|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
t-toets voor twee niet-gepaarde steekproeven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De t-verdeling
voor het meten van twee gemiddelden staat in
deze les omschreven. Wat hier volgt is alleen wat gevolgen daarvan voor het uitvoeren van een t-toets om te kijken of die gemiddelden significant van elkaar verschillen. Stel dat we twee series metingen x en y hebben, met aantallen n1 en n2. We maken de aanname dat die twee series afkomstig zijn uit twee normale verdelingen met gelijke standaarddeviaties. Het uitvoeren van een t-toets komt er nu op neer om de twee gemiddelden μx en μy met elkaar te vergelijken. Dat doen we weer door de grootte van het verschil v = μx - μy te nemen. Voor de standaarddeviatie daarvan geldt: |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Daarbij is
σ de standaarddeviatie van alle metingen (n1 +
n2) samen. De toetsingsgrootheid t = (μx - μy)/σv volgt nu weer een t-verdeling, met aantal vrijheidsgraden n1 + n2 - 2 Voorbeeld. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Neem aan dat beide
groepen uit een normale verdeling met gelijke standaarddeviatie zijn
gekozen. Kun je concluderen dat mannen van 40 jaar een hogere bloeddruk
hebben dan mannen van 20 jaar? (neem
α = 0,10, éénzijdig). n1
= 9 en n2 = 16. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |