© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|||
1. | maak de volgende tabel voor bijvoorbeeld 1000 eieren: | ||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
a. | De kans dat een
willekeurig ei ongeschikt is is 405/10000 = 0,0405 De kans dat van twee willekeurige eieren er precies ιιn ongeschikt is, is P(geschikt-ongeschikt OF ongeschikt-geschikt) = P(geschikt-ongeschikt) + P(ongeschikt-geschikt) = 0,9595 0,0405 + 0,0405 0,9595 = 0,0777 |
||||||||||||||||||||||
b. | Zie de tabel. Er zijn 405 eieren ongeschikt waarvan er 105 gespikkeld zijn. De kans is dan 105/405 |
2. | maak de volgende tabel voor 10000 gevallen | ||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
Van de 9428 gevallen
dat de detector zegt dat de persoon de waarheid spreekt is dat in 9408
gevallen ook echt zo. De kans is dus 9408/9428 = 0,9979 |
3. | Er zijn 8 mogelijke
dropjes die ik gepakt kan hebben Daarvan zijn er vier uit vaas A De kans is dus 4/8 = 1/2 |
||
4. | Als de boom een eik
is, is de kans dat alle vier de handelaren dat ook zeggen 0,44
= 0,0256 en de kans dat dat niet gebeurt dus 0,9744 Als de boom geen eik is, is de kans dat alle vier de autohandelaren zeggen dat het een eik is 0,64 = 0,1296 en de kans dat dat niet gebeurt dus 0,8704 |
||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
Van de 98,4 gevallen
waarin ze alle vier zeggen dat het een eik is, is het in 7,68 gevallen
werkelijk een eik. De kans dat het werkelijk een eik is, is dus 7,68/98,4 = 0,078 |
|||||||||||||||||||
5. |
|
||||||||||||||||||||||
P(HAVO\werkeloos) = 250/670 = 0,3731 | |||||||||||||||||||||||
6. | a. | bekijk 1000 gevallen: | ||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||
Van de 305 niet-gevangen vliegen waren er 60 bij een mannetje. De kans is dus 60/305 = 0,1967 | ||||||||||||||||||
b. | P(eerste 10 allemaal
gevangen) = 0,810 = 0,1074 De kans op een luie kameleon is dus 0,1074 en de kans op een actieve kameleon is 1 - 0,1074 = 0,8926 P(11e vangen) = P(eerste 10 allemaal EN 11e) + P(eerste 10 niet allemaal EN 11e) = 0,1074 0,40 + 0,8926 0,80 = 0,7570 |
|||||||||||||||||
7. | Maak de volgende tabel voor 1000 tweelingen: | ||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
a. | 625 tweelingen van de 1000 hebben het zelfde geslacht, dus de kans is 625/1000 = 0,625 | ||||||||||||||||||
b. | Van de 625 tweelingen
met het zelfde geslacht zijn er 250 ιιn-eiig. De kans is dus 250/625 = 0,4 |
||||||||||||||||||
8. |
|
||||||||||||||||||
Van de 75 keer dat
hij er wit uit pakt is het andere papiertje 50 keer ook wit. De kans is dus 50/75 = 2/3 |
|||||||||||||||||||
9. | Hij kan het ei op
twee manieren vinden: 1e: het ligt in de voortuin EN hij gaat in de voortuin zoeken EN hij vindt het: kans 0,3 0,5 0,8 = 0,120 2e: het ligt in de achtertuin EN hij gaat in de achtertuin zoeken EN hij vindt het: kans 0,7 0,5 0,5 = 0,175 Bij 1000 gevallen zal hij het ei 120 keer in de voortuin vinden en 175 keer in de achtertuin. Van de 295 keer dat hij het vindt lag het dus 175 keer in de achtertuin De kans is dan 175/295 = 0,5932 |
||
10. | a. | P(NIET gedetecteerd)
= P(niet door sonar EN niet door magnetisch EN niet door camera) = 0,40 0,70 0,60 = 0,168 P(WEL gedetecteerd) = 1 - 0,168 = 0,832 |
|
b. | Omdat de eenheden onafhankelijk werken is die kans natuurlijk nog steeds 40% | ||
c. | P(door ιιn
gedetecteerd) = = P(WNN) + P(NWN) + P(NNW) = 0,6 0,7 0,6 + 0,4 0,3 0,6 + 0,4 0,7 0,4 = 0,252 + 0,072 + 0,112 = 0,436 Van de 436 boten die precies ιιn keer gedetecteerd zijn, zijn er dus 252 door het sonarapparaat gedetecteerd. De kans is dus 252/436 = 0,5780 |
||
11. |
|
||||||||||||||||||
a. | 540/660 = 0,8182 | ||||||||||||||||||
b. | P(klopt) = P(regen en voorspeld) + P(zonnig en voorspeld) = (540 + 280)/1000 = 0,82 | ||||||||||||||||||
12. |
|
||||||||||||||||||
a. | 552 van de 1000 leerlingen, dus de kans is 0,552 | ||||||||||||||||||
b. | Van de 552 spiekers zijn er 189 meisje. De kans is dus 189/552 = 0,3424 | ||||||||||||||||||
c. | P(2 meisjes
betrappen) = 0,45 0,45 0,42 0,42 = 0,3789 P(2 jongens betrappen) = 0,55 0,55 0,66 0,66 = 0,1318 P(1 meisje en 1 jongen betrappen) = 2 0,45 0,55 0,42 0,66 = 0,1372 Samen geeft dat de kans 0,3789 + 0,1318 + 0,1372 = 0,6479 |
||||||||||||||||||
13. |
|
||||||||||||||||||
a. | 678,4 van de 1000 berichten dus de kans is 0,6784 | ||||||||||||||||||
b. | 652,8 van de 678,4 berichten, dus de kans is 652,8/678,4 = 0,9623 | ||||||||||||||||||
14 |
|
||||||||||||||||||
Van de 370 fout
beantwoorde vragen waren er 200 makkelijk De kans is dus 200/370 = 0,5405 |
|||||||||||||||||||
15. |
|
||||||||||||||||||||||
a. | 678,75 punten bij 1000 opslagen geeft kans 0,67875 | ||||||||||||||||||||||
b. | Van de 678,75 punten
waren er 600 uit goede eerste opslagen De kans is dus 600/678,75 = 0,8840 |
||||||||||||||||||||||
16. | tabel voor 10000 patiλnten: | ||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
a. | Bij 3362 van de 10000 patiλnten zegt de test dat er een tumor is. Dat is kans 0,3362 | ||||||||||||||||||||||
b. | De test zegt bij 6638
mensen dat er geen tumor is, maar 80 daarvan hebben toch een
kwaadaardige tumor. De kans is dan 80/6638 = 0,0121 |
||||||||||||||||||||||