1. |
examenvraagstuk VWO Wiskunde
A, 1985.
Op 9 november 1965 viel de stroom uit in
New York City, een storing die 24 uur duurde: 'the Great Black Out'.
Negen maanden later schreven de kranten over een geboorte-explosie
in New York.
Onderstaande tabel vermeldt het aantal geboorten per dag in New York
gedurende de periode van 270 tot 290 dagen na 'the Great Black Out',
in augustus 1966. |
|
|
|
|
|
do
vr
za
zo
ma
di
wo
do
vr
za |
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13 |
448
466
377
344
448
438
455
468
462
405 |
|
zo
ma
di
wo
do
vr
za
zo
ma
di |
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23 |
377
451
497
458
429
434
410
351
467
508 |
|
|
|
|
|
|
Het gemiddelde aantal geboorten per dag
dat over deze periode ongeveer 435 bedraagt, blijkt echter niet
zoveel hoger te liggen dan het gemiddelde over het jaar 1966 dat
430 bedraagt. |
|
|
|
|
|
a. |
Neem aan dat
het aantal geboorten per dag in New York over het gehele jaar 1966
redelijk constant is. Laat zien dat het aantal dagen in de periode
van 4 tot en met 23 augustus 1966 waarop het aantal geboorten boven
het jaargemiddelde van 430 ligt, niet significant hoog is. Neem een
significantieniveau van 5%. |
|
|
|
|
|
b. |
In de 20 dagen
voorafgaande aan 4 augustus 1966 bleek op zoveel dagen het aantal
geboorten kleiner te zijn dan 430, dat men van een significante
afwijking kan spreken bij een significantieniveau van 5%.
Op ten minste hoeveel dagen was er sprake van een aantal geboorten
beneden het jaargemiddelde? |
|
|
|
|
2. |
examenvraagstuk
VWO Wiskunde A, 1999. Een onderzoeker wil nagaan
wat er met de levensverwachting van muizen gebeurt als zij een
caloriearm dieet krijgen.
Hij gaat als volgt te werk: uit elk nest muizen dat op zijn
laboratorium ter wereld komt neemt hij 2 jongen. De eerste 10 weken
van hun bestaan krijgen beide dieren een gewoon dieet. Daarna krijgt
één van de twee een caloriearm dieet terwijl de andere muis doorgaat
met het gewone dieet.
In onderstaande tabel is van al deze muizen de bereikte leeftijd (in
maanden) vermeld. |
|
|
|
|
|
nest |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
8 |
9 |
10 |
levensduur
(alleen gewoon dieet) |
32,4 |
31,9 |
34,2 |
33,8 |
34,8 |
32,5 |
31,1 |
29,2 |
37,9 |
33,6 |
levensduur
(vanaf 10 weken caloriearm) |
34,1 |
31,8 |
36,0 |
36,2 |
30,1 |
32,6 |
37,9 |
34,7 |
35,2 |
33,5 |
|
|
|
|
|
|
nest |
11 |
12 |
13 |
14 |
15 |
16 |
17 |
18 |
19 |
20 |
levensduur
(alleen gewoon dieet) |
33,1 |
30,6 |
38,0 |
36,3 |
30,6 |
32,8 |
35,1 |
31,5 |
27,9 |
33,4 |
levensduur
(vanaf 10 weken caloriearm) |
34,9 |
32,4 |
34,5 |
35,6 |
40,8 |
35,9 |
36,0 |
31,4 |
37,9 |
34,7 |
|
|
|
|
|
|
Onderzoek of de
resultaten bij een significantieniveau van 10% de conclusie
rechtvaardigen dat het na 10 weken starten met een caloriearm dieet
bij muizen een verlenging van de levensduur tot gevolg heeft. |
|
|
|
|
3. |
Een HBO-student woont
in Groningen en studeert in Leeuwarden. Hij gaat elke dag met de trein
naar zijn school en beweert dat de trein gemiddeld 4,8 minuten te laat
vertrekt. Volgens de NS is dat minder.
Een onafhankelijk bureau meet over een maand (21 schooldagen) de
volgende vertragingstijden: |
|
|
|
|
|
4,9 4,6 3,1 4,7
4,0 0,0 5,2
5,0 2,3 4,1 4,2
4,2 5,3 3,1
4,9 4,6 3,7 4,8
4,5 3,5 4,6 |
|
|
|
|
|
|
Omdat de student geen
bewering doet over de standaarddeviatie van de vertragingstijden kun je
geen z-toets toepassen. |
|
|
|
|
|
a. |
Leg uit hoe je wel
een tekentoets kunt toepassen en voer die toets uit met een
significantieniveau van 5% |
|
|
|
|
|
Als je aanneemt dat
de standaarddeviatie in alle vertragingstijden gelijk is aan de
standaarddeviatie van de steekproef, kun je wél een z-toets
toepassen. |
|
|
|
|
|
b. |
Voer die toets uit met een
significantieniveau van 5%. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|