|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
|
De regel van Euler. |
|
|
|
|
|
Ik herhaal eerst even
het hulpstellinkje van de vorige les: |
|
De som van de graden van alle facetten
van een planaire graaf
is gelijk aan het dubbele van aantal verbindingslijnen van die graaf. |
|
|
Euler (nee
toch? alwéér hij?) heeft een geweldige formule ontwikkeld voor het
verband tussen het aantal knooppunten, verbindingslijnen en facetten van
een samenhangende planaire graaf. Die formule ziet er zó uit: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Daarin is f
het aantal facetten, K het aantal knooppunten, en V het aantal
verbindingslijnen.
Het bewijs met volledige
inductie
We nemen volledige inductie naar het aantal facetten.
beginstap
Als f = 1 is elke verbindingslijn
een kritieke verbinding (zo'n graaf heet een
boom zullen we later zien).
In dat geval is V = K - 1.
Dat is heel eenvoudig te zien: ga hem maar tekenen!
• Begin met een knooppunt en kies een willekeurige verbindingslijn. Die
loopt naar een nieuw knooppunt toe.
• Kies één van de al getekende knooppunten en een nieuwe verbindingslijn
(die is er altijd want de graaf is samenhangend)
• Die loopt weer naar een nieuw knooppunt.
Ga zo door totdat de graaf getekend is.
Elke verbindingslijn heeft een nieuw knooppunt opgeleverd, dus het
aantal knooppunten is één groter dan het aantal verbindingslijnen.
Waaróm leverde elke lijn eigenlijk een nieuw knooppunt?
Nou, als dat niet zo was hebben we een lus gemaakt en is er niet meer
één facet, maar een binnen- en een buitengebied van die lus!! Dat kan
dus niet.
|
de
inductiestap
Stel dat de stelling klopt voor alle grafen tot en met n - 1
facetten.
Neem nu een graaf met n facetten.
Kies van deze graaf een verbindingslijn v die geen lijnsnede is (als dat niet kan is G weer een boom en geldt het
bewijs van de beginstap hierboven).
Laat deze verbindingslijn weg, dan heb je graaf G - v
Nu geldt:
V(G - v) = V(G) - 1 (je liet immers één v
weg)
K(G - v) = K(G)
(je liet geen knooppunt weg)
f(G - v) = f(G) - 1 (omdat v
geen lijnsnede was)
Omdat de regel geldig is voor G - v (inductie-aanname)
geldt
f(G - v) + K(G - v) = V(G - v) + 2
invullen:
f(G) - 1 + K(G) = V(G) - 1 + 2
⇒ f(G) + K(G) = V(G) + 2
Daarmee is de stelling bewezen! |
|
|
■ |
|
|
|
of:
Q.E.D., dat staat erudieter.
of: Kloar! zoals wij in Groningen zeggen.... |
|
|
|
|
|
Het bewijs met boerenverstand. |
Ga de graaf gewoon
tekenen!
Stel dat je de graaf hebt waarvoor de regel geldt, dan kun je die graaf
als volgt uitbreiden: |
|
|
|
|
|
|
• |
Teken er een nieuwe
verbindingslijn bij. Dan wordt f één groter en V ook,
en blijft de regel geldig. |
|
• |
Teken er een nieuw
knooppunt bij. Daar moet een verbindingslijn aan vast, dus wordt V één
groter en K ook, en blijft de regel geldig. |
|
|
|
|
|
Het allereerste begin
is een graaf met één enkel knooppunt, en daarvoor geldt 1 + 1 = 0
+ 2 dus dat klopt.
Dus het blijft kloppen.
