© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

     
1. a. Hhoek = e-0,02359V + 8,36+ 1375
Hhoek = e-0,02359V · e8,36 + 1375
Hhoek = 4273 ·e-0,02359V + 1375
Hhoek = 4273 ·(e-0,02359)V + 1375
Hhoek = 4273 ·(0,9767)V + 1375
       
  b. Hhoek = e-0,02359V + 8,36 + 1375
Hhoek' = -0,02359·e-0,02359V + 8,36

Htussen = e-0,02398V + 8,144 + 1144
Htussen' = -0,02398 · e-0,02398V + 8,144

Zie de grafieken hiernaast.

H 'hoek ligt lager dan H 'tussen; dus de waarden zijn groter negatief, dus de mate waarin de kosten afnemen is groter bij hoekwoningen dan bij tussenwoningen.
       
2.
  Als d groter wordt dan wordt de noemer ook groter.
Dan wordt de hele breuk kleiner (negatief)
Dus het dalen neemt af
Er is sprake van afnemende daling.
       
3. a. P = 100 • (1 - 0,9712t )
P = 100 - 100 • 0,9712t 
P '  =
-100 • 0,9712t • ln(0,97) • 12
P '= 36,5510... • 0,9712t
k = 36,55
       
  b. P ' = 36,6 • 0,9712t 

P' >
0  dus P stijgt.

Als t groter wordt, dan wordt 12t ook groter
Dan wordt 0,9712t kleiner (omdat 0,97 <1)
Dus als t toeneemt dan neemt P ' af
Er is daarom sprake van afnemende stijging.
       
4.
 
  De teller (11040) en de noemer (een kwadraat) zijn beiden positief, dus P' is positief, dus P stijgt.

Als t groter wordt, dan wordt de noemer groter en blijft de teller gelijk, dus wordt P' kleiner.
Dus de stijging van P wordt kleiner dus P is afnemend stijgend.
       
5. a. AH 2 + HM 2 = AM 2
AH 2 = AM 2  - HM 2 
AM  = x + 6371
HM = 6371
AH2 = (x + 6371)2 - 63712
AH 2 = x2 + 12742x + 63712 - 63712
AH
2 = x2 + 12742x
AH = √(x2 + 12742x)
       
  b. Als x toeneemt dan nemen 12742x en x2 beiden ook toe
Dan neemt het deel onder de wortel dus ook toe
Dan neemt de wortel zelf ook toe.
       
  c. AH = (12742x + x2)0,5
AH ' =  0,5(12742x + x2)-0,5 • (12742 + 2x)
omdat x > 0 is  alles positief, dus  AH ' is altijd positief, dus AH neemt toe.
       
  d. x = 10 geeft  AH = √(12742 • 10 + 102) = 357,09...
x = 20 geeft  AH = √(12742 • 20 + 202) = 505,21.....
Dat is niet het dubbele, dus het is NIET WAAR.
       
6. S = (3,2525 - 0,05L) • LB
S  = 3,2525LB - 0,05BL2 
d
S/dL = 3,2525B - 0,1BL
dS/dL = B • (3,2525 - 0,1L)
als L < 32,525 is dan is het deel tussen haakjes groter dan nul, dus dS/dL ook.