© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

     
1. P(minstens één parel) = 1 - P(geen parel)
P(geen parel) = P(10 keer niet gekozen) = (5/6)10 = 0,1615
P(minstens één parel) = 1 - 0,1615 = 0,8385
       
2. P(minstens één op het briefje) = 1 - P(geen op het briefje)
P(geen op het briefje) =  (7/10)11 = 0,0198
P(minstens één ) = 1 - 0,0198 = 0,9802
       
3. a. P(alarm gaat af) = 1 - P(alarm gaat niet af)
P(alarm gaat niet af) = P(NNNNN) = 0,555 = 0,0503
P(alarm gaat af) = 1 - 0,0503 = 0,9497
       
  b. P(alarm gaat niet af) moet kleiner zijn dan 0,005

Meer sensoren:  0,55x < 0,005  geeft  x = 9  (0,559 = 0,0046)
Dus 4 sensoren bijplaatsen en dat kost  ƒ32000,-

Sensoren vervangen: de kans dat een nieuwe detector niet afgaat is 0,2.
0,553 • 0,22 = 0,00666 en dat is niet genoeg
0,552 • 0,23 = 0,00242 en dat is genoeg.
Dus 3 sensoren vervangen en dat kost ƒ27000,-.

Men moet dus minimaal ƒ27000,- uitgeven.
       
4. a. P(niet) = P(NN) = 0,9 • 0,9 = 0,81
       
  b. Er zijn 10 ritten.
kans op 1 keer:   0,1 • (0,9)9  • (10 nCr 1) = 0,3874
       
  c. Als de intensiteit p% is, dan is de kans op controle 0,01p
Dan is de kans op geen controle  1 - 0,01p
!0 keer geen controle heeft dan kans  (1 - 0,01p)10
       
  d. (1 - 0,01p)10 = 0,2
1 - 0,01p = 0,21/10 = 0,8513
0,01p = 0,1487
p
= 14,87%
       
5. a. De rode takken hiernaast.

Kans is 3/62/5 + 2/62/5 = 8/30
     
  b. Het gemiddelde is alleen 8 als hij er 7-8-9 uittrekt.
Dat kan op 6 manieren:
789, 798, 879, 897, 987, 978
Er zijn dus zes goede takken.
Eén zo'n tak (bijv 789) heeft kans  3/62/51/4 = 1/20
Zes zulke takken hebben dan samen kans  6/20 = 0,3
       
6. P(geen prijs) = P(NNN) = 8/107/96/8 = 336/720 = 0,4667
P(minstens één prijs) = 1 - 0,4667 = 0,5333
       
7. P(minstens 2 op dezelfde dag) = 1 - P(allemaal verschillend)
P(allemaal verschillend) = 1 • 364/365363/365362/365 • ... • 336/365  = 0,2937
P(minstens 2 op dezelfde dag) = 1 - 0,2937 = 0,7063
       
8. a. P(minstens 2 op dezelfde verdieping) = 1 - P(allemaal op een verschillende verdieping)
P(allemaal verschillend) = 1 • 24/2523/2522/2521/2520/2519/25 = 0,3969
P(minstens 2 op dezelfde verdieping) = 1 - 0,3969 = 0,6031
       
  b. P(minstens één bij mij) = 1 - P(allemaal niet bij mij)
P(allemaal niet bij mij) = (24/25)6  = 0,7828
P(minstens één bij mij) = 1 - 0,7828 = 0,2172
       
9. opm. voor het gemak rekenen we in deze opgave met 16000000 Nederlanders en niet 15999998 (de twee treinreizigers niet). Dat maakt voor de kansen niet veel uit.
     
  a. De kans dat de willekeurig Nederlander één persoon kent is  1000/16000000 = 0,0000625
De kans dat de willekeurige Nederlander beide mensen in de trein kent is  0,00006252 = 0,000000003906
De kans dat de willekeurige Nederlander niet beide mensen kent (dus één of  geen kent),
is 1 - 0,000000003606 = 0,9999999961
       
  b. De kans dat alle 16000000 Nederlanders deze treinreizigers beiden niet kennen is dan
0,000000006116000000 = 0,94
De kans op een gezamenlijke kennis is dan 1 - 0,84 = 0,06.
       
10. a. 73 jaar is  73 • 365 • 24 • 60 = 38368800 minuten
12 uur en 25 minuten is  12 • 60 + 25 = 745 minuten
38368800/745 • 300 = 172 keer.
       
  b. P(minstens eenmaal) = 1 - P(nooit) = 1 - (299/300)73 = 0,22
Dat is redelijk in overeenstemming met "bijna 25%"
       
11. a. 10 keer per minuut elke keer 0,25 seconden de ogen dicht is in totaal 2,5 seconden dichte ogen.
Dat is per minuut, dus van de 60 seconden.
De kans op dichte ogen is daarom 2,5/60 = 0,0417
       
  b. P(iedereen open) = 0,9620 = 0,442
       
  c. P( geslaagde foto) = 0,9625 = 0,36
P(geen geslaagde foto) = 1 - 0,36 = 0,64
P(alle 5 de foto's NIET geslaagd = 0,645 = 0,107
P(minstens één wel geslaagd) = 1 - 0,107 = 0,893
       
  d. 0,98 = 1 - 0,7061F    ⇒  0,7061F = 0,02  ⇒  F = log(0,02)/log(0,7061) = 11,24 
(het kan ook met de GR en intersect)
Hij moet dus minstens 12 foto's maken.
       
12. a p3 = P(fout-fout-goed) = 0,95 • 0,95 • 0,05 = 0,045125
       
  b. P(geen verbinding)  = 0,9512 = 0,54036
P(wel verbinding)  = 1 - 0,54036 = 0,4596
       
  c. P(geen verbinding) = 0,95M
0,95M = 0,30  ⇒  M = 23,47...  dus M moet gelijk zijn aan 24 of meer.
       
13. a. P(gered) = P(W) + P(NW) + P(NNW) + P(NNNW) + .....
= 1/2   +   1/2 · 1/3   +   1/2 · 2/3 · 1/4   +   1/2 · 2/3 · 3/4 · 1/5   +   ......
= 1/2   +   1/2 · 1/3   +   1/3 · 1/4   +   1/4 · 1/5   +   ...   +   1/100 · 1/101 
       
  b. P(NIET gered) = P(NNNNN...) = 1/22/33/4 • ... • 100/101  = 1/101
Dus P(gered) = 1 - 1/101 = 100/101
       
14. a. P(Z = 2) = P(22) = 1/41/3 = 1/12
P(Z = 1) = P(11) + P(33) = 1/41/3 + 1/41/3 = 2/12
P(Z = 0)  is de rest dus  9/12
       
  b. Bereken de kans op minder dan 3 punten.
minder dan 3 kan op de volgende drie manieren:
• vier keer 0 punten. kans is  (9/12)4  = 0,3164
• drie keer 0 en één keer 1.  kans is (9/12)32/12 • 4 = 0,2813
• twee keer 0 en twee keer 1:  kans is  (9/12)2 • (2/12)2 • 6  = 0,0938
• drie keer 0 en één keer 2:  kans is  (9/12)31/12 • 4 = 0,1406

Samen geeft dat kans  0,3164 + 0,2813 + 0,0938 + 0,1406 = 0,8321
P(3 of meer) = 1 - 0,6915 = 0,1679
       
6. P(hoogstens 6) = 1 - P(7 of 8) = 1 - P(7) - P(8)
P(7) = 80/30079/29978/298 77/29776/29675/295220/294 • 8 = 0,00187
P(8) = 80/30079/29978/29877/29776/29675/29574/294 = 0,00008
P(hoogstens 6) = 1 - 0,00187 - 0,00008 = 0,99805
       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)