© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|||
1. | a. | P(k < 8) = P(k ≤ 7) | |
b. | P(k > 2) = 1 - P(k ≤ 2) | ||
c. | P(k = 12) = P(k ≤ 12) - P(k ≤ 11) | ||
d. | P(k ≥ 35) = 1 - P(k ≤ 34) | ||
e. | P(4 < k < 14) = P(k ≤ 13) - P(k ≤ 4) | ||
f. | P(k = 0) = P(k ≤ 0) | ||
g. | P(k ≥ 13) = 1 - P(k ≤ 12) | ||
h. | P(5 ≤ k < 15) = P(k ≤ 14) - P(k ≤ 4) | ||
2. | a. | P(k < 5) = P(k ≤ 4) | |
b. | P(k ≤ 5) | ||
c. | P(k > 9) = 1 - P(k ≤ 9) | ||
d. | P(k ≥ 3) = 1 - P(k ≤ 2) | ||
e. | P(k = 11) = P(k ≤ 11) - P(k ≤ 10) | ||
f. | :P(k ≤ 20) | ||
g. | P(k = 13 of k = 14) = P(k ≤ 14) - P(k ≤ 12) | ||
h. | P(4 < k < 12) = P(k ≤ 11) - P(k ≤ 4) | ||
3. | n = 20,
p = 0,9 (negen van de tien keer) P(X ≥ 16) = 1 - P(X ≤ 15) = 1 - binomcdf(20, 0.9, 15) = 0,9568 |
||
4. | a. | n = 10 (tien ronden) p = 18/37 (18 van de 37 zijn rood) P(X ≥ 4) = 1 - P(X ≤ 3) = 1 - binomcdf(10, 18/37 , 3) = 0,8051 |
|
b. | n = 70 (70 ronden) p = 1/37 (ιιn van de 37 is groen) P(X < 3) = P(X ≤ 2) = binomcdf(70, 1/37, 2) = 0,7063 |
||
5. | n = 120 (er
doen 120 studenten tentamen) p = 0,08 (gegeven) P(10 < X < 20) = P(X ≤ 19) - P(X ≤ 10) = binomcdf(120, .08, 19) - binomcdf(120, .08,10) = 0,3635 |
||
6. | a. | n = 12
(er zijn 12 telefoontjes) p = 0,86 P(X ≥ 7) = 1 - P(X ≤ 6) = 1 - binomcdf(12, 0.86, 6) = 0,9967 |
|
b. | Om een enquκte
ingevuld te krijgen moeten er twee dingen gebeuren: er moet opgenomen worden EN men moet bereid zijn mee te werken. De kansen daarop zijn 0,86 en 0,18 dus de kans dat beiden gebeurt is 0,86 0,18 = 0,1548 Van X telefoontjes krijg je dus gemiddeld 0,1548X ingevulde enquκtes. 0,1548X = 250 geeft X = 1615 Een medewerker zal gemiddeld 1615 telefoontjes moeten plegen voor 250 ingevulde enquκtes. |
||
c. | P(er nemen van de 20 zes op) n = 20, p = 0,86 P(X = 6) = binompdf(20, 0.86, 6) = 0,0868 P(van de 15 doen er 2 mee) n = 15 p = 0,18 P(X = 2) = binompdf(15, 0.18, 2) = 0,2578 De kans dat beiden gebeurt is dan 0,0868 0,2578 = 0,0224 |
||
7. | a. | n = 20 (20 worpen) p = 0,40 (40% kans op raak) P(X > 12) = 1 - P(X ≤ 12) = 1 - binomcdf(20, 0.40, 12) = 0,0210 |
|
b. | n = ? p = 0,40 P(X > 8) = 1 - P(X ≤ 8) = 1 - binomcdf(X, 0.40, 8) Voer in: Y1 = 1 - binomcdf(X, 0.40, 8) Kijk bij TABLE wanneer dat voor het eerst meer dan 0,90 is Dat is bij X = n = 30 (kans 0,9060) De speler moet minstens 30 worpen nemen. |
||
c. | Het maximale aantal
successen is 5, dus de speler neemt 5 worpen, en n = 5 p is onbekend P(X = 1) = binompdf(5, p, 1) = 0,31 Voer in Y1 = binompfd(5, X, 1) en Y2 = 0,31 intersect (WINDOW Xmin = 0 en Xmax = 1 want dat is een kans) geeft X = p = 0,09 of p = 0,35 P(X = 2) = binompdf(5, p, 2) = 0,34 Voer in Y1 = binompfd(5, X, 2) en Y2 = 0,34 intersect geeft X = p = 0,36 of p = 0,44 P(X = 3) = binompdf(5, p, 3) = 0,18 Voer in Y1 = binompfd(5, X, 3) en Y2 = 0,18 intersect geeft X = p = 0,35 of p = 0,82 Omdat alle drie tegelijk moet gelden is p = 0,35 (ongeveer, want de percentages bij de staven zijn afgeronde getallen) Dan is P(X = 0) = binompdf(5, 0.35, 0) = 0,12 dus 12% P(X = 4) = binompdf(5, 0.35, 4) = 0,049 dus 5% P(X = 5) = binompdf(5, 0.35, 5) = 0,005 dus 0,5% |
||
8. | n = 3000 want
er zijn 3000 mensen die dood kunnen gaan. p = 0,01 noem succes dat er iemand doodgaat. Als men k graven graaft dan zijn er niet genoeg graven als het aantal successen meer dan k is. P(X > k) = 1 - P(X ≤ k - 1) < 0,04 Y1 = 1 - binomcdf(3000, .01, X - 1) Kijk bij TABLE wanneer dat voor het eerst kleiner dan 0,04 is. Dat geeft X = k = 41 (kans 0,0316) Men moet dus minstens 41 graven graven. |
||
9. | n = onbekend =
X p = 0,48 (succes is een vraag goed beantwoorden) Meer dan de helft goed betekent P(k > 0,5X) = 1 - P(k ≤ 0,5X) Voer in Y1 = 1 - binomcdf(X, 0.48, 0.5X) Kijk bij TABLE wanneer dat maximaal is (neem alleen even getallen voor X). Dat geeft X = 24 of X = 26. (kans 0,344) Je moet 24 of 26 vragen nemen. |
||
10. | a. | Om bij Jaap te komen
moet Joop 10 stappen doen waarvan er 6 omhoog zijn. n = 10 p = 2/6 (succes is dat hij omhoog gaat) P(X = 6) = binompfd(10, 2/6, 6) = 0,0569 |
|
b. | Na 10 stappen is er
het kritieke moment; dan is hij bij Joep of Jaap en daarna niet meer. Hij gaat ertussendoor als het aantal stappen omhoog minder dan 6 en meer dan 1 is. n = 10 p = 2/6 (succes is dat hij omhoog gaat) P(1 < X < 6) = P(X ≤ 5) - P(X ≤ 1) = binomcdf(10, 2/6, 5) - binomcdf(10, 2/6, 1) = 0,8194 |
11. | a. | P(k = 2) = P(NW)
= 0,2 0,8 = 0,16 P(k = 3) = P(NNW) = 0,2 0,2 0,8 = 0,032 |
|
b. | P(geen vlam in 3
pogingen) = 0,2 0,2 0,2 = 0,008 P(minstens ιιn vlam) = 1 - 0,008 = 0,992 |
||
c. | P(afkeuren) = 0,05
dus p3 = 0,05 Dan is p = 0,051/3 = 0,3684 |
||
d. | (10 nCr 3) = 120 | ||
e. | P(goedkeuren) = P(0
weigeringen OF 1 weigering OF 2 weigeringen) Het aantal weigeringen is binomiaal verdeeld n = 10 p = 0,2 P(X ≤ 20 binomcdf(10, 0.2, 2) = 0,6778 |
12. | a. | Het
aantal beschimmelde sinaasappels is binomiaal verdeeld met n = 3
en p = 0,01 P(1 beschimmeld) = binompdf(3 , 0.01 , 1) = 0,029 OF Noem B = beschimmeld (kans 0,01) en N = niet-beschimmeld (kans 0,99) 1 beschimmeld kan bijv. via de serie BNN en de kans daarop is 0,01 0,992 Er zijn 3 nCr 1 = 3 zulke series, dus de totale kans wordt 3 0,01 0,992 = 0,029 |
b. | Het
aantal beschimmelde sinaasappels in een doos is binomiaal verdeeld met n
= 50 en p = 0,01 De kans op en doos zonder beschimmelde sinaasappels is dan binompdf(50 , 0.01 , 0) = 0,605 OF Dan moeten alle sinaasappels goed zijn en de kans daarop is 0,9950 = 0,605 |
|
c. | De kans
op een doos die niet in orde is is 1 - 0,605 = 0,395. Het aantal dozen dat niet in orde is is binomiaal verdeeld met n = 5 en p = 0,395. P(X ≥ 4) = 1 - P(X ≤ 3) = 1 - binomcdf(5 , 0.395 , 3) = 1 - 0,917 = 0,083 |
|
13. | a. | Het aantal
fout beantwoorde vragen is binomiaal verdeeld met n = 10 en p
= 0,2 P(X ≥ 1) = 1 - P (X ≤ 0) = 1 - binomcdf(10, 0.2, 0) = 0,8926 |
|
b. | Stel dat er drie
antwoorden zijn waarvan A het goede is. P(A) = 0,8 en P(B) = P(C) = 0,1 Dan is P(AA) + P(BB) + P(CC) = 0,82 + 0,12 + 0,12 = 0,66 |
||
c. | P(1 vraag hetzelfde)
= 0,66 (zie vraag 9) P(10 vragen hetzelfde) = 0,6610 = 0,0157 Dat is niet kleiner dan 1% dus de docent zal geen strafmaatregelen treffen. |
||
14. | a. | Dit is
een vaasmodel. Er zijn 28 bloemkoolkaarten en 84 andere kaarten. |
|
b. | Het aantal keren
de de eerste kaart een tomaat is, is binomiaal verdeeld. n = 150, p = 0,25 P(X > 37) = 1 - P(X ≤ 37) = 1 - binomcdf(150, 0.25, 37) = 0,4937 |
15. | n is onbekend
= X marktkoopman 1: p = 0,80 (succes is een goede appel) P(k ≥ 20) = 1 - P(k ≤ 19) = 1 - binomcdf(X, 0.80, 19) Y1 = 1 - binomcdf(X, 0.80, 19) Kijk bij TABLE wanneer dat voor het eerst groter dan 0,99 is. Dat geeft X = 32 (kans 0,99395) Je moet dus 32 appels kopen en dat kost 32 0,16 = 5,12 marktkoopman 2: p = 0,85 (succes is een goede appel) P(k ≥ 20) = 1 - P(k ≤ 19) = 1 - binomcdf(X, 0.85, 19) Y1 = 1 - binomcdf(X, 0.85, 19) Kijk bij TABLE wanneer dat voor het eerst groter dan 0,99 is. Dat geeft X = 29 (kans 0,99706) Je moet dus 29 appels kopen en dat kost 29 0,18 = 5,22 Marktkoopman 1 is het goedkoopst, en het gaat 5,12 kosten. |
||
16. | a. | n = 306 p = 0,50 (kans op winst thuisspelende ploeg) P(X < 170) = P(X ≤ 169) = binomcdf(306, 0.50, 169) = 0,9705 |
|
b. | n = 306 p = 0,20 (kans op winst uitspelende ploeg) P(X ≥ 80) = 1 - P(X ≤ 79) = 1 - binomcdf(306, 0.20, 79) = 0,0,0055 |
||
c. | In 306 wedstrijden
kunnen maximaal 306 3 = 918 punten gehaald worden (als er geen
gelijkspellen zijn) Elk gelijkspel zorgt voor 1 punt minder (1-1 in plaats van 3-0) 846 punten betekent dus 72 gelijkspellen. n = 306 p = 0,30 (kans op gelijkspel) P(X = 72) = binompdf(306, 0.30, 72) = 0,0022 |
||
17. | a. | P(2e raak)
= P(1e raak en 2e raak) + P(1e mis en 2e
raak) = 0,70 0,80 + 0,30 0,60 = 0,74 |
|
b. | n = 100 p = 0,74 (vraag a) P(X ≥ 80) = 1 - P(X ≤ 79) = 1 - binomcdf(100, 0.74, 79) = 0,1027 |
||
18. | a. | n = 400 p = 0,60 P(X > 250) = 1 - P(X ≤ 250) = 1 - binomcdf(400, 0.60, 250) = 0,1418 |
|
b. | n = ? p = 0,60 P(X > 200) = 1 - P(X ≤ 200) = 1 - binomcdf(?, 0.60, 200) < 0,05 Y1 = 1 - binomcdf(X, 0.60, 200) Kijk bij TABLE wanneer dat kleiner is van 0,05 Dat is bij X = 0 tot en met 310 De winkelier kan maximaal 310 bonnen uitdelen |
||
19. | a | P(wel, wel) = 1/32 1/32 = 0,00097656 dus dat is ongeveer 0,001 | |
b. | n = 500 p = 0,001 (vraag a) P(X = 4) = binompdf(500, 0.001, 4) = 0,0016 |
||
c. | n = 500 p = 0,001 (vraag a) P(X ≥ 4) = 1 - P(X ≤ 3) = 1 - binomcdf(500, 0.001, 3) = 0,0,0017 |
||
d. | n = 500 p = ? P(X = 4) = binompdf(500, ?, 4) = 0,002 Y1 = binompdf(500, X, 4) Y2 = 0,002 intersect geeft X = 0,0266 of X = 0,00107 en dat is p2 Dus p = √0,0266 = 0,163 of p = √0,00107 = 0,033 Die eerste is wel ERG groot, dus waarschijnlijk zal de tweede de gezochte kans zijn. |
||
20. | a. | n = 20 p = 0,08 P(X = 3) = binompdf(20, 0.08, 3) = 0,1414 |
|
b. | n = 50 p = 0,02 P(X ≥ 5) = 1 - P(X ≤ 4) = 1 - binomcdf(50, 0.02, 4) = 0,0032 |
||
c. | Als er F fietsers
zijn, dan zijn er 540 - F auto's geweest. 0,08F + 0,02(540 - F) = 24 0,08F + 10,8 - 0,02F = 24 0,06F = 13,2 F = 220 Dat zijn dus 220 fietsers en 320 auto's geweest. |
||
21. | a. | 0,8745 = 0,0019 | |
b. | n = 45 p = 0,13 (kans dat Giri niet wint) P(X ≥ 10) = 1 - P(X ≤ 9) = 1 - binomcdf(45, 0.13, 9) = 0,0602 |
||
c. | Dat is 5 verlies, 30
winst en 10 remise. 0,035 0,8730 0,1010 (45 nCr 5) (40 nCr 30) = 0,000039 |
||
22. | P(spijbelen) = P(6) +
P(5 en dan 6) = 1/6
+ 1/6
1/6
= 7/36 P(opdagen) = 1 - 7/36 = 29/36 n = 23 p = 29/36 P(X < 18) = P(X ≤ 17) = binomcdf(23, 29/36, 17) = 0,2813 |
||
23. | Er zijn drie manieren
om te ontsnappen: I: via de onderste rij: dan moet je direct 7 keer Oost kiezen. kans is (4/6)7 = 0,0585 II: via de ιιn na onderste rij. Dan moet je na 7 stappen 6 keer Oost en ιιn keer Noord hebben gekozen, en de achtste stap moet Oost zijn. Kans: binompdf(7, 4/6, 6) 4/6 = 0,1366 III: via de tweede rij van onderen: Dan moet je na 8 stappen 2 Noord en 6 Oost hebben gekozen, en de negende stap Oost nemen. Kans: binompdf(8, 4/6, 6) 4/6 = 0,1821 Samen geeft dat kans 0,0585 + 0,1366 + 0,1821 = 0,3772 |
||
24. | 11 mensen moeten een
muntstuk opgooien, dus n = 11 De kans dat iemand hem schuldig vindt is dan 0,5 De verdachte wordt veroordeeld als minstens 11 mensen hem schuldig vinden, dus van de muntstukgooiers moeten minstens 6 hem schuldig vinden P(X ≥ 6) = 1 - P(X ≤ 5) = 1 - binomcdf(11, 0.5, 5) = 0,5 |
