|
|||||
Permutatiegroepen. | |||||
We zagen in een vorige les al dat we een bijectie van een groep met een eindig aantal elementen kunnen schrijven als een permutatie. Bijvoorbeeld: | |||||
|
|||||
Daar staat een
afbeelding met bijv. f (3) = 9 en f (8) = 1 Als we een verzameling van 3 elementen {1, 2, 3} nemen dan hebben we bijvoorbeeld de permutatie f(1) = 2, f(2) = 3 en f(3) = 1 maar ook de permutatie g(1) = 1, g(2) = 3 en g(3) = 2 We kunnen het dan zelfs hebben over g(f(x)) ofwel (g o f )(x) en die noteren we als volgt: |
|||||
Let erop in die
laatste notatie dat de rechter permutatie eerst komt, en daarna pas de
linker. Natuurlijk kunnen we die laatste samengestelde permutatie ook wel weer als één afbeelding schrijven: |
|||||
|
|||||
Overigens is dit met
de cykelnotatie nog veel efficiënter te schrijven als (1)(2
3)(1 2 3) = (2)(1 3) Bij een klein aantal elementen (zoals 3 in dit voorbeeld) kun je zo'n afbeelding ook nog visueler voorstellen door de drie elementen als hoekpunten van een gelijkzijdige driehoek te nemen: |
|||||
|
|||||
Het linkerplaatje is
f(x) en is een rotatie tegen de klok in Het middelste plaatje is g(x) en is een spiegeling in de hoogtelijn door hoekpunt 1. Het laatste plaatje is g(f(x)) en is een spiegeling in de hoogtelijn door hoekpunt 2. Je ziet dat er zes mogelijke "bewerkingen" zijn, elk behorend bij een permutatie van de elementen {1, 2, 3}. En die bewerkingen na elkaar uitvoeren levert weer één van de andere bewerkingen op. Die "bewerkingen" (of permutaties) vormen een groep met zes elementen. Die groep heet de permutatiegroep met orde 6 (er zijn zes permutaties) en graad 3 (er zijn 3 objecten {1, 2, 3} waar de permutaties op worden uitgevoerd). Hier zijn ze nog een keer alle zes: |
|||||
|
|||||
Daarbij staat in het
blauw aangegeven hoe de notatie in cykels is. We onderscheiden drie
gevallen. Eén geval van drie cykels (bovenaan), twee gevallen van één
cykel (midden) en drie gevallen van 2 cykels (onderaan). Als we een
cykel van orde k noteren als fk
en cykels achter elkaar aan als een product, dan hebben we
dus bovenaan f13 , in het
midden 2f3 en onderaan 3f1f2.
We definiëren nu de cykelindex van deze permutatiegroep als: |
|||||
|
|||||
Voor het NUT daarvan moet je even geduld hebben, dat komt nog..... | |||||
voorbeeld: de cykelindex van de rotaties van een zeshoek. Er zijn in totaal 12 mogelijke rotaties, immers je kunt één hoekpunt op zes plekken terecht laten komen, en je kunt elk geval van die zes gevallen ook de zeshoek nog "flippen". Dat wil zeggen optillen en andersom neerleggen. Als we kijken waar de hoekpunten terechtkomen is de graad dus 6 (de hoekpunten), en de orde is 12. Hieronder zie je ze alle twaalf, met de permutatienotatie (zwart) en de cykelnotatie (blauw) eronder aangegeven. Bij de zes gevallen rechts is de zeshoek ook nog gespiegeld. |
|||||
|
|||||
De cykelindex (groene f in de figuur) van deze groep is gelijk aan: | |||||
(merk nog even op dat
de zes rotaties zonder spiegelen (links) ook apart nog een ondergroep
vormen, en ook dat deze groep van 12 is op zich weer een ondergroep van
alle 6! = 720 permutaties van een zeshoek) Nogmaals: het NUT van die cykelindex? Nog even geduld..... |
|||||
Een toepassing: benzeenringen. | |||||
In de organische
scheikunde bestaat er een structuur die heet "benzeen", en die
bestaat uit zes koolstofatomen en zes waterstofatomen (dus C6H6).
Nou kun je daar een boel nieuwe stoffen van maken door sommigen van die
waterstofatomen te vervangen. Als je twee H's vervangt krijg je een nieuwe stof met de formule C6H4PQ. Het blijkt, dat als je twee H's vervangt door P en Q, je zelfs DRIE nieuwe stoffen kunt krijgen, met dezelfde chemische formule, maar met verschillende eigenschappen. Dat heten isomeren van elkaar. Die verschillende eigenschappen kunnen dus niet komen doordat er verschillende atomen aanwezig zijn (want die zijn precies hetzelfde), maar moeten wel komen door het feit dat die atomen anders zijn gerangschikt. Het moest wel te maken hebben met de interne structuur van benzeen. Op een gegeven moment waren er in de scheikundewereld drie modellen in omloop: de C's van C6H6 zaten in een zeshoek, in een regelmatig achtvlak, of in een driehoekig prisma. Zó dus: |
|||||
|
|||||
Hoe kunnen we
beslissen welk van deze modellen de juiste is? Laten we kijken naar het aantal manieren waarop we een P en een Q atoom aan C vast kunnen maken. Voor de plaats van een P zijn in de volgende figuren alle verschillende mogelijke Q-plaatsen aangegeven. |
|||||
|
|||||
Bij het achtvlak zijn
er twee plaatsen, bij het prisma 5, en bij de zeshoek 3. Kijk goed uit bij dat prisma; het lijkt misschien alsof die bovenste twee Q's dezelfde figuur opleveren (net als die onderste twee), maar dat is niet zo! De figuren die je krijgt zijn spiegelbeelden van elkaar en niet dekkend te krijgen door te roteren! En spiegelbeelden hebben verschillende chemische eigenschappen. Omdat in praktijk 3 isomeren van C6H4PQ werden gevonden was dat een sterke aanwijzing dat de C-moleculen van benzeen in een zeshoek geordend liggen. Een sterke groepentheoretische aanwijzing!!! Het algemene geval. |
|||||
Stel dat we een permutatiegroep
G hebben met graad n (dus n elementen die gepermuteerd
worden). Dan noteren we de permutaties van een bepaalde soort op de
cykel-manier van hierboven: g1,3 is het aantal permutaties met één cykel van lengte 1 en drie van lengte 2. Je zult snappen dat deze groep dus graad 7 zal hebben (immers elk element komt één keer in elke cykel voor). De g's zijn de coëfficiënten van de fi in de cykel-index. g13 zou de coëfficiënt van f1f23 zijn. Bijvoorbeeld rotatie om de stippellijn hiernaast Zo zou g1,0,2,1 de coëfficiënt zijn van het aantal permutaties van één cykel van lengte 1, nul van lengte 2, twee van lengte 3 en één van lengte 4. Dus bij een verzameling met 11 elementen. In de cykelindex staat dan de term g1,0,2,1 • f1 f32f4 |
|
||||
Oké nou eindelijk de toepassing van die mysterieuze cykel-index. | |||||
Stel dat we n
knikkers hebben waarvan r rood zijn, b blauw
en g groen. Op hoeveel manieren kunnen we die dan op de
hoekpunten van een regelmatige n-hoek neerleggen? (waarbij
we twee ordeningen die door rotatie uit elkaar verkregen kunnen worden
niet verschillend vinden). Dan kun je dat in de volgende stappen berekenen: |
|||||
• | Schrijf de cykelindex van de permutatiegroep van de rotaties van de n-hoek op. | ||||
• | Vervang nu elke fk daarin door (xk + yk + zk) waarbij x, y, en z staan voor een rode, blauwe en groene knikker | ||||
• |
Werk alle haakjes weg naar machten van x, y en z. | ||||
• |
De coëfficiënt van xrybzg geeft nu het aantal manieren om de knikkers te ordenen. | ||||
voorbeeldje. | |||||
Leg de knikkers
hiernaast (3 rood, 2 blauw, 1 groen) op de hoekpunten van een zeshoek. Op hoeveel verschillende manieren kan dat? Eerst maar de cykelindex: |
|
||||
Die f2-en
