Geef de gemeenschappelijke periode van
de grafiek van de volgende functies:
a.
f(x) = sin(1/35πx)
+ sin(1/8πx)
b.
(x) = 4sin(1/14πx)
- 2sin(1/8πx)
+ 5
c.
f(x) = cos(1/20πx)
+ cos(2/45πx)
Hieronder zie je een stukje van de
grafiek van y = cosx + cos(x√2) In dit stuk van de grafiek is geen gemeenschappelijke
periode te vinden. Het "danst maar wat op en neer".
a.
Leg duidelijk uit waarom deze grafiek
geen periode heeft, dus zich nooit zal gaan herhalen.
b.
Welke van de volgende functies zijn
periodiek?
I: f(x) = sinx +
sin(px)
II: f(x) = cosx + cos(x
• 0,3636363636363636....)
III: f(x) = sin (1/7x)
+ sin(11/31x)
IV: f(x) = cos(x + √3)
+ cos(πx)
Geef de gemeenschappelijke periode van
de grafiek van de volgende functies: