|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
|
Meer opgaven |
 |
 |
|
|
|
|
 |
In 2021 voerde de GGD volop coronatests uit, omdat toen nog een
behoorlijk deel van de mensen corona kreeg.
Onderstaande tabel geeft de resultaten van de tests die gedaan zijn in
september, oktober en november 2021.
In totaal zijn er in deze drie maanden door de GGD maar liefst
445416 tests uitgevoerd. |
|
|
|
|
|
positieve uitslagen op
coronatests in 2021. |
|
aantal tests |
aantal positieve tests |
percentage
coronagevallen |
september |
92360 |
9340 |
10,1 |
oktober |
125984 |
19088 |
15,2 |
november |
227072 |
39068 |
17,2 |
totaal |
445416 |
67496 |
15,2 |
|
|
|
|
|
|
Bepaal of het
verschil in percentage coronagevallen tussen de maanden oktober en
november
groot, middelmatig of gering is. |
|
|
|
|
 |
Bij hoge bloeddruk staan de bloedvaten steeds onder druk. Dit vergroot
het risico op het ontstaan van hart- en vaatziekten en nierschade. Het
zou heel goed kunnen dat je door meer te bewegen minder snel last van
een hoge bloeddruk krijgt.
Om dat te onderzoeken heeft men tijdens een bevolkingsonderzoek onder
16458 volwassenen gekeken of men een te hoge bloeddruk had, en ook of
men lid van een sportclub was. Dat leverde de volgende gegevens: |
|
|
|
|
|
|
aantal |
aantal mensen in het onderzoek |
16458 |
aantal mensen met een te hoge bloeddruk |
2469 |
lid van een sportclub |
4773 |
lid van een sportclub en een te hoge
bloeddruk |
573 |
|
|
|
|
|
|
Vul de kruistabel hieronder in en bepaal daarmee, en met
behulp van een vuistregel op het formuleblad, of het genoemde verschil
groot, middelmatig of gering is. |
|
|
|
|
|
|
te hoge bloeddruk |
wel |
niet |
totaal |
lid van een sportclub |
wel |
|
|
|
niet |
|
|
|
totaal |
|
|
|
|
|
|
|
|
 |
In deze opgave kijken we naar een aspect van
het uitgaansleven van Nederlandse en Engelse studenten. Dit aspect betreft de vraag hoe vaak
per week deze studenten uitgaan. Van deelnemers aan het onderzoek
(600 Nederlandse studenten en 800 Engelse studenten) is bekend hoe
vaak zij gemiddeld per week uitgaan. De resultaten
zijn weergegeven in een relatieve frequentietabel, zie de
volgende tabel. |
|
|
|
|
|
Gemiddeld aantal avonden uitgaan |
|
Engelsen |
Nederlanders |
totaal |
0 of 1 |
22% |
28% |
24,6% |
2 of 3 |
48% |
52% |
49,7% |
4 of 5 |
26% |
17% |
22,1% |
6 of 7 |
4% |
3% |
3,6% |
|
|
|
|
|
|
Onderzoek met behulp
van het formuleblad of het verschil tussen Engelse studenten en
Nederlandse in hoe vaak zij gemiddeld per week uitgaan
gering, middelmatig of groot is. |
|
|
|
|
 |
De respondenten
aan een onderzoek ware allemaal mensen die een baan hadden.
Zij gaven aan of zij ZZP-er (zelfstandige zonder personeel) waren of
niet. Verder gaven zij ook aan of zij wel of niet tevreden waren met het
economische beleid van de huidige regering. De
resultaten zijn in de volgende tabel in vijf groepen uitgesplitst naar
de mate van tevredenheid met het economische beleid. |
|
|
|
|
|
mate van
tevredenheid |
aantal
respondenten |
aantal dat zzp-er
is |
zeer tevreden |
3467 |
312 |
tevreden |
6421 |
730 |
neutraal |
4222 |
506 |
ontevreden |
4117 |
480 |
zeer ontevreden |
3256 |
426 |
|
|
|
|
|
|
We bekijken nu
de groep respondenten die zeer tevreden met het economische beleid
waren en de groep respondenten die zeer ontevreden met het economische
beleid waren..
Tussen deze twee groepen is er verschil in het wel of niet
zelfstandige zijn.
Bereken met
behulp van het formuleblad of dit verschil groot, middelmatig of
gering is. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
Examenopgave HAVO
wiskunde A, 2024-II
In 2018 verschenen er berichten in de media over de (toilet)hygiëne op
Nederlandse basisscholen en middelbare scholen. De berichten waren
gebaseerd op drie onderzoeken onder respectievelijk leraren die werkzaam
waren binnen het basis- of voortgezet onderwijs, leerlingen tussen de 5
en 16 jaar oud en ouders met een kind tussen de 5 en 16 jaar oud.
Van de 452
leerlingen in de steekproef zaten er 302 op de basisschool en
150 op de middelbare school. Precies de helft van de
basisschoolleerlingen gaat op school niet naar het toilet. Bij
de middelbare scholieren is dit 60%.
In deze steekproef is er dus een verschil tussen
basisschoolleerlingen en middelbare scholieren in het deel dat
op school niet naar het toilet gaat.
Onderzoek
met behulp van het formuleblad of dat verschil groot,
middelmatig of gering is. |
|
|
|
|
|
|
|
 |
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|