© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|||
1. | a. | Y1 = X^2+2X calc - ∫f(x)dx - 4 - enter - 10 - enter geeft oppervlakte 396 |
|
b. | Y1 = √(4
- X) calc - ∫f(x)dx - (-2) - enter - 2 - enter geeft oppervlakte 7,91 |
||
c. | Y1 = 3X√(X)
+ 2X + 1 calc - ∫f(x)dx - 3 - enter - 6 - enter geeft oppervlakte 117,11 |
||
2. | a. | ||
b. | |||
c. | |||
3. | 2-x²
= 0,5 = 2-1 -x2 = -1 x2 = 1 x = 1 Ú x = -1 Y1 = 2^(-X^2) calc - ∫f(x)dx (-1,5) enter (-1) enter geeft oppervlakte 0,17208 calc - ∫f(x)dx (1,5) enter (1) enter geeft oppervlakte 0,17208 Het middenstuk is een rechthoek met oppervlakte 2 • 0,5 = 1 Samen geeft dat 1 + 2 • 0,17208 = 1,34 |
||
4. | a. | De grafiek zit voor een deel onder de x-as, dus de oppervlakte van een deel van de staafjes wordt negatief genomen. | |
b. | in plaats van
L2 = 2 - √(L1) moet hij ervoor zorgen
dat dat altijd positief is. dat kan met de absolute waarde: L1 = ABS(2 - √(L1)) (ABS vind je bij MATH - NUM) |
||
5. | Het mag allemaal met de GR. Snijpunt: Y1 = e-x Y2 = -ln(x) intersect x = 0,5671433... |
||
= 0,432... + 0,111... = 0,54 | |||