1. |
examenvraagstuk HAVO Wiskunde
B, 1993. |
|
|
|
|
|
In 1991 kreeg in
het kader van de Nederlandse meubelprijzen het bijzettafeltje
Cable-Table van Willem Scholtens een eervolle vermelding.
Het bijzettafeltje bestaat uit twee even grote regelmatige piramiden
waarvan alle ribben even lng zijn. De piramiden ABCD en EFGH worden door
zeven stalen kabels van 1 mm dikte bij elkaar gehouden. De piramide EFGH
hangt met de top H naar beneden aan een kabel die verbonden is met de
top D van de piramide ABCD.
Deze verticale kabel is op de tekening hiernaast te zien.
De bovenkant van het tafeltje is van glas.
In de figuur hieronder zie je een deel van het bovenaanzicht. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Voltooi dit bovenaanzicht van de
Cable-Table met de ontbrekende ribben en de kabels. |
|
|
|
|
|
b. |
Geef aan hoe de
ligging is - evenwijdig, snijdend, kruisend - van de kabel AE ten
opzichte van elk van de andere zes kabels. |
|
|
|
|
2. |
examenvraagstuk
HAVO Wiskunde B, 1993. |
|
|
|
|
|
In de kubus
ABCD.EFGH met ribbenlengte 6, die in de figuur hiernaast is
afgebeeld, bevindt zich een ruimtelijk lichaam L.
Van de acht hoekpunten van L zijn er twee tevens hoekpunten van de
kubus, de punten D en F.
De overige zes hoekpunten van L zijn de middens van de zijvlakken
van de kubus. P, Q, R, S, T en U zijn achtereenvolgens de middens
van de vierkanten EFGH, ADHE, ABFE, ABCD, BCGF en CDHG. |
|
|
|
|
|
a. |
Toon aan dat alle ribben van L even lang
zijn. |
|
|
|
|
b. |
Teken het aanzicht in de
richting van de lijn AC van de kubus met daarin het lichaam L. Geef
daarin duidelijk de plaats aan van alle hoekpunten van de kubus en
het lichaam L. |
|
|
|
|
3. |
examenvraagstuk
HAVO Wiskunde B, 1994. |
|
|
|
|
|
Een facetvlieger bestaat uit zes
vierkanten die elkaar doorsnijden: twee grote vierkanten AOBS en
AQBM met zijden van 60 cm en vier kleinere vierkanten CNDT, EPFN,
GPHR en KRLT die alle vier even groot zijn (zie onderstaande
figuur). De vlieger heeft een frame van vier stokken die samen
het vierkant MOQS vormen. Ook AB is met een stok versterkt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
V is het midden van AB. Hieronder is
een begin getekend van het aanzicht van de vlieger in de
richting PV. De vierkanten AOBS, CNDT en GPHR zijn blauw en de
vierkanten AQBM, EPFN en KRLT zijn groen. Het blauwe en het
groene textiel zijn niet doorzichtig. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Voltooi het aanzicht in bovenstaande
figuur en licht je werkwijze toe. |
|
|
|
|
|
b. |
Arceer in het aanzicht de blauwe
delen. |
|
|
|
|
4. |
In een Doe-Het -Zelf winkel staat een
showmodel om verschillende soorten vloerbedekking te laten zien: parket,
laminaat en vinyl. Het showmodel is een kubus ABCD.EFGH (met de
diagonaal BH verticaal) die bij hoek H is afgeknot. Zie de figuur
hieronder. De kubus staat met het afgeknotte gedeelte PQR op een
rechthoekig blok, een zogenaamde sokkel. Zo zijn er 6 grensvlakken
waarop men een vloerbedekking kan laten zien. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De niet-afgeknotte ribben zijn 100 cm lang;
de ribben GP, DQ en ER zijn 80 cm lang. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken de oppervlakte van dat deel van de
afgeknotte kubus dat gebruikt kan worden om de vloerbedekking te laten
zien. |
|
|
|
|
|
In de figuur hiernaast is een begin
getekend van het bovenaanzicht van de afgeknotte kubus. |
|
|
|
|
|
b. |
Maak dit bovenaanzicht af. Zet de letters
D,E,G,P,Q en R erbij. Teken met stippellijnen de ribben die je van
bovenaf niet kunt zien. |
|
|
|
|
5. |
examenvraagstuk
HAVO Wiskunde B, 2002. |
|
|
|
|
|
In de figuur hiernaast is het
model van een zespiramidenvaas te zien. Het model bestaat uit zes
identieke regelmatige driezijdige piramiden. De zes grondvlakken van
deze piramiden (bovenaan in de figuur) liggen in één vlak en vormen
samen een regelmatige zeshoek ABCDEF. De diagonalen AD, BE en CF snijden
elkaar in punt X. De achttien opstaande ribben zijn even lang.
