|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Onafhankelijkheidstabellen | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Van een grote groep basisschoolleerlingen is de hoeveelheid zakgeld gevraagd, en dat leverde de volgende frequentietabel op: | |||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
De vraag is nu:
zijn de factoren "geslacht" en "hoeveelheid zakgeld"
afhankelijk of onafhankelijk van elkaar? Laten we beginnen met de nulhypothese H0: "er is geen afhankelijkheid" en laten we die gaan testen met α = 0,05. In totaal zijn er 130 kinderen gevraagd. Eerst breiden we de tabel uit met de totale relatieve frequenties. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Als de twee factoren
onafhankelijk van elkaar zijn, dan kunnen we de kansen op de
verschillende aantallen vinden door steeds twee kansen met elkaar
te vermenigvuldigen, immers P(A en B) = P(A) • P(B) Dus bijvoorbeeld de kans op een meisje dat 5-10 euro zakgeld krijgt is 0,623 • 0,492 = 0,307 Dat geeft de volgende tabel: |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Met deze nieuwe kansen kunnen we nu weer de verwachte aantallen (E) per categorie uitrekenen | |||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Tenslotte kunnen we weer op de oude vertrouwde χ2-manier de afwijkingen (O - E)²/E voor elke categorie berekenen: | |||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
De som van al deze
afwijkingen is
χ2 = 3,37 Het aantal vrijheidsgraden is nu slechts 2. Dat kun je zó zien: als de bovenste rij gegeven is, is de onderste rij ook bekend. En als de eerste en tweede kolom gegeven zijn ligt de derde ook vast. Daarom blijven er 1 rij en 2 kolommen over, en dat geeft 2 cellen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Vrijheidsgraden 2 met
α = 0,05 geeft een grenswaarde
van 5,99 (opzoeken in de
χ²-tabel) Onze waarde is kleiner, dus we mogen H0 aannemen: de factoren "hoeveelheid zakgeld" en "geslacht" zijn onafhankelijk. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Continuïteitscorrectie.
Als je te maken hebt met een 2×2-tabel,
dan heb je maar één vrijheidsgraad over! voorbeeldje. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Omdat dit een 2×2-tabel is (1 vrijheidsgraad), moeten we de gemeten frequenties met 0,5 naar de verwachte verschuiven. Dat geeft dus: | |||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
χ2 =
(27,5 - 25)²/25 + (12,5 - 15)²/15
+ (22,5 - 25)²/25 + (17,5 - 15)²/15
= 1,33 De kritieke waarde voor χ2 (α = 0,05 en tweezijdig bij 1 vrijheidsgraad) is 3,84. Conclusie: er is geen significant verband tussen het geslacht van de verkoper en het wel of niet kopen door een klant. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |