© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

     
1. f(x) = 1/x2 + 2x2x + 4 = x-2 + 2x2,5 + 4
f ' =  -2x-3 + 5x1,5
f '(1) = 3 dus de raaklijn is  y = 3x + b
Daar moet (1,7) op liggen:   7 = 3 • 1 + b  ⇒  b = 4
De raaklijn is dan y = 3x + 4
       
2. a. K(t) = 0,00032t2 - 0,16t + 15
K '(t) = 0,00064t - 0,16
t = 100 geeft dan  K '(100) = -0,096
Dus per seconde stroomt er 0,096 liter uit de kan (dat is 9,6 cl)
       
  b. De kan is leeg als  0,00032t2 - 0,16t + 15 = 0
Y1 = 0,00032X^2 - 0,,16X + 15 en dan calc - zero met de GR geeft  t = 125 seconden
K(0) = 15 liter
in 125 seconden 15 liter is gemiddeld 0,12 liter  0,12 liter per seconde.
       
  c. K ' = -0,12
-0,12 = 0,00064t - 0,16
0,00064t = 0,04
t = 62,5 seconden.  
       
3. a. H = 241 • m-0,25
H ' = -0,25 • 241 • m-1,25 
m = 80 geeft  H ' = -0,25 • 241 • 80-1,25 = -0,252
       
  b. Dat betekent dat als een dier dat 80 kg weegt zwaarder wordt, de hartslag af\neemt met 0,25 slagen/min per kg gewichtstoename.
       
  c. H ' = 0,3
-60,25 • m-1,25   = 0,3
m-1,25 = -0,00498
m = (-0,00498)1/-1,25 = 69,5 kg
H = 241/69,50,25 = 83
       
4. Bij deze vrouw met hoort dan de formule SDubois = 0,303787 • M0,425 
S ' = 0,425 • 0,303787 • M0,425 - 1 = 0,129109475 • M-0,575
M = 66 geeft dan  S = 0,129109475 • 66-0,575  =
0,0116

Dat betekent dat de oppervlakte groeit met 0,0116 m2 per kg gewichtstoename.
       
5. 8Öx - x2  = 0
x2 = 8Öx
x
1,5 = 8
x = 82/3 = 4
P is het punt  (4, 0)

f '(x) = 4x-0,5 -  2x
f
'(4) = -6 dus de raaklijn heeft helling -6
0 = -6 · 4 + b  geeft  b = 24
Q is het punt  (0, 24)

De oppervlakte van driehoek OPQ is  0,5 · 4 · 24 = 48
       
6. a. B = 0  geeft  I = a • 0 + 1001 - p(1 - a)0p = 0 + 0 = 0  dus dat klopt.
B = 100 geeft  I = a • 100 + 1001 - p (1 - a) • 100p
100p • 1001 - p  = 100, dus dat geeft  I = 100a + 100(1 - a) = 100a + 100 - 100a = 100 dus dat klopt ook.   
       
  b. B = 50 moet I = 17 opleveren
17 = 50a + 100-2 • (1 - a) • 503
17 = 50a + 12,5(1 - a)
17 = 50a + 12,5 - 12,5a
4,5 = 37,5a
a
= 4,5/37,5 = 0,12
       
  c. I  = a • B +1001− p • (1− a) • Bp
I = a • B +100-2  •(1− a) • B3
B = 50  en  I = 17  geeft  17 = 50a +  12,5(1 − a)
17 = 50a + 12,5 − 12,5a
4,5 = 37,5a
a
= 0,12
       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)