© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

1. Bereken de bijbehorende hoeken:
       
 
haarkleur blond zwart rood bruin overig
aantal 15% 18% 6% 37% 24%
hoek 54° 64,8° 21,6° 133,2° 86,4°
       
  Dat geeft dit cirkeldiagram:
 

       
2. a. De hoek is 57°
Dat is 57/360 · 100 = 16%
       
  b. De hoek van 10 km is 102 en dat zijn  346 lopers
De hoek van 5 km is 201
Maak een verhoudingstabel:
   
hoek 102 201
lopers 346 ??
    ?? = 201 · 346/102 = 682 lopers  
       
  c. De hoek van 5 km is 201
41% daarvan is 82°
59% daarvan is 119°
 

Dat geeft de twee gebieden hiernaast.

       
3. Op mijn scherm zijn de stralen van de cirkels 2,16 en 1,42 cm
Dat geeft oppervlaktes π · 2,162 = 14,66  en   π · 1,432  = 6,33
De verhouding daartussen is  6,33/14,66 = 0,43
De verhouding tussen de leerlingenaantallen is 646/1540 = 0,42
Dat klopt dus redelijk goed.
       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)