|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
|
Cilindercoördinaten. |
|
|
|
|
Eerst even een
superkorte herhaling van poolcoördinaten, waant daar lijkt deze les
nogal verdacht veel op.
Poolcoördinaten was een andere manier om de plaats van een punt in een
vlak aan te geven. Niet zoals "gewoonlijk" met een x-coördinaat
en een y-coördinaat, maar met en r-coördinaat en een
φ-coördinaat, waarbij r de afstand tot
de oorsprong is, en j de hoek met de
positieve x-as. Dat ziet er zó uit: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Vooral als het ging
om problemen met cirkelvormen erin dan was het vaak handig om
poolcoördinaten te gebruiken in plaats van "gewone" (rechthoekige)
coördinaten. |
|
|
|
|
Wanneer het gaat om
ruimtecoördinaten waarvan één van de drie aanzichten ook cirkelvormen
bevat, dan werken zogenaamde "cilindercoördinaten" soms handiger dan
rechthoekige coördinaten.
Dat ziet er zó uit: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Daar in de bodem
gebruiken we gewoon poolcoördinaten, alleen is er nu een z-coördinaat
aan toegevoegd om een derde dimensie te krijgen.
Ik hoop dat je direct ziet dat het verband tussen rechthoekige
coördinaten en cilindercoördinaten is: |
|
|
|
|
x = rcosφ,
y = rsinφ en
z = z |
|
en andersom: |
r2 = x2
+ y2 ,
φ
= arctan(y/x) en
z = z |
|
|
|
|
|
Die
φ is een eikeltje:
Kijk wel goed uit of de arctan-functie wel de goede waarde van
φ geeft). De standaard arctan-functie geeft
namelijk altijd een waarde tussen -1/2π
en 1/2π
dus soms moet je er nog
π bij optellen om de goede
φ
te krijgen! Maak een schets!
Verder kun je natuurlijk die
φ nog kiezen
plus of min een aantal keer 2π.
Cilindercoördinaten werken vooral erg handig als het gaat om problemen
met een as van symmetrie (die we dan uiteraard als z-as nemen).
Zo is de vergelijking van de cilindermantel in rechthoekige coördinaten
gelijk aan x2 + y2 =
c2 maar in cilindercoördinaten is die
vergelijking veel eenvoudiger: r = c, that's
all!! |
|
|
|
|
En de dubbele
kegelmantel hiernaast met als as de z-as heeft in
rechthoekige coördinaten de vergelijking x2 +
y2 = z2
Maar in cilindercoördinaten is het gewoon z =
± r
Een stuk makkelijker.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Verander de coördinaten van de volgende punten
van rechthoekige naar cilindercoördinaten. Rond indien nodig de
hoeken af op twee decimalen. |
|
|
|
|
|
a. |
A = (2, -4, 6) |
|
|
|
|
|
|
b. |
B = (1, 1, 1) |
|
|
|
|
|
|
c. |
C = (3, 4, -2) |
|
|
|
|
|
2. |
Verander de
coördinaten van de volgende punten van rechthoekige naar
cilindercoördinaten: |
|
|
|
|
|
a. |
A = (2,
2/3π,
1) |
|
|
|
|
|
|
b. |
B = (1,
5/4π,
4) |
|
|
|
|
|
|
c. |
C = (6,
1/2π,
-6) |
|
|
|
|
|
3. |
Schets de
vlakken met de gegeven vergelijking in cilindercoördinaten: |
|
|
|
|
|
a. |
φ = 1/4π |
|
|
|
|
|
b. |
r =
5 |
|
|
|
|
|
c. |
z =
9 - r2 |
|
|
|
|
|
Integralen met cilindercoördinaten. |
|
|
|
|
Als je vermoedt dat
je een drievoudige integraal makkelijk met cilindercoördinaten kunt
oplossen (omdat de figuur de z-as als symmetrieas heeft),
integreer dan éérst over z. Dan houd je daarna nog het
bovenaanzicht over, en dat is een integraal over r en
j over, en die kun je net zo
berekenen als we al met poolcoördinaten deden.
Denk om de Jacobiaan: dx • dy = r •
dr • dφ |
|
|
|
|
Integreren met
cilindercoördinaten: |
• |
integreer éérst over z. |
• |
integreer dan het bovenaanzicht met
poolcoördinaten: dx • dy = r • dr
• dφ |
|
|
|
|
|
|
Voorbeeld.
Bereken de integraal van de functie f(x, y,
z) = z • (x2 + y2)
over het blauwe lichaam hiernaast.
z loopt van 0 tot 4 |
|
|
En nu houden we in
het bovenaanzicht een integraal over voor r van 4 tot 6 en
φ van 1/4π
tot 1/2π
van de functie 8r2 : |
|
Nou, zo werkt dat
dus..... |
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Bereken de integraal
van f(x, y, z) = 2z
over de gekleurde kegel hiernaast.
(de kegelmantel heeft zoals je in de figuur ziet vergelijking
z = √(x2
+ y2) en loopt van z = 0 tot z =
8)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|