© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

1. gemiddelde is 3,80
(2 · 0,25)/√230 = 0,033
Het 95%-betrouwbaarheidsinterval is  [3.80 - 0,033 ; 3.80 + 0,033]  =  [3.77 ; 3.83]
       
2. gemiddelde is  7,5
(2 · 1,4)/√178 = 0,21
Het 95%-betrouwbaarheidsinterval is  [7.5 - 0,21 ; 7.5 + 0,21]  =  [7.29 ; 7.71]
       
3. a. n = 128 geeft  (2 · 56)/√128 =  9,90  dus breedte  2 · 9.90 = 19,80
n = 45 geeft 
 (2 · 56)/√45 =  16,69  dus breedte  2 · 16,69 = 33,38
dat is  33,38/1980 = 1,68 keer zo smal.
       
  b. Als de breedte 14 is dan is  (2 · 56)/n = 7
112/n  = 7
n  = 112/7 = 16
n = 162 = 256
       
4. De breedte van het interval is 6,24 - 6,16 = 0,08
Dus  2 · s/√1450 = 0,08
2s = 0,08 · √1450 = 3,046
s = 1,523
       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)