1 dus
2cos2α = 1 + cos2α
schakel over van α op 1/2α dan vind je 2cos2(1/2α) = 1 + cosα ......(1) dus √2cos(1/2α) = √(1 + cosα) Daarmee is de teller veranderd, en hebben we de tussenstand: |
|||||||
|
|||||||
(1) geeft
cosα = 2cos2(1/2α)
- 1 en ook cosβ = 2cos2(1/2β)
- 1 Dan wordt de noemer: √( 2cos2(1/2α) - 1 - 2cos2(1/2β) + 1) = √(2cos2(1/2α) - 2cos2(1/2β)) = √2 • √(cos2(1/2α) - cos2(1/2β)) Dat geeft de volgende tussenstand (die √2-factoren vallen tegen elkaar weg): |
|||||||
|
|||||||
We gaan nu een
substitutie toepassen. Altijd leuk. Neem u = sin(0,5α)/sin(0,5β) |
|||||||
• | Dan is sin(1/2α)
= u • sin(1/2β)
Dus is cos2(1/2α) = 1 - sin2(1/2α) = 1 - u2 sin2(1/2β) en die gaan we in de noemer vervangen, en dan schrijven meteen ook cos21/2β als 1 - sin21/2β. |
||||||
• | Verder is du = 1/2 • cos(0,5α)/sin(0,5β) • dα dus dα = du • 2sin(0,5β)/cos(0,5α) | ||||||
• | de grenzen 0 en β veranderen in 0 en 1. | ||||||
Op naar de volgende tussenstand: | |||||||
|
|||||||
Daar valt van alles weg, en we houden een bekende integraal over: | |||||||
|
|||||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |