|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
|
|
|
|
|
1. |
Gegeven is de
differentiaalvergelijking: xydx + dy = xdy
- dx |
|
|
|
|
|
a. |
Kleur in het Oxy-vlak
de gebieden waar de lijnelementen van deze differentiaalvergelijking een
positieve richtingscoëfficiënt hebben. |
|
|
|
|
|
b. |
Er zijn twee rechte
lijnen die isoklinen van deze vergelijking zijn. Welke? |
|
|
|
|
|
c. |
Een rechte lijn raakt
een oplossingskromme in x = 1 en ook een oplossingskromme in x
= 3.
Geef de vergelijking van die lijn. |
|
|
|
|
|
d. |
Een rechte lijn door
de oorsprong gaat door het maximum A van een oplossingskromme en ook
door het minimum B van een oplossingskromme.
Het verschil van de x-coördinaten van A en B is 3.
Geef de vergelijking van die rechte lijn. |
|
|
|
|
2. |
Gegeven is de
differentiaalvergelijking: xydx + dy =
x2dy - xdx + dx
Rechte lijnen door de oorsprong raken de oplossingskrommen van deze
differentiaalvergelijking.
Het blijkt dat alle raakpunten op een parabool liggen.
Geef de vergelijking van deze parabool. |
|
|
|
|
3. |
Gegeven is de
differentiaalvergelijking: xdy = (x2
- y)dx |
|
|
|
|
|
a. |
De lijn y = 2x
- 3 heeft twee raakpunten met oplossingskrommen van deze vergelijking.
Bereken de afstand tussen die raakpunten. |
|
|
|
|
|
b. |
Laat met een tekening
zien dat geen enkele integraalkromme van deze vergelijking een maximum
heeft. |
|
|
|
|
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|