Gegeven is de cirkel c: x2 + y2
- 10x - 20y
+ 96 = 0 en het punt P(2, 3).
Geef vergelijkingen van de raaklijnen aan de cirkel die door P
gaan.
Gegeven zijn de lijn
l: 3y = 4x - 2
en de lijn m: 24y + 7x = 62
Geef vergelijkingen van de bissectrices van beide lijnen, en toon met
die formules aan dat deze bissectrices loodrecht op elkaar staan.
Gegeven zijn de
cirkels:
c1: middelpunt (1, 2) en straal 5
c2: middelpunt (16, 7) en straal 10
Er zijn vier raaklijnen die beide cirkels raken. Zie de volgende figuur.
Twee van die vier
raaklijnen zijn makkelijk te vinden: dat zijn de lijnen y =
-3 en x = 6 (zie de figuur)
Geef de vergelijkingen van de andere twee raaklijnen.
MEER OPGAVEN
4.
Gegeven
is lijn m : 4y = 3x + 12
Er zijn vier cirkels die de x-as én de y-as én lijn m
raken.
Bereken algebraïsch de straal van één van die cirkels.