De vaas steunt met de toppen P, Q, R, S en T op de grond. |
|
|
|
|
|
In de linkerfiguur hieronder is een begin
gemaakt van een bovenaanzicht van de vaas. In de rechterfiguur is een
begin gemaakt van een zijaanzicht waarbij de kijkrichting evenwijdig is
met BD.
Beide aanzichten zijn op schaal getekend. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Voltooi de beide aanzichten. Zet alle
letters erbij. |
|
|
|
|
6. |
examenvraagstuk
HAVO Wiskunde B, 2003. Een pijler onder een brug rust op een
betonnen voetstuk. Het voetstuk staat op de grond en bestaat uit twee
delen. Het onderste deel heeft de vorm van een balk, het bovenste deel
ABCD.EFGHKLMN zorgt voor de overgang naar de pijler die achtzijdig is.
Zie de figuur links hieronder |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
In de figuur rechts is een vooraanzicht van
het voetstuk getekend.
In beide figuren zijn de afmetingen gegeven in centimeters.
In de figuur hieronder is een begin
getekend van het bovenaanzicht van het voetstuk op schaal 1 : 10
Maak dit bovenaanzicht af. Zet de letters erbij. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7. |
examenvraagstuk
HAVO Wiskunde B, 2007. Op de foto zie je een
klimtoestel bij basisschool 'De Grundel' in Lelystad. Dit toestel is
opgebouwd uit 16 buizen en 9 metalen bollen. In het verdere verloop van
deze opgave worden de bollen als punten voorgesteld en de buizen als
rechte lijnstukken. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
n de figuur hier
linksonder is het klimtoestel in een denkbeeldige kubus geplaatst met
grondvlak ABCD.
De punten E, F, G en H zijn snijpunten van de zijvlaksdiagonalen.
T is het snijpunt van de diagonalen in het bovenvlak.
In de figuur rechtsonder is een bovenaanzicht (verkleind) van het
klimtoestel weergegeven. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hieronder is lijn AB getekend in een
aanzicht van het toestel waarbij de kijkrichting evenwijdig is aan EG.
Maak dit aanzicht af. Zet alle letters er op de juiste plek bij. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
8. |
examenvraagstuk
HAVO Wiskunde B, 2010. In Enschede staat een klimhal. Zie de foto.
De klimhal heeft de vorm van een balk met een vierkant grondvlak waarvan
aan de bovenkant twee piramides zijn afgehaald. Aan de onderkant, bij de
ingang, ontbreekt een prisma.
In de figuur rechtsonder is een model van de klimhal (zonder de ramen)
in de balk getekend. EN en FN zijn hulplijnen, met N het midden van GH. |
|
|
|
|
|
|
|
|
De volgende gegevens zijn
bekend:
− AM = JK = IL = BE = DF = 5,0 meter;
− AB = BC = CD = AD =15,0 meter;
− CD = AD =15,0 meter;
− AH = CG =16,5 meter;
− AJ = AI = KM = LM = 4,0 meter. |
|
|
|
|
|
|
a. |
Teken op schaal 1 : 250 het
aanzicht in kijkrichting BD van het model van de klimhal. Zet alle
letters op de juiste plaats. Licht je werkwijze met berekeningen toe. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken met behulp van de
gegevens over het model de inhoud van de klimhal. |
|
|
|
|
|
|
|
|
9. |
examenvraagstuk
HAVO wiskunde B, 2016-I |
|
|
|
|
|
Hiernaast zie je twee genummerde blokken
uit een blokkendoos. Deze blokken zijn op elkaar gelegd.
Het vooraanzicht van het bouwwerk in deze figuur is symmetrisch. Het
bouwwerk bestaat uit: |
|
|
- |
blok 1: een prisma met hoogte 5 cm en met als grondvlak
een gelijkbenige rechthoekige driehoek met rechthoekszijden 5 cm; |
|
- |
blok 2: een blok in de vorm van een brug met
buitenafmetingen 5 bij 5 bij 10 cm. |
|
|
|
|
|
Teken op ware grootte het bovenaanzicht van dit
bouwwerk. Licht je werkwijze toe. |
|
|
|
|
10. |
examenvraagstuk
HAVO wiskunde B, 2016-II |
|
|
|
|
|
In Leidsche Rijn staat Het Gebouw, een bouwwerk naar
een idee van kunstenaar Stanley Brouwn. Zie de foto hiernaast.
De vorm van Het Gebouw wordt bepaald door twee op
elkaar liggende balken. Elke balk heeft een lengte van 27,30 meter,
een breedte van 3,90 meter en een hoogte van 3,90 meter. De onderste
balk rust op de grond. De balken liggen in het midden op elkaar
onder een hoek van 90º. |
|
|
|
|
|
|
Hiernaast zie je nogmaals het bovenaanzicht van het
model van Het Gebouw. Hierin is ook een horizontale kijklijn PQ
aangegeven.
Deze kijklijn maakt in het bovenaanzicht een hoek van 45º met de
beide balken.
Teken een aanzicht op schaal 1 : 390 van Het Gebouw
(zonder ramen en deuren) in de richting van de kijklijn PQ. Licht je
werkwijze to |
|
|
|
|
|
11. |
Hiernaast
zie je een huis met een zogenaamd schilddak. De afmetingen zijn in
meters. Het huis is symmetrisch. De bovenrand PQ bevindt zich op hoogte
16 meter midden boven het grondvlak. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken de
inhoud van het huis in m3 nauwkeurig. |
|
|
|
|
b. |
Teken het vooraanzicht van het huis in de richting AC. |
|
|
|
|
12. |
Examenvraagstuk
VWO Wiskunde C, 2017 |
|
|
|
|
|
Op de foto zie je een kunstwerk van Jan van Munster
in de vorm van de letters I en K.
In de figuur hieronder staat een bovenaanzicht van
dit kunstwerk op schaal 1:20.
Het kunstwerk is 50 cm hoog.
Je ziet hieronder enkele maten in cm staan van het kunstwerk. Die
maten mag je gebruiken bij de volgende
vragen.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Teken het rechterzijaanzicht van de letter K op
schaal 1:20. |
|
|
|
|
13. |
Vlaamse
Olympiade.
Een vis zwemt in een aquarium dat gemaakt is van vierkant glazen tegels.
In de figuur zien we een steen en de weg die de vis aflegt in
vooraanzicht en in zijaanzicht.|
Welke weg legt de vis af als je van bovenaf naar het aquarium
kijkt? |
|
|
|
|
|
14. |
Vlaamse
Olympiade. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Met zes puzzelstukjes
wordt een holle 4x4x4 kubus gemaakt. Hierboven zie je twee aanzichten
van die kubus.
Welke vorm heeft het gele stuk, dat niet geheel zichtbaar is in de
aanzichten? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|