© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

Meer opgaven
       
       
Schrijf als ιιn logaritme, en zo eenvoudig mogelijk:
         
  a. 2log(5) + 2log(6) = f. 5log2 + 3 • 5log4 =
         
  b. 3·logx + 7·logx = g. 4 • 5logx + 5log6 =
         
  c. 0,1 · 6logx - 6logx = h. 3log(x) - 3log(x + 2) =
         
  d. 2logx - 2log(2x) + 2log(3x) = i. 4 • logx + 3 • log5 =
         
  e. -4logx - 4log(x3) = j. 2 · 0,5log(2x) + 0,5log(x2) =
         
Zoals je misschien wel weet is  8! (spreek uit:  "acht faculteit") gelijk aan  8 • 7 • 6 • 5 • 4 • 3 • 2 • 1 = 40320
De rekenmachine heeft er zelfs een knop voor:  MATH - PRB - !
Het probleem is echter dat de grootste faculteit die je kunt uitrekenen gelijk is aan 69! (dat is  69 • 68 • ...• 1). Daarna worden de antwoorden groter dan 10100  en dat kan onze rekenmachine niet aan.

Als je je realiseert dat  70! = 70 • 69 • ... • 1 = 70 • 69!  dan kun je 70! uitrekenen door logaritmen te gebruiken:  log(70!) = log(70 • 69!) = log(70) + log(69!) = 1,84509804 + 98,233307 = 100,078405
Dus 70! = 10100,0789405 = 10100 • 100,0789405 = 1,197 • 10100  

Bereken op deze manier 75!
       
Als log x = 5 en  log y = 1/2 bereken dan algebraοsch  log(1000 • x3/√y)
       
     

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)