|
|
|
OPGAVEN |
|
|
|
1. |
De firma SPA maakt met citroen drie
verschillende frisdranken.
Dat zijn de smaken lemon en
citroen-cactus en druif-citroen.
Voor een fles lemon heeft men alleen citroenen nodig. In
een fles citroen-cactus zit citroen en cactus in
verhouding 1 : 1. en in een fles druif-citroen zitten druiven en
citroenen in verhouding 1 : 2.
Elke dag heeft men de beschikking over 12000 kg citroen,
3000 kg cactus en 3500 kg druiven.
Verder bevat elke fles frisdrank in totaal evenveel fruit.
Stel dat men x kg lemon en y kg
citroen-cactus en z kg druif-citroen wil produceren.
Dan zijn de beperkende voorwaarden:
|
6x + 3y + 4z
≤ 72000
y ≤ 6000
z ≤ 10500 |
|
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Toon aan dat dat klopt, en teken het
toelaatbare gebied. |
|
|
|
|
De opbrengst van een fles lemon is
€0,55 en van een fles
citroen-cactus €0,30 en van een fles druif-citroen €0,40. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken de maximale dagopbrengst. |
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Een groothandelaar in groenten en
fruit verkoopt drie soorten bananen; de Cavendish, de
Bakbanaan en de Rode banaan. Hij koopt ze kant en klaar in in
kisten en verkoopt ze ook alleen per kist. De Cavendish zit in
kisten van 20 kg, de Bakbanaan in kisten van 15 kg en de Rode
Banaan in kisten van 25 kg.
Zijn voorraad op dit moment is: 2000 kg Cavendish, 3000 kg
Bakbanaan en 2500 kg Rode Banaan.
Een klant bestelt een vrachtwagen met bananen bij de
groothandelaar. De vrachtwagen van de groothandelaar kan
maximaal 6000 kg bananen vervoeren.
Hoeveel kisten van welke soort de handelaar brengt mag hij
voorlopig zelf weten. |
|
|
|
|
|
Stel beperkende voorwaarden op en teken een
toelaatbaar gebied. |
|
|
|
|
3. |
Een boer verkoopt drie soorten
aardappels, laten we ze voor het gemak soort A, B en C noemen.
Soort A wordt verkocht in kisten van 17 kg, soort B in kisten
van 10 kg en soort C in kisten van 25 kg.
Voor iedere soort heeft de boer een onbeperkt aantal kisten tot
zijn beschikking.
Van soort A heeft hij nog slechts 3400 kg in voorraad, van de
soorten B en C ruimschoots genoeg.
De boer heeft een vrachtwagen waarop hij maximaal 5000 kg
aardappels kan vervoeren.
Een klant bestelt een vrachtwagen vol aardappels. De klant wil
maximaal 300 kisten, maar hoeveel van elke soort dat mag de boer
zelf weten. |
|
|
|
|
|
a. |
Stel de beperkende voorwaarden die
bij dit probleem horen op. |
|
|
|
|
|
b. |
Het toelaatbare gebied ziet eruit als in de
figuur hiernaast.
Bereken de coördinaten van het roosterpunt binnen het
toelaatbare gebied dat het dichtst bij punt P ligt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
c. |
Als de klant niet maximaal 300 kisten bestelt
maar precies 300, dan wordt het toelaatbare gebied een plat
vlak. Teken zo'n mogelijk toelaatbaar gebied en bereken het
hoogst aantal kg dat de boer in dat geval kan verkopen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Een hondentrainer wil drie rassen
honden gaan africhten, en dat zijn Retrievers, Boxers en
Herdershonden.
Voor de aankoop van de jonge honden heeft hij
€1600,- tot zijn
beschikking. Een Retriever kost €80,-
een Boxer kost €40,- en een
Herder kost €100,-.
Hij zal de honden voor een periode van 4 maanden verzorgen en
africhten en daarna verkopen.
Dat onderhoud (voedsel, ruimte, inentingen e.d.) kost voor een
Retriever in totaal €600,
- voor een Boxer €400,- en
voor een Herder €400,-
Voor dat onderhoud heeft hij maximaal €12000,-
gereserveerd.
Uiteindelijk verwacht hij elke afgerichte Retriever te
verkopen voor €980,-
elke Boxer voor €700,- en
elke Herder voor €850,- |
|
|
|
|
|
|
a. |
Stel beperkende voorwaarden op en
teken een toelaatbaar gebied. |
|
|
|
|
|
|
b. |
Wat is het maximale aantal honden
dat de trainer kan gaan africhten? |
|
|
|
|
|
c. |
Wat is het maximale winst die de
trainer uiteindelijk met al deze afgerichte honden kan krijgen? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
In een fabriek worden de
producten A, B en C gemaakt. Daarbij worden de machines I, II en III
gebruikt. Het aantal uren dat de machines nodig zijn bij de productie
van één product staat in de volgende tabel: |
|
|
|
|
|
|
|
A |
B |
C |
machine I |
1 |
3 |
1 |
machine II |
1 |
2 |
2 |
machine III |
2 |
3 |
1 |
|
|
|
|
|
|
|
Beschikbaar zijn per
maand: machine I maximaal 450 uren, machine II maximaal 510 uren
en machine III maximaal 600 uren. De winst die uiteindelijk gemaakt
wordt op de producten A, B en C is achtereenvolgens
€100,- en
€110,- en
€120,- |
|
|
|
|
|
|
a. |
Door omstandigheden wordt artikel C niet
gemaakt in een bepaalde maand. Bepaal de maximale winst in die maand. |
|
|
|
|
|
|
b. |
Teken het toelaatbare gebied als alle drie
de producten worden gemaakt. Bereken de coördinaten van de hoekpunten
en bepaal weer de maximale winst. |
|
|
|
|
|
6. |
Een cementfabriek maakt twee
soorten cement: A en B.
Voor de cementproductie zijn de grondstoffen zand en water het
belangrijkst. Per ton cement A zijn 2 eenheden zand nodig terwijl per
ton cement B één eenheid zand nodig is. In totaal beschikt men over 24
eenheden zand.
Per ton cement A gebruikt de fabrikant 500 liter water, en per ton
cement B is 300 liter water nodig. Er kunnen maximaal 5100 liter water
gebruikt worden.
De maximale vervoerscapaciteit is 24 eenheden. Daarbij zijn voor het
vervoer van een ton A 2 eenheden vervoerscapaciteit nodig, en voor een
ton B zijn 3 vervoereenheden nodig.
Per ton A krijgt men uiteindelijk €4000,- en per ton B
€3000,- |
|
|
|
|
|
|
a. |
Stel beperkende voorwaarden op
en teken het toelaatbare gebied. |
|
|
|
|
|
|
b. |
Bij welk productieschema is de
opbrengst maximaal? |
|
|
|
|
|
|
c. |
Een eenheid zand kost
€300,-
en een liter water kost €0,50.
Het vervoer per ton A kost €300,- en per ton B
€800,-
Bij welke productie is de winst maximaal? |
|
|
|
|
|
|
Voor de lokale markt gaat de
fabrikant een derde soort (C) cement maken. Voor deze soort zijn per ton
2 eenheden zand en 300 liter water nodig. De totale beschikbare
hoeveelheden water en zand veranderen niet.
Het productieproces moet wel aangepast worden, met dien verstande dat
hoogstens 6 ton van soort A geproduceerd kan worden, terwijl de soorten
B en C in principe onbeperkt geproduceerd kunnen worden.
Omdat C voor de lokale markt bestemd is hoeft het niet vervoerd te
worden.
De opbrengst per ton cement C is €2000,- |
|
|
|
|
|
|
d. |
Hiernaast staat het nieuwe toelaatbare
gebied getekend.
Daarbij is A = (6,0,0) en C = (0,8,0) en I = (0,0,12) en G =
(3,6,6) en
F = (6,4,3)
Geef van elk grensvlak van de figuur aan bij welke beperkende voorwaarde
het hoort. |
|
|
|
|
|
e. |
Hoe groot is de maximale opbrengst? |
|
|
|
|
|
|
|
|
7. |
De B.V.
"Vermogensgroei" is een beleggingsfirma die zich heeft
toegelegd op het beheren van privé vermogens. Een nieuwe cliënt heeft
de BV verzocht om een bedrag van maximaal 15000 voor één jaar te
beleggen De cliënt wil dat het geld belegd wordt in de drie fondsen
"Divi" en "Coup" en "Opti". Dit zijn drie
beleggingsmaatschappijen waarvan de aandelen ter beurze genoteerd staan.
Divi belegt alleen in aandelen van industriële ondernemingen. Coup
belegt hoofdzakelijk in staatsobligaties, en Opti belegt voornamelijk in
opties.
De research afdeling van Vermogensgroei heeft de volgende gegevens
beschikbaar: |
|
|
|
|
|
|
Fonds |
koers
per aandeel |
verwachte opbrengst
per aandeel |
risico-index
per aandeel |
Divi |
12 |
3 |
0,50 |
Coup |
50 |
5 |
0,25 |
Opti |
10 |
1,5 |
0,20 |
|
|
|
|
|
|
|
De risico-index geeft een
beoordeling van de relatieve verhoudingen voor de drie
beleggingsalternatieven. Door het stellen van een limiet aan het totale
risico van de beleggingsportefeuille voorkomt Vermogensgroei dat er
teveel geld belegd wordt in potentiële beleggingen die weliswaar een
hoge opbrengst hebben maar ook veel risico met zich mee brengen.
Met de nieuwe cliënt, die een zo hoog mogelijk rendement wil tegen
aanvaardbare risico's, wordt afgesproken dat de totale risico-index van
de hele portefeuille niet meer mag zijn dan 425. Bovendien is er een
limiet gesteld van maximaal 600 aandelen Divi en maximaal
1200
aandelen Opti. |
|
|
|
|
|
|
a. |
Stel dat er precies
15000 belegd gaat
worden. Stel dan beperkende voorwaarden op, teken een toelaatbaar gebied
en bepaal de optimale beleggingsstrategie voor Vermogensgroei. |
|
|
|
|
|
|
b. |
Hoe verandert vraag a) als er niet precies
15000 belegd wordt, maar hoogstens 15000? Los het probleem voor de firma
Vermogensgroei nogmaals op. |
|
|
|
|
|
8. |
Morgen wordt er een braderie
gehouden en bakker Bolletje zal dan traditiegetrouw ambachtelijk
gebakken producten verkopen. Morgen zal hij krentenbollen,
gestelnaartjes en koffiebroodjes gaan verkopen.
De benodigde ingrediënten per bolletje/broodje staan in de volgende
tabel: |
|
|
|
|
|
|
|
meel |
eieren |
gist |
krenten |
Krentenbol |
12 |
2 gram |
0,2 gram |
4 |
Gestelnaartje |
14 |
6 gram |
0,1 gram |
0 |
Koffiebroodje |
10 |
4 gram |
0,1 gram |
4 |
|
|
|
|
|
|
|
De bakker zal vannacht moeten
bakken.
In zijn voorraadkamer heeft hij meer dan genoeg meel, maar er is slechts
180 gram gist, er staan 90 eieren die in totaal 5400 gram wegen. Krenten
zijn er voldoende.
De koffiebroodjes moeten geglazuurd worden, en vanwege de tijd is het
niet mogelijk er meer dan 800 te maken. |
|
|
|
|
|
|
a. |
De bakker wil x
krentenbollen, y gestelnaartjes en z koffiebroodjes gaan
maken. Stel daarvoor beperkende voorwaarden op. |
|
|
|
|
|
b. |
De voorwaarden uit vraag a) leveren een
gebied op dat hiernaast staat getekend. Bereken de coördinaten van de
hoekpunten van dit gebied. |
|
|
|
|
De braderie wordt meestal druk
bezocht en bakker Bolletje verwacht al zijn producten te verkopen. Hij
verdient op een krentenbol 25 cent, op een gestelnaartje 20 cent en op
een koffiebroodje 23 cent. |
|
|
|
|
c. |
Bereken de maximaal haalbare
winst voor de bakker. |
|
|
|
|
|
9. |
Juwelier
Klaas Oosterhof krijgt van de koningin een opdracht om een mooie kroon
te maken met parels, robijnen en diamanten. De prijs van een parel is
€100,-, van een robijn €50,- en van een diamant €50,-. De opdracht
van de koningin luidde als volgt: |
|
|
"Wij willen een kroon van hoogstens 2
kg, met voor niet meer dan €30.000,- aan edelstenen, met
bovendien van elke soort steen hoogstens 300 stuks". |
|
|
|
Zoals
iedereen weet wegen een parel en een robijn elk 2 gram en een diamant 8
gram. |
|
|
|
|
|
|
Hofleverancier
Klaas tekent gauw het toelaatbare gebied bij deze opdracht, en krijgt de
grafiek hiernaast (de gegeven getallen zijn snijpunten op de drie assen) |
|
|
|
|
|
a. |
Stel de
restricties op die bij dit gebied horen en geef aan wat er langs de
assen van de tekening is uitgezet. |
|
|
|
|
b. |
Bereken de coördinaten
van punt P (rechtsboven in het voorvlak van de figuur) |
|
|
|
|
|