|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
|
|
|
|
|
1. |
Examenvraagstuk
VWO Wiskunde B, 2009
In de figuur hiernaast is de grafiek van de functie f met f (x) = 3 − x2
getekend. Tussen twee punten P en S die even ver van O op de x-as
liggen, wordt denkbeeldig een touwtje gespannen dat over deze parabool heen
gaat. Het touwtje wordt zo gespannen dat het tussen de punten
Q(−1, 2) en R(1, 2) precies over de parabool ligt; tussen P en Q en tussen R
en S is het touwtje recht. PQ en RS zijn raaklijnstukken aan de grafiek van
f.De x-coördinaat van S is 2. |
|
|
|
|
|
a. |
Toon dit aan. |
|
|
|
|
b. |
Bereken de lengte van het touwtje. |
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Examenvraagstuk
VWO Wiskunde B, 2011. Een gemeente wil in een park een brug over een vijver
aanleggen.
In de figuur hieronder staat een schets van
een zijaanzicht van de situatie, waarbij de punten waarin de brug
horizontaal aansluit op beide oevers steeds A en B genoemd worden. De
tekening is niet op schaal. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
In dit zijaanzicht
kiezen we een assenstelsel waarin de x-as op de hoogte van beide oevers ligt en de
y-as door het hoogste punt van de brug gaat.
We kiezen zowel op de x-as als op de y-as de meter als eenheid. Het
zijaanzicht kan nu door een vergelijking in x en y beschreven worden.
Deze vergelijking is te schrijven als: |
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Bereken de lengte van het brugdek
tussen A en B. Geef je
antwoord in centimeters nauwkeurig. |
|
|
|
|
|
Het brugdek wordt 3,50 m breed. De uiteinden
van de brug wil men ondersteunen door aan beide zijden, over de hele
breedte van het brugdek, beton te storten. De betonnen gedeelten (met
verticale wanden) beginnen op een afstand van 4,00 meter vanaf de rand
van de vijver. In de volgende figuur zijn in een schets van een
zijaanzicht beide delen van de betonnen
ondersteuning met grijs aangegeven. De tekening is niet op schaal. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
b. |
Bereken hoeveel kubieke meter beton voor de
betonnen ondersteuning nodig is. |
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Examenvraagstuk
VWO Wiskunde B, 2013. |
|
|
|
|
|
Op het domein [0, 4] is de functie f
gegeven door f(x) = 8 -
1/2x2.
De randpunten van de grafiek van f zijn P(0, 8) en
Q(4, 0). Zie de figuur.
Verder is gegeven een lijnstuk PR met eindpunten P(0,
8) en R(a, 0) , waarbij a
>
4. In de figuur is voor een waarde van
a ook het lijnstuk PR getekend.
Bereken in twee decimalen nauwkeurig voor welke
waarde van a de lengte van boog PQ van de grafiek van
f gelijk is aan de lengte van lijnstuk PR. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Examenvraagstuk
VWO Wiskunde B, 2016-I
De functie f
is gegeven door: f(x) = 0,5e0,5x
+ 2e-0,5x + 1,5
Aan twee verticale
palen met bevestigingspunten A en B is een flexibele, niet elastische
kabel opgehangen. Door het eigen gewicht hangt de kabel in de vorm van
een kettinglijn. In de figuur hiernaast is deze situatie in een
assenstelsel getekend. De x-as valt samen met de grond.
De getekende kettinglijn is de grafiek van de functie f op het
domein [0,6].
De kabel schiet los bij punt A.
Onderzoek of de loshangende
kabel de grond raakt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|