|
|||||
Een paar veelvoorkomende constructies. | |||||
Deze les geen nieuwe theorie, we bekijken een aantal veelvoorkomende constructies (waarvan we sommigen al eerder tegenkwamen). Je kunt op de plaatjes clicken om de constructies te zien. | |||||
constructie 1. |
|||||
A en B liggen in vlak
α, C ligt in vlak
β. Construeer de
snijlijnen van vlak ABC met
α en
β. De snijlijn met vlak α is uiteraard de lijn AB. AB snijdt de snijlijn van α en β in S. SC is de andere gezochte snijlijn. |
|
||||
constructie 2. Het snijpunt van een lijn l en een vlak α. Teken een hulpvlak H waar de lijn in ligt (een handige ligging daarvan hangt meestal af van de "rest van de figuur"). Teken de snijlijn van H en α. Het gezochte punt is het snijpunt van die snijlijn met lijn l. |
|
||||
constructie 3. |
|
||||
A ligt in vlak
α, B en C liggen in
vlak
β. l is de lijn door A en B. m is de lijn door C evenwijdig met l. Construeer het snijpunt van m met α. De lijn door B en C snijdt de snijlijn van α en β in punt P. Het snijpunt van PA met lijn m is het gezochte punt. |
|||||
constructie 4. |
|||||
We hebben een punt P
en twee kruisende lijnen l en m. Construeer een nieuwe lijn door P die l en m beiden snijdt. Teken vlak α door l en P. Teken vlak β door P en m. De snijlijn van α en β is de gezochte lijn. |
|
||||
NB. In dit geval zijn er een paar speciale uitzonderingen: | |||||
Als l en m
de snijlijn s beiden snijden, dan is s de gezochte lijn,
dat is het "normale" geval hierboven. Als P al op l ligt, dan zijn alle lijnen in β die door P gaan goed. Als l of m evenwijdig aan s zijn, dan is er geen lijn te vinden. |
|||||
constructie 5. |
|||||
Construeer door een
gegeven punt P een vlak dat evenwijdig is aan twee gegeven kruisende
lijnen l en m. Teken een lijn door P evenwijdig aan m. Teken een lijn door P evenwijdig aan l. Dan heb je twee snijdende lijnen en die vormen samen het gezochte vlak. Hiernaast zie je een voorbeeld, met voor het gemak een balk eromheen getekend. |
|||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |