Schrijf zonder haakjes, en
vereenvoudig zoveel mogelijk:
a.
d.
b.
e.
c.
f.
Bij de introductie
van een nieuw artikel op de markt wordt er eerst niet zo heel veel van
verkocht, maar in de loop van de tijd wordt dat meestal steeds meer
dankzij o.a. naamsbekendheid via reclames.
Uiteindelijk zal er een stabiele verkoop plaatsvinden als het product
zijn "plaats op de markt" heeft veroverd.
Het is daarvoor meestal wel nodig om reclame te blijven maken.
Voor het aantal artikelen dat er per week van een bepaald product
wordt verkocht in deze stabiele situatie blijkt te gelden:
Daarin is
A het aantal verkochte producten per week,
R het aantal euro dat aan reclame wordt besteed (in
honderden euro's)
p de prijsindex: dat is hoeveelste deel de gevraagde prijs is
vergeleken met de gemiddelde prijs voor vergelijkbare producten.
a.
Als men voor dit
product een prijsindex van 0,9 zou gebruiken dan worden er 800 producten
per week verkocht.
Bereken hoeveel geld men dan aan reclame besteedt.
b.
Als men een
prijsindex van 1,1 hanteert kan de formule worden herschreven als:
A = .... × ÖR
Geef deze
herleiding. Geef daarbij het getal op de puntjes in twee decimalen.
Voor de opbrengst
voor een landbouwer van een maïsveld in een seizoen geldt ongeveer de
volgende formule:
O = 15 ×
m -
420
Daarin is O de opbrengst in euro's en m de
oppervlakte in m2 .
a.
Als de oppervlakte
groter wordt, dan wordt de opbrengst per m2
(A) ook hoger.
Leg met de formule voor O uit waarom dat zo is.
b.
Bereken vanaf welke
oppervlakte de opbrengst per m2 hoger is dan €28 per m2.
c.
Schrijf de formule
voor de opbrengst per m2 in de vorm A =
a - b/m