|
|||||
Boek I, propositie 16. | |||||
|
|||||
Neem een driehoek ABC
en verleng de zijde BC Noem het midden van AC punt M (I-10) Verleng BM tot BD (P1) zodat BM = MD (I-3) Verbind D en C. (P1) |
|||||
Later (in propositie I-32) laat Euclides zien dat de buitenhoek precies gelijk is aan de som van de binnenhoeken. Daarvoor is echter postulaat P5 nodig. | |||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |