|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
|
1. |
Examenvraagstuk
VWO Wiskunde A, 2002. Als een nieuwbouwwoning een of
meer gebreken vertoont krijgt de bouwer twee weken de tijd om deze te
herstellen. Dat blijkt vaak niet te lukken. Bij het onderzoek waren
slechts 94 van de 325 woningen na twee weken geheel in orde. De andere
231 woningen vertoonden nog steeds gebreken. Bij één woning vond men
zelfs nog 83 gebreken.
Van de 231 woningen die na twee weken nog steeds gebreken vertoonden
staan de gegevens over het aantal gebreken per woning in de cumulatieve
frequentiepolygoon van de figuur hieronder. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hieronder staan vier schetsen
van boxplots van het aantal gebreken per woning. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Welk van deze
boxplots past het beste bij de gegevens van de grafiek hierboven? Licht
je antwoord toe, eventueel met behulp van de grafiek. |
|
|
|
|
2. |
Examenvraagstuk HAVO, wiskunde A,
2005. |
|
|
|
|
|
In het steel- blad-diagram van de figuur hieronder is de hoeveelheid
neerslag van de maand september van de jaren 1901 tot en met 2000
weergegeven. Je ziet hierin bijvoorbeeld dat er twee jaren zijn geweest
met 68 mm neerslag in de maand september en dat er zelfs een
septembermaand is geweest met 213 mm neerslag. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Hoe groot is de modus en hoe groot is de
mediaan van de neerslag in dit steel-blad-diagram?
Licht je antwoorden toe. |
|
|
|
|
|
Onder het steel-blad-diagram
staat een schaalverdeling. Boven die schaalverdeling is ruimte voor een
boxplot van de neerslag in de septembermaanden van 1901 tot en met 2000. |
|
|
|
|
|
b. |
Teken deze boxplot. Omcirkel in het
steel-bladdiagram de getallen die je hebt gebruikt voor het tekenen van de
boxplot. |
|
|
|
|
3. |
Een pakje papieren
servetjes bevat, als je het opschrift mag geloven, 100 servetjes. In de
fabriek worden de servetjes machinaal verpakt. Daarbij vallen de
servetjes éém voor één langs een lichtbundel die gekoppeld is aan een
teller. Als de teller op 100 staat wordt de stapel servetjes verpakt.
Bij dit tellen kunnen twee soorten fouten optreden:
• fout A: twee servetjes kleven aan elkaar en
worden als één servet geteld.
• fout B: een servet is verkeerd gevouwen en wordt als
twee servetten geteld.
Bij een steekproef wordt van 50 pakjes servetten het aantal met de hand
nageteld, en dat gaf de onderstaande frequentietabel: |
|
|
|
|
|
aantal servetten |
95 |
96 |
97 |
98 |
99 |
100 |
101 |
102 |
103 |
aantal keer |
1 |
2 |
4 |
6 |
9 |
14 |
9 |
3 |
2 |
|
|
|
|
|
|
a. |
Teken de boxplot bij deze
frequentietabel. |
|
|
|
|
|
|
Door een aanpassing
in de verpakkingsmachine wordt bereikt dat één van beide fouten minder
optreedt. In de nieuwe situatie wordt ziet de boxplot van 50 servetten
er zó uit: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
b. |
Leg uit welke van de twee
telfouten nu minder voorkomt. |
|
|
|
|
|
|
c. |
Leg uit hoe je kunt
zien dat beide telfouten nog steeds niet even vaak voorkomen. |
|
|
|
|
4. |
Examenopgave HAVO
Wiskunde A, 2019-II |
|
|
|
|
|
Van elke deelnemer aan een onderzoek is zowel van de zomerperiode
als van de winterperiode de gemiddelde echte slaaptijd berekend. Deze
gemiddelde slaaptijden van alle deelnemers zijn weergegeven in twee
boxplots. Zie onderstaande figuur. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De onderzoekers trekken op basis van dit onderzoek
de volgende twee conclusies: |
|
I. |
Bij de deelnemers aan het onderzoek is het
verschil tussen de echte slaaptijd in de zomerperiode en de
slaaptijd in de winterperiode groot. |
|
II. |
Bij de deelnemers aan het onderzoek is de
slaaptijd in de zomer gemiddeld 53 minuten korter dan de slaaptijd
in de winter. |
|
|
|
|
|
Leg bij elk van deze twee conclusies uit of je die
wel of niet kunt trekken op grond van bovenstaande boxplots. |
|
|
|
|
5. |
Vlaamse
Olympiade.
Een klas met 11 jongens en 11 meisjes tekent de volgende boxplots van
hun schoenmaten: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Wat is de boxplot van
de hele klas? |
|
|
|
|
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|