© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

       
1. Examenvraagstuk VWO Wiskunde A, 2001.
       
  De grafiek hieronder is afkomstig uit een handboek voor wedstrijdschaatsen. In die grafiek is te zien dat bij wedstrijden op de 500 meter er bij benadering een lineair verband is tussen de tijd over de eerste 100 meter (de openingstijd) en de tijd over de hele rit (de eindtijd).
       
 

       
  Een sportcommentator wil een lineaire formule hebben om op grond van de openingstijd een voorspelling van de eindtijd te berekenen. Hij tekent daartoe een rechte lijn in de figuur hierboven die zo goed mogelijk past bij al deze punten.
Teken in de figuur hierboven een dergelijke lijn en stel de bijbehorende formule op.
       
2. Examenvraagstuk HAVO Wiskunde A, 2015.

Op de website supersnelcash.nl kun je geld lenen. Supersnelcash vermindert het door jou aangegeven bedrag direct met de behandelingskosten. Je moet dus een hoger bedrag aangeven dan het bedrag dat je echt wilt lenen.
In onderstaande tabel zie je bijvoorbeeld dat je maar €243,90 op je bankrekening krijgt als je een bedrag van €300,00 aangeeft. Supersnelcash rekent hiervoor namelijk €56,10 aan behandelingskosten. Deze behandelingskosten zijn (recht) evenredig met het geleende bedrag. Daarnaast stuurt Supersnelcash je een sms’je ter bevestiging. Dat sms’je kost je nog eens €1,50. De totale kosten K zijn in dit voorbeeld dus €57,60.
       
 
aangegeven
bedrag
(in euro)
bedrag L dat
geleend wordt
(in euro)
behandelingskosten
(in euro)
kosten sms'je
(in euro)
100,00 81,30 18,70 1,50
300,00 243,90 56,10 1,50
400,00 325,20 74,80 1,50
500,00 406,50 93,50 1,50
       
  Er is bij Supersnelcash een lineair verband tussen de totale kosten K in euro en het geleende bedrag L in euro dat de klant op zijn bankrekening krijgt.
Er geldt dus: K =  a  • L  + b
Bereken a en b. Rond je antwoorden zo nodig af op twee decimalen.
     

 0,23 en 1,50

       
3. Om te weten hoeveel naaigaren er op een klosje zit kun je het klosje wegen. Er bestaat een lineair verband tussen het totale gewicht G in grammen en de lengt L van het garen in meters.
Op een vol klosje zit 100 meter garen.
Een klosje met 40 meter garen weegt 56 gram en een klosje met 80 meter garen weegt 76 gram.
Hoeveel weegt een vol klosje?
     

 86 gram

4. Examenvraagstuk HAVO Wiskunde A, 2021-II.
       
  We bekijken een wiskundig model dat het verband geeft tussen de leeftijd van Nederlandse jongens en hun (gemiddelde) lengte op die leeftijd. Dit model gaat uit van drie fases: de kleutertijd (0-3 jaar), de kindertijd (3-10 jaar) en de puberteit (vanaf 10 jaar). Zie de figuur.
       
 

  Tijdens de kindertijd neemt de lengte nagenoeg lineair toe. Je kunt dus voor de kindertijd een formule geven waarbij je de lengte L (in centimeter) uitdrukt in de leeftijd t (in jaren).
Stel deze formule op. Geef de getallen in je formule in één decimaal.
       
       
     

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)