|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kruskal-Wallis toets. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deze toets kun je
gebruiken als er meer dan twee groepen zijn waarvoor een bepaalde
grootheid is gemeten (bij precies twee groepen gebruik je de
Wilcoxon-toets). Daarbij is het niet noodzakelijk dat er iets bekend is
over de verdeling van die gemeten grootheid: de toets is
parametervrij. Een waardeloze toets. De toets zegt alleen OF er minstens één van de groepen significant afwijkt van de anderen. WELKE dat is, is na afloop nog onbekend: je zou om daar achter te komen vervolgens alle groepen per paar kunnen toetsen met een Wilcoxon-toets. Maar goed, dan kun je eigenlijk net zo goed direct alle groepen twee-aan-twee testen..... Eigenlijk is de Kruskall-Wallis toets dus een vrij waardeloze toets. Zo, dat is een lekker didactisch verantwoord begin van deze les...... Hoe werkt deze waardeloze toets? |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
stap 1. | Zet alle n
meetwaarden van alle groepen samen op volgorde van klein naar groot, en
geef ze een score van 1 tm n. Bij gelijke stand moet je de scorepunten verdelen. De gemiddelde score van al die n meetwaarden is dan 0,5(n + 1), en die noemen we sgem. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
stap 2. | Bereken voor elke
groep de gehaalde gemiddelde score, die noemen we si Bereken vervolgens voor iedere groep ni • (si - sgem)2 Tel al deze gevonden getallen bij elkaar op, dat noemen we Sgroepen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
stap 3. | Tel nu van alle afzonderlijke metingen alle (s - sgem)2 bij elkaar op. Noem dit Stotaal | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
stap 4. | Bereken de toetsgrootheid T = (n - 1) • Sgroepen/Stotaal | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
stap 5. | Voor kleinere waarden
van n moet je tabellen gebruiken om de kritieke waarden voor Tn
te vinden. Die zijn er tot n ongeveer 35. Maar voor elke
combinatie van groepsgroottes zijn er aparte tabellen nodig. Voor grotere waarden van n (vanaf ongeveer minstens 5 metingen per groep) volgt T een χ2-verdeling met vrijheidsgraden: df = aantal groepen - 1. Dan kun je daar de kritieke waarde vinden. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De tabellen voor kleine groepen kun je vinden bij: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• | Voor drie groepen tot maximaal 35 per groep HIER (een pdf van 196 bladzijden!). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• | Voor vier groepen tot maximaal 10 per groep HIER (een pdf van 19 bladzijden). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(bron:
Meyer, J. P., & Seaman, M. A. (2014). A comparison of the exact Kruskal-Wallis distribution to asymptotic approximations for all sample sizes up to 105. Journal of Experimental Education, 81(2), 139-156. Meyer, J. P., & Seaman, M. A. (2008). Expanded table of the Kruskal-Wallis statistic. Retrieved from http://www.faculty.virginia.edu/kruskal-wallis/. ) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• | Voor vijf groepen tot maximaal 3 per groep HIER. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• | Voor vier even grote groepen tot maximaal 25 per groep HIER. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• | Voor vijf even grote groepen tot maximaal 25 per groep HIER. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• | Voor zes even grote groepen tot maximaal 25 per groep HIER. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
stap 6 | Als onze gemeten T groter is dan de kritieke waarde (uit de tabel of de χ2-verdeling), dan is er een significant verschil: er is dan minstens één groep verschillend van de anderen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een waardeloos voorbeeld. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van vier basisscholen is het gewicht van een aantal kinderen uit groep 8 gemeten. Dat gaf de volgende meetwaarden (gewichten in kg): | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ai! Die Witte-Olifanters lijken wel wat zwaar! Zouden ze significant zwaarder zijn? Laten we dat onderzoeken met een significantieniveau α = 0,05. Eerst maar eens alles op volgorde zetten en een score geven: |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De gemiddelde score is 0,5 • 41 = 20,5 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voeg een rij (s - 20,5)2 toe: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De totaalscore is de
som van die onderste rij: Stotaal =
5307 Groepsscores: De Rank: som 170, dus s = 17 en 10 • (17 - 20,5)2 = 122,5 De Petteflet: som 195,5, dus s = 19,5 en 10 • (19,5 - 20,5)2 = 10 De Witte Olifant: som 253.5, dus s = 25,35 en 10 • (25,35 - 20,5)2 = 235,225 't Palet: som 201, dus s = 20,1 en 10 (20.1 - 20.5)2 = 1,6 De groepensom wordt dan Sgroepen = 122,5 + 10 + 235,225 + 1,6 = 369,325 T = 39 • 369,325/5307 = 2,71 De tabel van kritieke waarden geeft bij 4 groepen van 10 en α = 0,05 een kritieke waarde van 7,586 Onze gevonden T-waarde is kleiner dan de kritieke waarde dus we nemen H0 aan: er is geen verschil tussen de groepen. (merk nog even op dat de χ2-waarde bij 3 vrijheidsgraden gelijk is aan 7,81 en dat dat al aardig in de buurt van die 7,586 zit). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |