|
|||||
1. | a. | 11,89/6,17
= 1,927... en
Δx = 2,5 dus g2,5
= 1,927 en dat levert g = 1,30 28,25/11,89 = 2,3759... en Δx = 3,3 dus g3,3 = 2,375... en dat levert g = 1,30 85,03/28,25 = 3,0099... en Δx = 4,2 dus g4,2 = 3,0099... en dat levert g = 1,30 119,59/85,03 = 1,406... en Δx = 1,3 dus g1,3 = 1,406... en dat levert g = 1,30 315,70/119,59 = 2,6398... en Δx = 3,7 dus g3,7 = 2,6398.. en dat levert g = 1,30 De g-waarden zijn gelijk dus er is sprake van een exponentieel verband. 6,17 = B · 1,300,8 6,17 = B · 1,233 B = 6,17/1,233 = 5,00 De formule is y = 5 · 1,3x |
|||
b. | 0,37/0,25
= 1,48 en
Δx = 0,7 dus g0,7
= 1,48 en dat ;levert g = 1,75 0,73/0,37 = 1,972... en Δx = 1,2 dus g1,2 = 1,972... en dat ;levert g = 1,76 2,10/0,73 = 2,876... en Δx = 1,9 dus g1,9 = 2,876... en dat levert g = 1,74 3,67/2,10 = 1,747... en Δx = 1 dus g = 1,75 5,43/3,67 = 1,479... en Δx = 0,7 dus g0,7 = 1,479 en dat ;levert g = 1,75 De g-waarden zijn (bijna) gelijk dus er is sprake van een exponentieel verband. 0,25 = B · 1,75-6,3 0,25 = B · 0,029... B = 0,25/0,029... = 8,5 De formule is y = 8,5 · 1,75x |
||||
2. | a. | Probeer twee
roosterpunten af te lezen. (0, 5) geeft direct B = 5 (2.5, 14) groeifactor 14/5 = 2,8 en Δx = 2,5 g2,5 = 2,8 geeft g = 1,5 De formule is dan y = 5 · 1,5x |
|||
b. | Probeer twee
roosterpunten af te lezen. (-1, 1) en (3, 14.5) groeifactor 14,5 en Δx = 4 g4 = 14,5 geeft g = 1,95 14,5 = B · 1,953 14,5 = B· 7,41... B = 14,5/7,41... = 1,96 De formule is dan y = 1,96 · 1,95x |
||||
c. | Probeer twee
roosterpunten af te lezen. (0, 12) geeft direct B = 12 (-1, 20) groeifactor 12/20 = 0,6 en dat is in 1 stapje dus dat is g De formule is dan y = 12 · 0,6x |
||||
3 | a, | De jaren gaan in
gelijke stappen van Δx =
10 De groeifactoren zijn: 5,6/4,8 = 1,17 6,6/5,6 = 1,17 7,7/6,6 = 1,17 9,1/7,7 = 1,18 10,6/9,2 = 1,16 Dat is allemaal ongeveer 1,17 g10 = 1,17 geeft g = 1,0158 (70, 4.8) geeft 4,8 = B · 1,015870 4,8 = B · 3 B = 1,6 De formule is y = 1,6 · 1,0158x |
|||
b. | 1,0158t
= 2 Dat geeft r = 44,2 Dus het verdubbelt in ongeveer 44 jaar. |
||||
4. | a. | 9,42/10,74
= 0,877.. met Δa =
24 dus g24 = 0,887 en dat levert
g = 0,99455 7,89/9,42 = 0,8375.. met Δa = 32 dus g32 = 0,8375... en dat ;levert g = 0,99447 6,33/7,89 = 0,8022.. met Δa = 40 dus g40 = 0,8022.. en dat levert g = 0,99450 2,92/6,33 = 0,4612.. met Δa = 140 dus g140 = 0,4612.. en dat levert g = 0,9945 10,74 = B · 0,994564 10,74 = B · 0,7025... B = 10,74/0,7025... = 15,3 |
|||
b. | 4,1 = 15,3
· 0,9945a Dat geeft a = 239 km (met de GR) |
||||
5. | Zie de figuur. De grafieken moeten door de twee zwarte stippen gaan. De lineaire grafiek is een rechte lijn De exponentiële grafiek is een gekromde lijn In de figuur zie je dat de waarde van 15% bij de blauwe lijn eerder gehaald wordt dan bij de rode. Dat is dus bij het exponentiële geval. |
|
|||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |