© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

     
1. V = gewicht tas - gewicht brugger
μV = 45 - 50 = -5
σV2 = 102 + 82 = 164  dus   σV = 164
Als een brugger lichter is dan zijn tas, dan is V > 0
normalcdf(0, 1099, -5, 164) = 0,3481
       
2. a. normalcdf(0, 12, 11.3, 0.5) = 0,9192
       
  b. μS = 11,3 + 10,8 + 11,1 + 10,5 = 43,7 sec.
σS2 = 0,52 + 0,32 + 0,72 + 0,12 = 0,84  dus  σS = 0,84
normalcdf(0, 43, 43.7, 0,84) = 0,2225
       
  c. V = tijd van loper 1 - tijd van loper 2
μV = 11,3 - 10,8 = 0,5 sec.
σV2 = 0,52 + 0,32 = 0,34  dus  σV = 0,34
Als loper 1 meer tijd nodig heeft dan loper 2 dan is  V > 0
normalcdf(0, 1099, 0.5, 0,34) = 0,8044
       
3. V = hoogte van alle boeken - binnenhoogte box
μV = 17 • 6 - 100 = 2 cm.
σV2 = 17 • 1,52 + 12 = 39,25   dus  σV = 39,25
Het past als V < 0
normalcdf(-1099, 0, 2, 39,25) = 0,3748
       
4. μG = 19
σG = 4/10
normalcdf(-1099, 18, 19,  4/10 ) = 0,2146
       
5. 0,05/n = 0,008
n = 0,05/0,008 = 6,25
n = 6,252 = 39,1
ze moet dus minstens 40 keer meten.
       
6. μG = 80
σG = 6/n
Y1 = normalcdf(78, 1099, 80, 6/√X)
Y2 = 0,95
intersect geeft  X = 24,3
de man stopt 24 á 25 tomaten in een doos 
 
       
7. V = som van 8 ééncentsmunten -  som van 5 twee-euro munten
μV = 8 • 16,25 - 5 • 25,75 = 1,25
σV = 0,12 • 13
De onderste rij is langer als V< 0
normalcdf(-1099, 0, 1.25, 0.1213) = 0,0019
       
8. Bereken de kans dat de man langer dan de vrouw is als hun lengtes wel onafhankelijk zouden zijn geweest.
V = lengte man - lengte vrouw
μV = 181 - 168 = 13 cm.
σV2 = 82 + 122 = 208  dus  σV = 208
Als de man langer dan de vrouw is, dan is V > 0
normalcdf(0, 1099, 13, 208) = 0,8163
Bij onafhankelijkheid zou je verwachten dat 81,63% van de mannen langer is dan de vrouw. Dat is in praktijk 95% dus zal het wel niet onafhankelijk zijn.
       
9. V = aankomsttijd Beijum - aankomsttijd Lewenborg
μV = 18:09 - 18:07 = 2 min.
σV = 42
ik neem de bus naar Beijum als V < 0
normalcdf(-1099, 0, 2, 42) = 0,3618