|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
|
1. |
Examenopgave VWO
Wiskunde A, 2009
In 1972 werd de mesoplodon densirostris
ontdekt in de oceaan. Het is een dolfijnensoort die 7 meter lang kan
worden. Mede naar aanleiding van deze vondst deed de bioloog C. Paxton
onderzoek naar de vraag hoeveel van dergelijke grote diersoorten er in
de toekomst nog meer ontdekt zullen worden. Paxton beperkte zich tot wat
hij zeemonsters noemde: dieren die in zee leven en meer dan 2 meter lang
kunnen worden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Op basis van gegevens over het aantal
ontdekte zeemonsters in verschillende jaren stelde Paxton het volgende
model op: |
|
|
|
|
|
|
|
Met dit model kon hij een schatting maken
van het aantal ontdekte soorten tot en met een zeker jaar t. In
deze formule is P(t) het aantal soorten dat tot en met jaar t
bekend is. Dus als je een schatting wilt van het aantal soorten dat
bijvoorbeeld op het eind van het jaar 1980 bekend is, dan moet je t
= 1980 invullen in de formule. De uitkomst wordt afgerond op gehelen.
Vanaf eind 1895 tot en met eind 1995 zijn er in werkelijkheid 30 soorten
ontdekt. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken hoeveel soorten er volgens het model van
Paxton zouden zijn ontdekt in deze periode. |
|
|
|
|
|
J. Groot schreef in 2003 een artikel in
het wiskundeblad Pythagoras over het model van Paxton. Daarin schreef
hij dat hij met dezelfde gegevens een ander model had gevonden. Zijn
model zag er als volgt uit:
G(t) = 218 • (1−0,9799t − 1798 )
In deze formule is G(t) het aantal soorten dat tot en met jaar
t bekend is. Ook hier wordt de uitkomst afgerond op gehelen.
De twee formules hierboven zijn verschillend, dus je mag verwachten
dat beide modellen niet altijd dezelfde uitkomsten opleveren. Voor t
= 1931 bijvoorbeeld geeft het model van Paxton 202 soorten en het model
van Groot 203. Vanwege de afronding op gehelen is er een aantal jaren
waarvoor de twee modellen wél dezelfde uitkomst geven. Onder andere is
dat het geval bij t = 1938: beide modellen leveren dan elk 205
bekende soorten. Er zijn nog meer jaren uit de periode 1930 tot en met
1945 waarvoor beide modellen dezelfde uitkomst geven. |
|
|
|
|
|
b. |
Onderzoek welke jaren dat zijn. |
|
|
|
|
|
Paxton en Groot ontwikkelden hun modellen
vooral om een schatting te kunnen maken van het aantal soorten
zeemonsters dat men in de toekomst nog zou kunnen ontdekken. Elk van
deze beide modellen voorspelt dan ook dat het aantal soorten zeemonsters
een grenswaarde heeft. Volgens het model van Paxton zullen er na 2009
nog 42 soorten zeemonsters ontdekt worden. |
|
|
|
|
|
c. |
Bereken hoeveel soorten zeemonsters er na 2009 nog
ontdekt zullen worden volgens het model van Groot. |
|
|
|
|
|
|
2. |
Onderstaande tabel
geeft de grootte van een menselijk embryo in de eerste 16 weken van de
ontwikkeling. |
|
|
|
week nr. |
1 |
2 |
3 |
5 |
6 |
7 |
8 |
9 |
14 |
16 |
lengte in mm |
0,02 |
0,2 |
0,8 |
3,0 |
6,0 |
15 |
25 |
35 |
90 |
150 |
|
|
|
|
Twee artsen stellen
een model op dat deze groei beschrijft.
De eerste arts denkt dat geldt L(w) = 0,023 • w3,21
en de tweede arts denkt dat geldt L(w) = 0,12 • 1,7w
|
|
|
|
|
|
a. |
Bereken voor welke
weken de eerste formule een grotere waarde aangeeft dan de tweede |
|
|
|
|
|
b. |
Leg uit welk model je
beter vindt passen bij de gegevens uit de tabel. |
|
|
|
|
|
Omdat een embryo nou
eenmaal niet onbeperkt groter kan worden, zijn de formules voor grotere
waarden van w niet meer geldig. Een derde arts stelt een nieuwe
formule op die hier rekening mee houdt.
Hij komt tot de formule |
|
|
|
|
|
|
|
|
c. |
Welke lengte zal het
embryo volgens deze formule uiteindelijk krijgen? |
|
|
|
|
|
d. |
Na hoeveel tijd zal
de lengte van het embryo voor het eerst meer dan 30 cm zijn? |
|
|
|
|
3. |
Examenopgave VWO
Wiskunde B, 2013 |
|
|
|
|
|
De functie f is gegeven door
f(x)
= 1/6√(87x -
3x2 - 2x3)
In de figuur hiernaast is de grafiek van f getekend en
ook het spiegelbeeld hiervan in de x-as. De twee grafieken
vormen samen een figuur die lijkt op een doorsnede van een ei.
Op de
x-as en de
y-as
is de eenheid 1 cm. In de figuur is aangegeven wat bedoeld wordt met
de lengte en de breedte van het ei. De lengte van het ei is ongeveer
5,9 cm. |
|
|
|
|
|
|
a. |
Bereken op algebraïsche wijze de lengte van het ei
in cm. Rond je antwoord af op twee decimalen. |
|
|
|
|
|
Een eierrekje bevat een aantal even
grote ronde openingen. Zie de foto.
Wanneer we het ei van bovenstaande figuur in een opening van het
eierrekje plaatsen met de brede kant onder, steekt het 4,3 cm boven
het rekje uit. Zie onderstaande figuur links. |
|
|
|
|
|
|
|
We kunnen het ei ook met de smalle kant onder in een
opening van het rekje plaatsen. Zie de figuur rechts. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken hoeveel cm het ei dan boven het rekje uitsteekt. Rond je
antwoord af op één decimaal |
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Een deel
van de achtbaan Goliath in pretpark Six Flags wordt omschreven door de
formule:
h(x) = 7x2 + 75 - 0,9x3
Daarin is h de hoogte boven de grond, en x de
horizontale afstand, met 0 < x < 8. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken voor welke waarden van x de baan hoger dan 95 meter is. |
|
|
|
|
|
Om het karretje weer
af te remmen gebruikt men een traject met formule h(x)
= 288,8/(2x - 12) - 10 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
b. |
Geef met een
berekening aan dat de beide baandelen inderdaad precies op elkaar
aansluiten. |
|
|
|
|
|
c. |
Bij welke horizontale
afstand staat het karretje weer aan de grond? |
|
|
|
|
5. |
Billie en Bessie Turf
zijn twee gezellige dikkerds. Ze wegen op 1 december (t = 0)
beiden ongeveer 90 kg en hun gewicht is door hun ongezonde leefpatroon
nog steeds continu aan het toenemen.
Daarom besluiten beiden na een poosje toch maar een dieet te gaan
volgen.
Omdat dat moet van hun diëtiste houden ze lange tijd hun gewicht bij, en
de diëtiste stelt na afloop de volgende wiskundige modellen op voor deze
gewichten: |
|
|
|
|
|
Billie: G
= 90 - 8 • 1,3(-t² +
76t - 1444) + 0,2t
Bessie: G = (0,9t - 14,5) • 2,7(-0,002t² +
0,065t - 0,53) + 98
Daar bij is t = 0 op 1 december, en t is de tijd in dagen.
G is het gewicht in kg. |
|
|
|
|
|
a. |
Plot de grafiek van
het gewicht van Billie voor t = 0 tot t = 60. Kies een
venster voor y zodat de grafiek duidelijk in beeld is. |
|
|
|
|
|
b. |
Wanneer is Billie
waarschijnlijk begonnen aan zijn dieet? |
|
|
|
|
|
c. |
Plot in dezelfde
figuur het gewicht van Bessie, en bereken wanneer beiden even zwaar
waren. |
|
|
|
|
|
d. |
Wat is het maximale
gewicht van Bessie geweest? |
|
|
|
|
e. |
Onderzoek of er een
moment is geweest waarop Billie meer dan 16 kg lichter was dan Bessie. |
|
|
|
|
f. |
Hoe groot zal
Bessie's gewicht uiteindelijk worden als ze dit dieet volhoudt? |
|
|
|
|
6. |
De Lidl
is er trots op al een aantal jaar de beste supermarkt voor groenten en
fruit te zijn. Dat komt er mede door, omdat de Lidl de gekochte
voorraden groenten en fruit zo kort mogelijk in haar pakhuizen laat
liggen, en zo snel mogelijk in de winkels brengt.
Voor kwaliteit van de Elstar appels zie je hieronder twee grafieken. De
linkergrafiek geeft aan hoe de kwaliteit (op een schaal van 0 tot 100)
van de appels afhangt van het aantal dagen dat ze in het pakhuis liggen.
De rechtergrafiek geeft aan hoe de hoeveelheid verkochte appels per week
in een Lidl-filiaal afhangt van de kwaliteit. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
a. |
In een
bepaalde week wordt 500 kg Elstar appels verkocht.
Bepaal hoe lang die appels in het pakhuis hebben gelegen. |
|
|
|
|
|
Voor het
aantal verkochte kilos (A) bij kwaliteit K geldt ongeveer de formule: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
b. |
Bereken
vanaf welke kwaliteit er minstens 500 kg verkocht zal worden. |
|
|
|
|
|
Iemand
anders gebruikt het volgende model: |
|
|
|
|
|
|
|
c. |
Bereken
bij welke kwaliteit beide modellen dezelfde verkoop voorspellen |
|
|
|
|
7. |
De lengte van Nederlandse jongens
in de puberteit kan worden beschreven met de formule: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hierin is t
de leeftijd in jaren en Lj de lengte in centimeters.
Rond het negentiende levensjaar, aan het eind van de puberteit, is een
jongen bijna uitgegroeid. De formule is echter ook te gebruiken voor de
jaren na de puberteit. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken hoeveel
centimeter jongens volgens de formule nog groeien vanaf de dag dat ze 19
jaar worden. Geef je antwoord in één decimaal. |
|
|
|
|
|
Er is ook een
wiskundig model voor de lengte van Nederlandse meisjes in de puberteit: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hierin is t
de leeftijd in jaren en Lm de lengte in centimeters.
Het is bekend dat meisjes in de eerste jaren van de puberteit gemiddeld
genomen langer zijn dan jongens. Ergens tussen de tiende en dertiende
verjaardag is het verschil in lengte tussen jongens en meisjes maximaal. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken dit
maximale lengteverschil in centimeters. Geef je antwoord in één
decimaal. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|