|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
|
|
|
|
|
1. |
Een
jachtluipaard is het zoogdier dat de grootste snelheid op land
kan halen. Maar een jachtluipaard houdt die topsnelheid
(zo'n 140 km/uur) niet erg lang vol. Als hij bijvoorbeeld
een gazelle wil vangen, dan zal dat redelijk in het begin
van zijn sprint moeten zijn. als het te lang duurt neemt zijn
topsnelheid weer snel af. Hij houdt zijn snelheid nog niet eens
een minuut vol.
Een gazelle daarentegen kan veel langer op constante
snelheid lopen (zo'n 80 km/uur).
Hieronder zie je de grafiek van de afstand die een
jachtluipaard tijdens een sprint aflegt uitgezet tegen de tijd. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Een formule
bij deze grafiek is S(t) = 1,8t2
- 0,03t3 (voor 0 < t < 40) |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken waar het
luipaard zijn maximale snelheid bereikt, en hoe groot deze maximale snelheid in
km/uur is. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken op welk
tijdstip de
gemiddelde snelheid van het luipaard (gerekend vanaf t =
0) gelijk is aan 20 m/sec. |
|
|
|
|
|
Op t =
0 begint het luipaard te sprinten naar een gazelle die op dat
moment 60 m van hem af is en een constante snelheid heeft van 81
km/uur (dat is 22,5 m/sec). Neem aan dat luipaard en gazelle in
een rechte lijn lopen. |
|
|
|
|
|
c. |
Laat met
behulp van de grafiek hierboven zonder een berekening te maken
zien dat het jachtluipaard de gazelle in zal halen. |
|
|
|
|
|
d. |
Onderzoek met
de grafiek hoe groot de beginvoorsprong van de gazelle (bij een
snelheid van 81 km/uur) zou moeten zijn om te ontsnappen aan het
jachtluipaard |
|
|
|
|
|
e. |
Onderzoek met
de grafiek hoe groot de snelheid van de gazelle (bij een
beginvoorsprong 60 m) zou moeten zijn om te ontsnappen aan het
jachtluipaard. |
|
|
|
|
2. |
examenvraagstuk
VWO wiskunde A, 2015.
Het volgende model
geeft een benadering voor het aantal lepelaars op de
Waddeneilanden: |
|
|
|
|
|
|
|
Hierin is N het
aantal lepelaars en t de tijd in jaren met t = 0 op 1
maart 1980.
De grafiek van N is
eerst toenemend stijgend en daarna afnemend stijgend.
Beredeneer dit aan de hand van een schets van hellinggrafiek van N en bereken met behulp van
deze grafiek in welk jaar de toenemende stijging overgaat in een
afnemende stijging. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|