hielden we eerst nog apart maar mogen best samen (4f23). Vul nu xk + yk + zk in: 1/12 • { (x + y + z)6 + 2(x6 + y6 + z6) + 2(x3 + y3 + z3)2 + 4(x2 + y2 + z2)3 + 3(x + y + z)2(x2 + y2 + z2)2 } We zoeken de coëfficiënt van x3y2z1 en daarvan vinden we alleen in de eerste term een stukje: 1/12(x3y2z • (6nCr 3)(3 nCr 2)) = 5x3y2z (je ziet dat ik een multinomiaalcoëfficiënt heb gebruikt) Kortom: Er zijn vijf manieren. |
|||||
|
|||||
Willekeurige permutaties. Tot nu toe bekeken we steeds permutaties die rotaties voorstelden (om het midden of om één of andere as). We stappen nu naar de groep van ALLE permutaties. Dat wordt ook wel de Symmetriegroep Sn genoemd. Wat is de cykelindex van zo'n Symmetriegroep Sn ? Daarvoor schrijven we een willekeurige permutatie eerst op een aparte manier op. Een voorbeeld zal direct wel duidelijk zijn denk ik. Neem een verzameling van 9 elementen, waarvan we een willekeurige permutatie willen opschrijven. Dan tekenen we eerst de cykelvorm daarvan met blokjes, zó: |
|||||
|
|||||
Hier staat een
permutaties met cykels van lengte 1, 2, 2, 4 (we zetten ze van klein
naar groot). Om de permutatie compleet te maken vullen we deze blokjes vervolgens met een random volgorde van de getallen 1 tm 9. Je ziet wel dat twee zulke verschillende volgorden best dezelfde permutatie kunnen opleveren. Bijvoorbeeld: |
|||||
|
|||||
Eerste vraag die dan bij je opkomt: "Op hoeveel manieren kan een gegeven permutatie met deze cykelvorm die hokjes vullen?" | |||||
• |
Als er i1 cykels van lengte 1 zijn, dan kunnen die op i1! in die enkele vakjes worden gezet. | ||||
• |
Als er i2 cykels van lengte 2 zijn, dan moeten die in de dubbele vakjes gezet worden, dat kan op i2! manieren, maar daarna kun je ook nog de volgorde binnen elk vakje wisselen, dus in totaal i2! • 2i2 manieren | ||||
• |
Als er i3 cykels van lengte 3 zijn, dan kunnen die op i3! manieren in hun hokjes gezet worden, maar daarna kun je binnen zo'n hokje nog kiezen welk van de 3 volgorden je opschrijft; in totaal dus i3! • 3i3 | ||||
In ons voorbeeld hierboven zouden
er dus 1 • 11 • 2! • 22 • 1 • 41
= 32 manieren om die ene permutatie P in de hokjes te zetten. Maar
omdat er in totaal 9! = 362880 permutaties mogelijk zijn, en elke
van deze P's er 32 keer in voorkomt, zijn er dus 362880/32
= 11340 verschillende permutaties van de vorm g1,2,1 Dus in de cykelindex van de symmetriegroep met n = 9 zal de term 11340 • f1 • f22 • f4 staan. Een paar kleine symmetriegroepen als voorbeeld..... |
|||||
S3 (in totaal 3! = 6 permutaties) | |||||
cykelvorm 1 + 1 + 1 heeft
3! • 13 = 6 manieren per permutatie, dus in totaal
6/6 = 1 permutatie. cykelvorm 1 + 2 heeft 1! • 11 • 1! • 21 = 2 manieren per permutatie, dus in totaal 6/2 = 3 permutaties cykelvorm 3 heeft 1! • 31 = 3 manieren per permutatie, dus in totaal 6/3 = 2 permutaties. De cykelindex van S3 is dus |
|||||
|
|||||
Herken je 'm nog? Het was die van rotaties van een gelijkzijdige driehoek. | |||||
S4 (in totaal 4! = 24 permutaties) | |||||
cykelvorm 1 + 1 + 1 + 1
heeft 4! • 14 = 24 manieren per permutatie, dus in
totaal 24/24 = 1 permutatie cykelvorm 1 + 1 + 2 heeft 2! • 12 • 1! • 21 = 4 manieren per permutatie, dus in totaal 24/4 = 6 permutaties. cykelvorm 1 + 3 heeft 1! • 11 • 1! • 31 = 3 manieren per permutatie, dus in totaal 24/3 = 8 permutaties. cykelvorm 2 + 2 heeft 2! • 22 = 8 manieren per permutatie, dus in totaal 24/8 = 3 permutaties. cykelvorm 4 heeft 1! • 41 = 4 manieren per permutatie, dus in totaal 24/4 = 6 permutaties. De cykelindex van S4 is dus: |
|||||
Grappig: het blijkt dat dit de groep is van de rotaties van de diagonalen van een kubus! | |||||
Een aardige toepassing van de cykelindex kun je nog vinden in deze les over aliphatische alcoholen. | |||||
|
|||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |