© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

     
1. x2 = 6 - x
x
2 + x - 6 = 0
(x - 2)(x + 3) = 0
x = 2 ∨   x = -3
 
  = (12 - 2 - 8/3) - (18 - 41/2 + 9) = 125/6
De oppervlakte tussen x = p en x = 2 moet dus  125/12 zijn.
 
  = (12 - 2 - 8/3) - (6p - 1/2p2 - 1/3p3) = 125/12
22/3  - 6p + 1/2p2 + 1/3p3 = 125/12

Y1 = 22/3 - 6X + 0,5X^2 + X^3/3
Y2 = 125/12
intersect geeft p =  -0,50
       
2. Hiernaast zie je drie vlakdelen A1, A2 en B.

4/x2 = 16
x2 = 1/4
x = 1/2  (x = -1/2)

A1 heeft oppervlakte  0,5 · 6 = 8
 
  Samen heeft gebied A oppervlakte  16 - 4/a
 
  A = 2B geeft dan   16 - 4/a = 2(-1/4 + 4/a)
16 - 4/a = -1/2 + 8/a
161/2 = 12/a
a
= 8/11
       
3. a.
    = -((4 - 8) - (0)) = 4
    dus het stuk rechts van 2 moet oppervlakte 6,25 hebben
   
    = (1/4p4 - 2p2 ) - (4 - 8) = 6,25
1
/4p4 - 2p2 - 2,25 = 0
p4 - 8p2 - 9 = 0
(p2 - 9)(p2 + 1) = 0
p2 = 9
p = 3
       
  b.
    = (0) - (4 - 8 - 2a) = 4 + 2a
4 + 2a = 20 
a = 8
       
4. a. x2 + x + 1 = 6,2x
x
2 - 5,2x + 1 = 0
ABC-formule:  x = (5,2 ±√(27,04 - 4))/2 = 5  of  0,2

f
(x) = x + 1 + 1/x
   
    = (26 -  12,5 - ln(5)) -  (1,04 -  0,02 -  ln(0,2)) = 12,48 -  2ln(5)
       
  b.
    = ln(p) - ln(1) = ln(p)

lnp = 2  geeft  p = e2
       
5. pex - e2x = 0
ex
(p - ex) = 0
x = ln(p)
 
  = (p2 - 0,5p2) - (p - 0,5) = 2
0,5p2 - p + 0,5 = 2
p2 - 2p - 3 = 0
(p - 3)(p + 1) = 0
p = 3
       
6. Als de x-coördinaten van de hoekpunten van de rechthoek p en -p zijn, is de breedte 2p
De hoogte is dan y2 - y1 = 2 - 0,25p2 - 0,25p2  = 2 - 0,5p2 
De oppervlakte van de rechthoek is  (2 - 0,5p2) • 2p = 4p - 2p3
Die oppervlakte is maximaal als de afgeleide ervan nul is:  4 - 6p = 0
Dat is voor p = 2/3  en dan is de oppervlakte 56/27 

0,25x2 = 2 - 0,25x2
0,5x2 = 2
x2 = 4
x = 2 ∨ x = -2
 
  = (4 - 4/3) - (-4 + 4/3) = 51/3

Dat is dan maximaal  (56/27) / (16/3) = 7/18 deel en dat is 38,9%
       
7. Eerst maar de oppervlakte onder de grafiek van f:
 
  = (16 - 51/3) - (0) = 102/3

Driehoek OAB heeft oppervlakte 8
Dus heeft het onderste vlakdeel in het trapezium oppervlakte 22/3
Dus het bovenste ook, dus het hele trapezium heeft oppervlakte 51/3.
Trapezium plus OAB hebben samen oppervlakte 131/3
Dus  0,5c2 = 131/3
c2 = 262/3
c = √(262/3)
       
8. a.
    -2cos(p - p) + 2cos(p)
cos(π - p) = -cos(p)
dat geeft A(p) = - -2cosp + 2cos(p) = 4cos(p)
       
  b. Als die oppervlakten gelijk zijn, dan is W de helft van A.
Dus W = 2cos(p)
De breedte van W is π - p - p = π - 2p
De hoogte van W is  2sin(p)
De oppervlakte van W is dan  (π - 2p) • (2sin(p)
Dus moet gelden  (π - 2p) • (2sin(p) = 2cos(p)
Y1 = (π - 2p) • (2sin(p)
Y2 = 2cos(p)
intersect levert  p ≈ 0,41
       
9. a. Dan is de afgeleide nul.
f ' = 2x • ln2 + 2-2x • ln2 • -2 = 0
ln2 • (2x - 2 • 2-2x) = 0
2x - 2 • 2-2x = 0
2x  = 2 • 2-2x
2x = 2-2x + 1 
x = -2x + 1
3x = 1
x = 1/3.
       
  b. De oppervlakte in de linkerfiguur:
   
    = 1/ln2 • (2 - 1/8 - 1/2 + 2) = 1/ln227/8 ≈ 4,8691

De oppervlakte rechts is  2k
2k = 4,8691  geeft  k ≈ 2,43
       
10. f '(x) = gxlng  dus  f ' (0) = lng
De raaklijn is de lijn   y = lngx + 1
De oppervlakte onder de raaklijn tussen x = 0 en x = 1 is dan  1 + 1/2lng

De oppervlakte onder de grafiek van f tussen x = 0 en x = 1 is gelijk aan:
 
  V heeft oppervlakte   (g - 1)/lng - 1 - 1/2lng
Y1 =  (X - 1)/ln(X) - 1 - 0,5ln(X)
Y2 = 1
intersect geeft  X = g = 6,49
       
11. a.
    = 1/2lng • (2 - 1 - 2g-a + g-2a )  
   
       
  b. Als a naar oneindig gaat, dan gaan de tweede en derde term tussen de haakjes beiden naar nul.
Die worden dus te verwaarlozen ten opzichte van de  1.
De oppervlakte wordt dus  1/2lng

1/2lng = 1  betekent lng = 1/2  dus g = √e
       
12. a.
    = 1/4 - 1/2 = 1/20  
       
  b.
    650(a + 2) - 650(a + 1) = (a + 1)(a + 2)
650a + 1300 - 650a - 650 = a2 + 3a + 2
a2 + 3a - 648 = 0
(a - 24)(a + 27) = 0
a = 24  (∨ a = -27 maar die valt af.)
       
13. snijpunten:
x
2 = ax
x
= 0  ∨  x = a
 
  1/2a3 - 1/3a3 = 1/6a3
1
/6a3 = a2
1/6a3 - a2 = 0
a2(1/6a - 1) = 0
a = 0   a = 6 
       
14. Leg de oorsprong in de linkeronderhoek.
Dan is de formule van de parabool  y = px2
Die moet door (a, b) gaan dus  b = pa2  ⇒  p = b/a2 
 
  De hele rechthoek heeft oppervlakte ab dus onder de grafiek ligt inderdaad 1/3 deel, dus erboven 2/3 deel, dus de verhouding tussen die delen is  1 : 2
       
15. Snijpunten:  a2 = ax2 
x2 = a
x
= ±√a
 
  (a2 Ö- 1/3a · aÖa) -  (-a2 Öa + 1/3a · aÖa) = 4/3a2Öa

4
/3a2,5 = 324
a2,5 = 243
a = 2431/2,5 = 9
       
16. Het wordt de grafiek y = 1/(x - a) 
 
  ln(2(3 - a)/3(2 - a)) = 1
2(3 - a)/3(2 - a) = e
6 - 2a = 6e - 3ea
a
(3e - 2) = 6e - 6
a = (6e - 6)/(3e - 2)  = 1,675