|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
t - toets. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
William Gosset was
een Engelse statisticus die bovendien hoofdbrouwer van Guinness was. Hij
publiceerde onder het pseudoniem "Student". De door hem
ontwikkelde t-toets heet daarom ook wel de "student-t-toets". Een andere onderzoeker bij Guinness had net een stuk gepubliceerd waarin geheimen van de Guinness Brouwerij werden onthuld. Om dat in de toekomst te voorkomen stond de leiding van Guinness de werknemers alleen nog maar toe te publiceren onder de voorwaarde dat zij geen melding maakten van a) Bier, b) Guinness en c) Hun eigen naam. Gosset koos zijn pseudoniem uit een oud notitieboek waarin hij als student metingen deed door tellingen van gistcellen te verrichten. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Overigens hangt er
bij Guinness aan de muur van hun "Storehouse" nog wel steeds een
plakkaat ter ere van Gosset!! In deze les kun je vinden wat een t-verdeling nou eigenlijk is. Het komt er eigenlijk op neer, dat je een z-toets alleen kunt gebruiken als je weet wat de standaarddeviatie van de hele populatie is. En dat weet je eigenlijk bijna nooit! Je kunt dan natuurlijk de benadering maken dat de standaarddeviatie van de gehele populatie wel gelijk zal zijn aan de standaarddeviatie van jouw steekproef. Maar dat is niet zo! |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In principe gaat een t-toets hetzelfde als een z-toets. Maar in de les over de t-verdeling kun je lezen dat de z = (X - μ)/σ van de standaardnormale verdeling verandert in t = (X - μ)/s waarbij die s de standaarddeviatie van je steekproef is. Die s hangt wel af van de steekproefgrootte n, dus dat betekent dat je voor elke steekproefgrootte n een andere verdeling voor t krijgt. Dat geeft tabellen voor de t-waarden die bij allerlei n aangeven waar de oppervlakte 10%, 5%, 1% enz. is. Die heb je immers nodig om de betrouwbaarheidsintervallen te berekenen. Hier zijn ze: |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(N.B. n is het aantal meetwaarden. Het aantal vrijheidsgraden (d.f.) is één minder). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tijd voor een voorbeeld. Een fabrikant beweert dat er gemiddeld 980 gram boontjes in zijn diepvriesverpakking zit. Een steekproef van 25 verpakkingen levert echter een gemiddelde van 978 gram met als standaarddeviatie (van de steekproef) van σ = 2,8 gram. Kun je concluderen dat er te weinig in de verpakking zit? Neem α = 0,05. oplossing. H0: μ = 980 H1: μ < 980 (éénzijdig). toetsingsgrootheid t = (978 - 980)/(2,8/√25) = -3,57 De t-tabel met n = 25 geeft bij oppervlakten 0,05 (éénzijdige toets) de waarde -1,711 Onze meting van -3,57 is kleiner dan -1,711 dus H0 wordt verworpen. (merk nog even op, dat als we de steekproefdeviatie als de hele populatiedeviatie zouden nemen, we bij de bijbehorende z-toets een overschrijdingskans van normalcdf(-∞, 978, 980, 2,8/√25) = 0,00018 zouden vinden). Met de GR kan het ook! |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |