© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|||||
Functie met e-macht |
![]() |
||||
Hiernaast zie je de grafiek van f(x) = ex - x³
De lijn y = p
heeft, afhankelijk van de waarde van p, |
|
||||
1. | Bereken algebraïsch voor welke p de lijn y = p precies twee snijpunten met de grafiek van f heeft. Rond de waarden van p af op twee decimalen | ||||
De lijn y = 1 snijdt de grafiek in drie punten. |
|||||
2. | Bereken algebraïsch of het middelste van die drie snijpunten even ver van beide andere snijpunten af ligt | ||||
Het gedeelte van de grafiek van f tussen het minimum en het maximum is te benaderen met een sinusgrafiek die hetzelfde minimum en maximum heeft. |
|||||
3. |
Geef zo’n mogelijke sinusgrafiek. Rond de constanten af op twee decimalen. |
||||
|
|||||
UITWERKING | |||||
1. |
Het zijn de lijnen door de extremen. f ' = 0 ex - x³ (1 - 3x2) = 0 x2 = 1/3 x = ±1/3Ö3 p = 1,47 of p = 0,47 |
||||
2. |
ex
-
x³
= 1 |
||||
3. |
extremen (0.58, 1.47) en (-0.58, -0.47) evenwichtslijn y = 0,5 amplitude 0,97 periode 2,32 dus in de formule 2,71 y = 0,5 + 0,97sin(2,71x) |
||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |