© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|||
1. | P(spieken \ meisje) =
1280/1680 = 0,7619 P(spieken) = 2680/3500 = 0,7657 Dat is niet gelijk, dus de eigenschappen zijn AFHANKELIJK. |
||
2. | P(even \ vijfvoud) =
4/8 (want
van de 8 vijfvouden 5, 10, 15, 20, 25, 30, 35, 40 zijn er 4 even) P(even) = 1/2 Dat is gelijk, dus de gebeurtenissen A en B zijn ONAFHANKELIJK |
||
3. | a. |
|
|||||||||||||||||
Dit zijn de gegevens
uit de tekst. Omdat de eigenschappen onafhankelijk zijn moet gelden x/480 = 315/2800 Dat geeft x = 54 en daarmee is de tabel verder in te vullen: |
|||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
P(lager dan 40000 en geen drugs) = 2059/2800 = 0,7354 | |||||||||||||||||||
b. | Van de 480
volwassenen met een inkomen hoger dan 40000 gebruiken er 54 drugs. De kans is dus 54/480 = 0,1125 |
||||||||||||||||||
4. |
|
||||||||||||||||||||||
a. | 9445 van de 10000 komen opdagen dus dat is 94,45% | ||||||||||||||||||||||
b. | Van de 555 niet-opdagers zijn er 280 VVDers. De kans is dus 280/555 = 0,5045 | ||||||||||||||||||||||
c. | P(komt opdagen \
PvdA) = 3800/4000 = 0,95 P(komt opdagen) = 9445/10000 = 0,9445 Dat is niet gelijk, dus de gebeurtenissen zijn AFHANKELIJK |
||||||||||||||||||||||
d. | Stel dat een deel
x van de andere partijen niet komt opdagen. Dan komt in totaal van de 10000 mensen er 200 + 280 + 2500x = 480 + 2500x niet opdagen Het percentage niet-opdagen bij de overige partijen moet gelijk zijn aan het percentage niet-opdagers in het totaal. Dus moet gelden: 10000x = 480 + 2500x 7500x = 480 x = 480/7500 = 0,064 Dus 6,4% van de overige partijen zou niet moeten komen opdagen om het onafhankelijk te maken. |
||||||||||||||||||||||
5. | a. | P(EEE) = (1/2)3
= 1/8
en dat levert 3 punten P(EEO) = (1/2)3 • 3 = 3/8 en dat levert 5 punten P(OOE) = (1/2)3 • 3 = 3/8 en dat levert 7 punten P(OOO) = (1/2)3 = 1/8 en dat levert 9 punten |
|||||||||||
|
|||||||||||||
b. | Neem een geval: P(X = 9\Y = 9) betekent dat er 3 oneven punten en drie blauwe knikkers zijn getrokken. Dus dat was drie keer nummer 9. De kans daarop is 0,13 = 0,001 P(X = 9) = 0,125 (zie boven) Dat is niet gelijk dus X en Y zijn afhankelijk. |
||||||||||||
6. |
|
||||||||||||||||||
Van de a
+ c gevallen met eigenschap B zijn er a met eigenschap A,
dus P(A \ B) = a/(a + c) P(A) = (a + b)/(a + b + c + d) Als die gelijk zijn dan moet dus gelden a/(a + c) = (a + b)/(a + b + c + d) ofwel a(a + b + c + d) = (a + c)(a + b) Van de a + b gevallen met eigenschap A zijn er a met eigenschap B, dus P(B \ A) = a/(a + b) P(B) = (a + c)/(a + b + c + d) Als die gelijk zijn dan moet dus gelden a/(a + b) = (a + c)/(a + b + c + d) ofwel a(a + b + c + d) = (a + c)(a + b) Dat zijn dus inderdaad dezelfde twee voorwaarden. |
|||||||||||||||||||
7. | a. |
|
|||||||||||||||||||||
b. | P(blauw \ prijs) = 2250/3500
= 0,6429 P(blauw) = 3000/10000 = 0,3 Dat is niet gelijk dus het is AFHANKELIJK |
||||||||||||||||||||||
c. | P(oranje \ niet-prijs) = 750/6500
= 0,1154 P(oranje) = 2000/10000 = 0,2 Dat is niet gelijk dus het is AFHANKELIJK |
||||||||||||||||||||||
8. | Vanwege de laatste twee voorwaarden kun je de volgende tabel maken: | ||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
Vul de andere voorwaarden in bij 100 gevallen: | |||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
omdat A en D
onafhankelijk zijn geldt P(D \ A) = P(D) dus
x/10 = 0,7 dus x = 7 omdat B en D onafhankelijk zijn geldt P(D \ B) = P(D) dus y/40 = 0,7 dus y = 28 Dat geeft de volgende tabel: |
|||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
P(C \ E) = 15/30
= 0,5 P(C) = 0,5 Dat is gelijk dus C en E zijn ONAFHANKELIJK |
9. | a. | Er zijn 8 mogelijke
uitkomsten (KKK,
KKM, KMK, MKK, MMK, MKM, KMM, MMM) P(uitkomst 1) = P(KKM, KKK) = 2/8 P(uitkomst 1\uitkomst 2) = 1/4 (KKK, MMK, MKK, KMK) is één van de 4 Dat is gelijk dus de uitkomsten zijn onafhankelijk. |
||||||||||||||
b. | Er zijn 8 mogelijke
uitkomsten P(uitkomst 1) = P(KKM, KKK) = 2/8 (zie vraag a) P(uitkomst 1\uitkomst 3) = 1 Dat is niet gelijk dus de uitkomsten zijn afhankelijk. |
|||||||||||||||
10. | a. | P(A) = 1/2 P(B) = P(eo) + P(oe) = 1/4 + 1/4 = 1/2 |
||||||||||||||
b. |
|
|||||||||||||||
B is waar bij de
cellen rechtsboven en linksonder en die hebben totale kans 2p(1
- p) P(A\B) = de cel linksonder = p(1 - p)/(2p(1 - p) Dat moet gelijk zijn aan P(A) = p p = p(1 - p)/(2p(1 - p) geeft p = 1/2 (p ≠ 0, 1) Maar p = 0 en p = 1 zijn ook oplossingen Dat geeft drie mogelijkheden: p = 0, 1/2, 1 |