© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

     
1. a. invoeren in de GR en dan  calc - 1Var Stats geeft  σ = 27,13
       
  b. invoeren in de GR zonder 194  en dan  calc - 1Var Stats geeft  σ = 18,02
       
2. a. De klassenmiddens zijn  6 - 10 - 14 -  18 - 22 - 26 - 30 - 34 - 38
invoeren in L1 en de frequenties in L2
calc- 1Var stats (L1, L2)  geeft dan  σ = 6,95
       
  b. in vraag a) kun je ook aflezen dat het gemiddelde gelijk is aan 18,87.
"niet meer dan één keer de standaarddeviatie van het gemiddelde afwijkend"  betekent dus een waarde tussen   18,87 - 6,95 = 11,92  en  18,87 + 6,95 = 25,82

Het deel van 8 tot 11,95 in de klasse 8-12 is   3,95/4 = 0,99ste deel, dus dat zijn 0,99 • 20 = 19,8 metingen
Het deel van 24 tot 25,82 in de klasse 24-28 is  1,82/4 = 0,46ste deel, dus dat zijn  0,46 • 22 = 10,1 metingen.
In totaal zijn er dan  19,8 + 36 + 58 + 43 + + 10,1 = 166,9 metingen die aan de voorwaarde voldoen.
Dat is 166,9/215 • 100% = 78% 
       
  c.
klasse 0-8 8-16 16-24 24-32 32-40
midden 4 12 20 28 36
frequentie 14 56 101 34 10
       
    invoeren in L1 en L2 en dan calc - 1Var stats  geeft  σ = 7,36  
       
   
klasse 4-12 12-20 20-28 28-36 36-44
midden 8 16 24 32 40
frequentie 34 94 65 20 2
       
    invoeren in L1 en L2 en dan calc - 1Var stats  geeft  σ = 7,10  
       
3. eerst maar eens op volgorde van klein naar groot:
 
  993  994  995  995   996  997  998  998   998   998
998  999  999 1000  1000 1000  1000   1001  1001   1002
1002  1003  1004  1004  1004  1005  1005  1005  1008  1009

dus:
 
getal 993 994 995 996 997 998 999 1000 1001 1002 1003 1004 1005 1008 1009
frequentie 1 1 2 1 1 5 2 4 2 2 1 3 3 1 1
       
   
  a. invoeren in L1 en L2 en dat 1-Var stats geeft  
gemiddelde is gemiddelde 1000,37 en standaarddeviatie 3,94.
       
  b. één standaardafwijking vanaf het gemiddelde is  1000,37 + 3,94 = 1004,31  en  1000,37 - 3,94 = 996,43
daarbuiten (vanaf het gemiddelde gerekend) zitten de waarden  993, 994, 995, 996, 1005, 1008, 1009
dat zijn er 1 + 1 + 2 + 1 + 3 +1 + 1 = 10 van de 30 dus dat is 33%
       
4. a. de standaarddeviatie is duidelijk te zien: in de cijfers van de meisjes zit een veel grotere spreiding, dus die zullen een grotere standaarddeviatie hebben.
       
  b. invoeren in de GR en dan 1 var stats geeft;

jongens: gemiddelde 67,14 en standaarddeviatie 17,05
meisjes:  gemiddelde 68,48 en standaarddeviatie 19,31
       
  c. gezamenlijk:  gemiddelde 67,8 en standaarddeviatie 18,20 
die standaarddeviatie is dus NIET de som van de eerdere twee standaarddeviaties.
       
5. a  
       
  b. Het gemiddelde is 2485 en de standaardafwijking is 1037
De grenzen zijn dan 3522 en 1448 zoals hierboven in het rood aangegeven.

Alle waarden tussen 1600 en 3400 vallen er binnen; dat zijn er 1390
Van de eerste klasse 152/600 × 860 = 218
Van de vijfde klasse: 122/600 × 200 = 41
In totaal  1649 van de 2830  en dat is 58%
       
6. a. Voor de standaarddeviatie gaat het niet om de hoogte, maar om de breedte. Dat is gemiddelde afstand tot het midden, en als je allemaal even hog staafjes evenveel hoger of lager maakt blijft die gemiddelde afstand gelijk.
       
  b. De figuur wordt dan breder, dus krijgt een grotere spreiding. De waarden komen gemiddeld verder vanaf het midden te liggen.
       
  c. proberen met de GR (L1 = 1, 2, 3, 4, ....  en L2 = 1, 1, 1, 1, ....) en dan steeds de standaarddeviatie uitrekenen geeft dat het bij 13 getallen gelijk is aan 3,74