© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
Meer opgaven
Teken een eenheidscirkel, en lees daaruit de volgende sinussen en cosinussen af:
a.
sin 40º
d.
sin 50º
b.
cos 75º
e.
sin 90º
c.
cos 20º
f.
cos 0º
Teken een eenheidscirkel en beantwoord daarmee de volgende vragen:
a.
Van welke hoek is de sinus gelijk aan 0,6?
b.
Van welke hoek is de cosinus gelijk aan 0,2?
a.
Bij welke hoeken tussen 0º en 360º is de sinus negatief?
b.
Bij welke hoeken tussen 0º en 360º is de cosinus groter dan de sinus?
Leg uit welke sinus of cosinus in onderstaande figuren wordt "uitgebeeld".
a.
Toon met een figuur aan dat sin(20º) = sin(160º)
b.
Toon met een figuur aan dat cos(110º) = cos(250º)
c.
Toon met een figuur aan dat sin(330º) = - sin(30º)
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)