||
25. | n = aantal
mensen = ? p = kans op jarig op 19 maart = 1/36 P(X ≥ 3) = 1 - P(X ≤ 2) = 1 - binomcdf(X, 1/36, 2) Y1 = 1 - binomcdf(X, 1/365, 2) Kijk bij TABLE wanneer dat voor het eerst groter dan 50% is. Dat is vanaf X = 976 De groep moet dus minstens 976 mensen zijn. |
||
26. | a. | n = 19 p = 0,80 (kans dat iemand WEL komt opdagen) Er is overbezetting als er meer dan 16 mensen komen opdagen. P(X > 16) = 1 - P(X ≤ 16) = 1 - binomcdf(19, 0.80, 16) = 0,2369 |
|
b. | n = ? p = 0,80 (kans dat iemand WEL komt opdagen) Er is overbezetting als er meer dan 16 mensen komen opdagen. P(k > 16) = 1 - P(k ≤ 16) = 1 - binomcdf(X, 0.80, 16) Y1 = 1 - binomcdf(X, 0.80, 16) Kijm bij TABLE voor welke waarden dat kleiner dan 0,1 is. Dat is bij n kleiner dan 19. Het aantal huurders is maximaal 18. |
||
27. | a. | 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 = 0,0004 | |
b. | binomiaal verdeeld
met n = 40, p = 0,3 P(X > 12) = 1 - P(X ≤ 12) = 1 - binomcdf(40, 0.3, 12) = 0,423 |
||
28. | a. | binomiaal
met n = 50 en p = 0,9 P(X ≥ 45) = 1 - P(X ≤ 44) = 1 - binomcdf(50 , 0.9 , 44) = 0,62 |
|
b. | Voor
ιιn bedrijf is de kans na 5 jaar te overleven 0,955 =
0,77378 n = 144, p = 0,77378 P(X ≥ 100) = 1 - P(X ≤ 99) = 1 - binomcdf(144, 0,77378 , 99) = 0,99 |
||
29. | n = 5 p = 0,75 P(X ≥ 5) = 1 - P(X ≤ 4) = 1 - binomcdf(10, 0.75, 4) » 0,98 |
||
30. | a. | P(geen
prijs) = 0,95 0,80 = 0,76 Dus P(minstens ιιn prijs) = 1 - 0,76 = 0,24 |
|
b. | Binomiaal
met n = 20, p = 0,24 P(X ≥ 8) = 1 - P(X ≤ 7) = 1 - binomcdf(20, 0.24 , 7) = 0,083 |
||
31. | a. | binomiaal verdeeld
met n = 154 en p = 0,05 P(X ≤ 2) = binomcdf(154, 0.05, 2) = 0,015 |
|
b. | binomcdf(154, X, 2)
= 0,05 Y1 = binomcdf(154, X, 2) en Y2 = 0,05 window bijv. Xmin = 0, Xmax = 1, Ymin = 0, Ymax = 0,1 intersect geeft p = 0,04 |
||
32. | a. | het aantal
schadegevallen is binomiaal verdeeld met n = 800 en p
= 0,01 P(6) = binompdf(800, .01, 6) = 0,1223 |
|
b. | P(X ≥ 20) = 1 - P(X ≤ 19) = 1 - binomcdf(800, 0.01, 19) = 0,0002317 | ||
33. | a. | Er zijn twee
mogelijkheden: F, NF, F, NF, F, NF, F, NF, F, NF en NF, F, NF, F, NF, F, NF, F, NF, F De kans op beiden is gelijk, en die is 5/10 4/9 4/8 4/7 3/6 3/5 2/4 2/3 1/2 1 = 1/252 De totale kans is daarom 2 1/252 = 1/126 ≈ 0,008 (of: er zijn 10 nCr 5 = 252 mogelijkheden, waarvan 2 gunstig, dus de kans is 2/252) |
|
b. | Voor ιιn persoon
is die kans 0,2. Het aantal proefpersonen dat de eerste dag tablet 1 of 2 kiest is binomiaal verdeeld. Het aantal experimenten is n = 18. De kans op succes (1 of 2 kiezen) per keer is 0,2 Het gaat om 6 of meer successen, dus P(X ³ 6) = 1 - P(X ≤ 5) = 1 - binomcdf(18, 0.2, 5) = 0,133 |
||
34. | a. | het
aantal ritten is binomiaal verdeeld met n = 40 en p = 0,5. P(X ≥ 26) = 1 - P(X ≤ 25) = 1 - binomcdf(40, .5, 25) = 0,0403 |
|
b. | precies 26 geeft
kans binompdf(40, p, 26) voer in de GR in: Y1 = binompdf(40, p, 26) kijk bij TABLE wanneer dat maximaal is. (Tblset - Tblstart 0,5 en ΔTbl 0,01 geeft de tabel hiernaast) Het maximum zit inderdaad bij p = 0,65 |
||
35. | a. | Voor elk antwoord zijn er steeds 4 mogelijkheden. Samen geeft dat 4 4 4 ..... = 410 = 1048576 mogelijkheden. |
|
b. | De kans op een goed antwoord is elke keer
1/3. Dat is dus binomiaal verdeeld. n = 10 p = 1/3 P(X ≤ 5) = binomcdf(10, 1/3, 5) = 0,9234 |
||
36. | a. | Bij
ιιn dag is de kans dat ze op tijd is 0,866 Voor vijf dagen is dan de kans 0,8665 = 0,487 en dat is inderdaad kleiner dan 0,5 |
|
b. | In 19
weken zijn er 19 5 = 95 schooldagen. n = 95 p = 0,134 (de kans dat de trein te laat komt is 1 - 0,866) P(X ≥ 9) = 1 - P(X ≤ 8) = 1 - binomcdf(95, 0.134, 8) = 0,9038 |
||
c. | P(0
keer officieel te laat) = P(0 of 1 keer echt te laat) binomcdf(5, 0.134, 1) = 0,8638.... en dat is afgerond 0,864 P(1 keer officieel te laat) = P(2 keer echt te laat) binompdf(5, 0.134, 2) = 0,1166.... en dat is afgerond 0,117 |
||
37. | a. | Als er
meer dan 65 over zijn, dan moeten meer dan 17 van de gokkers het goed
hebben. Dit is voor de gokkers een binomiaal experiment met n = 52, p = 1/3 P(X > 17) = 1 - P(X ≤ 17) = 1 - binomcdf(52, 1/3, 17) = 0,4739 |
|
b. | Als X
spelers gokken, zullen daarvan 1/3X het goed hebben De andere 70 - X mensen wisten het dus zeker. Dan zijn er uiteindelijk 70 - X + 1/3X mensen over zijn. 70 - X + 1/3X = 54 ⇒ 2/3X = 16 ⇒ X = 24. Er hebben naar verwachting 24 mensen gegokt. |
||
38. | a. | de
helft is 254 mannen. Dit is binomiaal verdeeld met n = 508 en p = 0,52 P(X = 254) = binompdf(508, 0.52, 254) = 0,0236 |
|
b. | Dit is
binomiaal verdeeld met n = 219 en p = 0,71. P(meer dan 150 maar minder dan 165) = P(150 < X < 165) = P(X ≤ 164) - P(X ≤ 150) = binomcdf(219, 0.71, 164) - binomcdf(219, 0.71, 150) = 0,9117 - 0,2273 = 0,684 |
||
c. | P(X ≥ 50) = 1
- P(X ≤ 49) = 1 - binomcdf(508, p, 49) = 0,816 Y1 = 1 - binomcdf(508, X, 49) Y2 = 0,816 intersect geeft dan een kans van p = 0,11 |
||
d. | P(voldoende vrouwen in leven) = P(minstens 50 vrouwen in leven) = P(X > 50) = 1 - P(X ≤ 49) = 1 - binomcdf(219, 0.26, 49) = 0,8750 De kans dat er voldoende mannen in leven zijn is 0,816 De kans dat beiden voorkomt is dan 0,816 0,8750 = 0,714 |
||