|  |  | 
    
      | 
        
          
            | hoek | 11/6π | 11/4π | 11/3π | 11/2π | 12/3π | 13/4π | 15/6π | 2π | enz. |  
            | sinus | -1/2 | -1/2√2 | -1/2√3 | -1 | -1/2√3 | -1/2√2 | -1/2 | 0 | enz. |  | 
    
      |  |  | 
    
      | Bij hoeken groter dan 2π
        of kleiner dan 0 gaat dit hele proces zich herhalen. Als we de hoek nu zien als x en de bijbehorende sinus als y dan
        kunnen we van deze tabel een grafiek tekenen.
 | 
    
      |  | 
    
      | Hiernaast zie je hoe een punt P van de eenheidscirkel
        (links) een punt van de grafiek oplevert (rechts). De groene pijl (de hoek bij de eenheidscirkel) is nu gelijk geworden aan
        de x-coördinaat van het punt van de grafiek.
 Het rode lijntje geeft de grootte van de sinus bij die hoek en is dus de
        y in de rechtergrafiek.
 
 |  | 
    
      | Hieronder gebeurt dat in een plaatje voor een
        heleboel verschillende punten P: | 
    
      |  | 
    
      |  
 | 
    
      |  |  | 
    
      | Het levert de  grafiek van y = sinx op. Denk eraan dat
      deze grafiek naar links en naar rechts alsmaar doorloopt. Hier is alleen
      het deel getekend dat hoort bij hoeken tussen 0 en 2π
      radialen. | 
    
      |  | 
    
      | De cosinusgrafiek gaat op
        precies dezelfde manier. Nu moet je alleen nog het blauwe lijnstukje
        rechtop zetten om de y van de grafiek te krijgen, zoals hiernaast
        te zien is. 
 |  | 
    
      |  |