Kloar! |
|
|
|
|
|
Twee snelle gevolgen van deze regel
(nog steeds voor enkelvoudige
planaire grafen). |
|
|
|
|
|
|
1. |
als K
≥ 3 dan is V ≤ 3K - 6 |
|
|
|
Laten we de stelling
bewijzen voor een volledig verbonden graaf, dan geldt hij ook voor alle
anderen (die hebben immers alleen maar minder verbindingslijnen)
Het hulpstellinkje helemaal bovenaan deze les: (som van
graden van de facetten) = 2 • V
Maar elk facet heeft graad minstens 3 want de graaf was volledig
verbonden dus de som van de graden is minstens 3f
Dat betekent dus dat 2V ≥ 3f
dus 2/3V
≥ f
Invullen in de Eulervergelijking:
2/3V
+ K ≥ V + 2
⇒ 3K - 6
≥ V |
|
|
■ |
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
δ
≤ 5 (δ
is de laagst voorkomende graad van alle knooppunten) |
|
|
|
δ
• K ≤ som van alle graden van de
knooppunten = 2V ≤ 6K - 12
(volgens de vorige stelling)
12 ≤
K • ( 6 - δ)
6 -
δ mag niet nul of lager worden, dus moet
gelden
δ ≤ 5
(de gevallen K = 1 en K = 2 zijn triviaal) |
|
|
■ |
|
|
|
|
|
|
|
Het regeltje:
12 ≤
K • ( 6 - δ) in het bewijs
bij 2 geeft meteen een aantal conclusies over volledige grafen: |
|
|
• |
Voor K5
is K = 5 en
δ = 4 en staat er 12
≤ 5 • (6 - 4) = 10. Onzin, dus K5
is niet-planair. |
|
|
• |
Voor K6
is K = 6 en
δ = 5 en staat er 12
≤ 6 • (6 - 5) = 6. Onzin, dus K6
is niet-planair |
|
|
• |
De grafen K7
en hoger hebben
δ = 6 en hoger en zijn
dus allemaal niet-planair. |
|
|
|
|
|
Een interessante graaf:
K3, 3 |
|
|
|
|
|
In opgave 1 van de
vorige les heb je (misschien) het volgende probleem door slim te
redeneren opgelost: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Deze drie huisjes
moeten met verbindingslijnen in dit vlak elk met gas, water en licht
worden verbonden.
De graaf die dat doet zie je ernaast, en hij heet K3, 3.
(Later zullen we het gaan hebben over bipartiete grafen,
daar is dit er eentje van).
Als die leidingen elkaar niet mogen snijden gaat het er dus om of deze
graaf planair is of niet.....Nou, dat is niet zo!
Het bewijs.
Omdat K3,3 uit twee groepen knooppunten bestaat die onderling
niet zijn verbonden (de "huisjesgroep" en de "voorzieningengroep")
zal een cykel van K3,3 dus uit minstens 4 verbindingslijnen
moeten bestaan (huisje - voorziening - ander huisje - andere
voorziening - eerste huisje)
Dat betekent dat elk facet van K3, 3 graad minstens 4 heeft.
Maar de som van de graden van die facetten is gelijk aan 2V
(alweer het hulpstellinkje helemaal aan het begin)
4f ≤ som van graden van
f = 2V = 18 dus f
≤ 4 ('t is een geheel getal)
de Eulervergelijking geeft : f + K =
V + 2 geeft f + 6 =
9 + 2 dus f = 5
Die twee zijn tegenstrijdig dus is K3, 3 geen planaire graaf. |
|
|
|
|
|
Gevolgen voor ruimtelijke lichamen! |
|
|
|
|
|
Omdat we in de vorige
les al zagen dat planaire grafen in het platte vlak en op een bol met
elkaar overeenkomen (via de stereografische projectie) zegt de regel van
Euler ineens iets over eigenschappen van een ruimtelijk lichaam!
Immers, de vlakken van zo'n lichaam komen overeen met de facetten van de
graaf, de verbindingslijnen worden de ribben en de knooppunten worden de
hoekpunten!!!
Een fantastisch resultaat: |
Vlakken + Hoekpunten =
Ribben + 2 |
|
|
|
|
|
|
(Oké,
laat ik eerlijk zijn, ik liet me even meeslepen. De hoekpunten
moeten dan wel op de bol liggen..... of op één of ander misvormd soort
"bol" waarvoor die projectie werkt. Er mogen daarom in ieder geval geen
"deuken" in zitten, dus die lichamen moeten voorlopig wel convex zijn.
Toch vind ik het nog steeds fantastisch. Als er een Euler-fanclub zou
zijn, dan zou ik er graag voorzitter van worden). |
|
|
|
|
|
Laten we het even
checken voor de vijf Platonische lichamen (we weten natuurlijk al
dat het klopt, maar het geeft elke keer weer een kick, nietwaar?) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Het wordt helemaal te
gek als je je realiseert dat die tweede en derde elkaars duale graaf
zijn, en die vierde en vijfde ook, en dat die eerste zijn eigen duale
graaf is! Als je de middens van de ribben (of vlakken) van een
lichaam met elkaar verbindt krijg je de duale partner! |
|
|
|
|
|
OPGAVEN |
|
|
1. |
Als de facetten van G
bestaan uit alleen maar driehoeken, dan geldt V = 3K
- 6
Toon dat aan. |
|
|
|
|
2. |
Waarom kun je de
knooppunten van een planaire graaf altijd met 6 kleuren kleuren? |
|
|
|
|
3. |
Als de graad van elk
knooppunt van een graaf minstens g is, dan geldt V
≥ 1/2
• g • K
Toon dat aan. |
|
|
|
|
4. |
In een planaire graaf
zonder driehoeken geldt f ≤ 1/2
• V
Toon dat aan. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|