|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
|
|
|
Van toenamendiagram naar grafiek. |
|
Deze les gaan we
bekijken hoe je een grafiek kunt schetsen als je een toenamendiagram
hebt.
Nou daar kunnen we kort over zijn: Dat kan niet!!
Waarom niet?
Daar zijn twee redenen voor.
Reden 1.
Een toenamendiagram zegt alleen maar hoeveel een grafiek
verandert
en niet hoe hoog de grafiek is. De volgende grafieken hebben
allemaal exact hetzelfde toenamendiagram, ze zijn alleen verticaal ten
opzichte van elkaar verschoven. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Om een grafiek te
schetsen zul je toch ergens een vast punt van die grafiek moeten hebben. |
|
|
|
|
Reden 2.
Als je weet hoeveel een grafiek tussen twee x-waarden is
toegenomen of afgenomen geeft dat alleen het totaal resultaat tussen die
twee x-en, en het zegt niets over de manier waarop dat tot stand
is gekomen. De volgende grafieken hebben tussen x = 4 en x
= 5 allemaal een toename van 4. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Dat is de reden dat
er in opgaven steeds staat "teken een
mogelijke
grafiek" |
|
|
|
|
Het tekenen. |
|
|
|
|
Neem het
toenamendiagram hiernaast en stel dat je weet dat de grafiek door het
punt (4, 6) gaat.
Dan kun je aan die drie blauwe stokjes van links naar rechts zien:
tussen 4 en 5 stijgt de grafiek 2, dus hij gaat
door (5, 8)
tussen 5 en 6 daalt de grafiek 1, dus hij gaat door (6, 7)
tussen 6 en 7 daalt de grafiek 2, dus hij gaat door (7, 5)
Bedenk goed dat zo'n stokje dus zegt wat er met de grafiek gebeurd is
vanaf het vorige punt.
Dan kun je aan die rode stokjes van rechts naar links zien:
tussen 3 en 4 is de grafiek 3 gestegen, dus hij
ging door (3, 3)
tussen 2 en 3 is de grafiek 5 gestegen dus hij ging door (2, -2)
tussen 1 en 2 is de grafiek 1 gedaald, dus hij ging door (1, -1)
tussen 0 en 1 is de grafiek 2 gedaald, dus hij ging door (0, 1) |
|
|
Dat geeft de punten
(0, 1)(1, -1)(2, -2)(3, 3)(4, 6)(5, 8)(6, 7)(7, 5). Hieronder zie
je die punten met een mogelijke grafiek erdoor. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
OPGAVEN. |
|
|
|
|
1. |
Hiernaast staat het toenamendiagram
van een functie f.
Schets een mogelijke grafiek voor deze
functie, als je weet dat hij door (5,12) gaat. |
|
|
|
|
|
2. |
Schets mogelijke grafieken bij de toenamendiagrammen hieronder. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
examenvraagstuk HAVO wiskunde
B, 2017-II
Een school heeft een grote hoeveelheid zonnepanelen
op het dak staan.
In het jaar 2011 was de elektriciteitsopbrengst van deze
zonnepanelen in totaal 45000 kWh, waarvan 520 kWh in de maand
december.In het toenamediagram in de figuur zijn de gegevens
van het eerste halfjaar van 2012 verwerkt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Uiteindelijk bleek dat in het jaar 2012 5000 kWh
minder elektriciteit werd geproduceerd dan in 2011.
Bereken hoeveel elektriciteit er in het tweede
halfjaar van 2012 is geproduceerd. Geef je eindantwoord in honderden
kWh nauwkeurig. |
|
|
|
|
4. |
Meneer de
Groot heeft op 5 september aandelen gekocht. Zijn aandelenpakket
bestaat uit 20 aandelen Unilever en 40 aandelen Philips.
Op het moment van aankoop (5 september dus) waren de aandelen Unilever €53,80 per stuk en
de aandelen Philips €43,74 per stuk.
Zijn hele pakket had dus een aankoopwaarde van €2825.60
Hieronder
zie je in één figuur twee toenamendiagrammen van de waarde van deze aandelen met
t = 0 op 1 september (t in dagen). De toenamen zijn in
eurocenten. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Wat was de
waarde van een aandeel Philips op 1 september? |
|
|
|
|
|
b. |
Hoeveel procent is de totale waarde van het pakket van meneer de Groot
toegenomen op 10 september? |
|
|
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|